Snel verlies jong HBO-talent
Hogescholen steken geld, tijd en aandacht in de jonge mensen die zij aantrekken voor kennisoverdracht en onderzoek. Zulke investeringen zijn van groot belang voor de voortgang van hun kwaliteitsontwikkeling en hun innovatief gehalte. Daarom zijn de cijfers over de teloorgang daarvan extra zorgelijk.
Kostbaar verloop
Het blijkt dat het HBO een flink verloop kent. Daarvan heeft ongeveer een derde pas recent bij een hogeschool aangeklopt als nieuwe medewerker. Deze vertrekkers werken minder dan drie jaar in de HBO-sector. Gelet op de investeringen in hun functioneren – en soms ook in de werving van zulk schaars talent – is een dergelijk verloop kostbaar.
Belangrijke redenen voor dit soort voortijdig vertrek uit hogescholen zijn een gebrek aan aansluiting tussen de inhoudelijke focus van hoogopgeleide nieuwkomers en de concrete vertaalslag van hun werk naar HBO-praktijk, die zich op toepassing in professies richten moet. Ook de vergrijsde teams kunnen jonge docenten ontmoedigen. “Als je daar niks mee doet, kunnen mensen hun hoofd stoten en afknappen,” ziet men bijvoorbeeld in lerarenopleidingen, noteert Profielen het blad van de Hogeschool Rotterdam.
Te vlot in het diepe
Het te snel overladen van gedreven jonge docenten met nog weinig HBO-ervaring blijkt ook een belangrijke risicofactor. Al te vlot mensen het diepe in laten springen lijkt dynamisch, maar kan ook vrijblijvendheid signaleren. Dat werkt dan regelmatig niet goed uit. De Arbeidsmarktmonitor 2014 van Zestor duidt er op dat het coachen en inwerken van nieuwe docenten niet overal goed lukt en de HBO-cao niet voor niets extra aandacht en afspraken is gaan opnemen.