Vrouwe Justitia maar niet blind

Nieuws | de redactie
24 april 2015 | De NVAO heeft vier jaar accreditatie-uitkomsten bijeen gebracht en geanalyseerd. Een rijk geheel aan inzicht over HBO en WO kwaliteit is nu beschikbaar. “Als je bij de top 5 van de kennisnaties wilt horen, dan is de vraag of je het wel goed doet niet goed genoeg. Gewoon goed is dan niet adequaat,” zegt Anne Flierman.

Als je kijkt naar de analyse van vier jaar accrediteren in hoger onderwijsland dan kun je zeggen; ‘Veerman leeft!’

“De ambitie naar een grotere verscheidenheid in het geheel van hoger onderwijs uit dat rapport komt inderdaad echt uit de verf. En ook zie je dat de vraag ‘doen de opleidingen het wel goed?’ niet meer de bepalende is. Het Nederlands hoger onderwijs doet het goed, laat daar geen misverstand over bestaan. Het is een hoogvlakte waar we in Europa naar streven.“

“Maar als je bij de top 5 van de kennisnaties wilt horen, dan is de vraag of je het wel goed doet niet goed genoeg. Gewoon goed is dan niet adequaat. Daarom is meer differentiatie nodig en goed. We zien in deze analyse dat twee soorten van verscheidenheid nu veel meer zichtbaar zijn: die binnen het bestel en die in verschillen in kwaliteit van opleidingen. Het accreditatiestelsel blijkt beide soorten goed te kunnen ondersteunen en verhelderen.”

Wereldklasse in het HBO

Allereerst die verscheidenheid in kwaliteit tussen opleidingen. De cijfers in de analyse over de eindoordelen in het hbo en het wo zijn zeer verhelderend. Zoiets is nog nooit gepubliceerd in ons HO.  Nu weten we waar de excellentie zit en welke sectoren serieus naar het eigen presteren moeten kijken.

“Je ziet dat het HBO de meeste als excellent beoordeelde opleidingen kent, en dat dit allemaal het masteraanbod betreft in het kunstonderwijs. Je ziet nog iets: alle excellent beoordeelden – ook die in het WO – mogen studenten aan de poort selecteren.”

Die kunstbeoordelingen gebeuren ook door peers en dus zijn dat zware internationale panels. Is hun oordeel ‘excellent’ dan niet een extra signaal van zeer hoge kwaliteit?

“Dat kun zo niet direct zeggen. Juist internationale panels neigen er soms naar zeer enthousiast te worden over de geleverde kwaliteit en de ‘hoogvlakte’ die ons hoger onderwijs is, en zeker het kunstonderwijs. We benadrukken steeds dat een ‘gewoon goed’ niet goed genoeg is voor een ‘top 5 land’. Vreemde ogen dwingen, dat geldt ook internationaal, maar soms moet je ze daartoe ook uitnodigen.”

“Het staat niettemin vast dat het kunstonderwijs in ons land van wereldklasse is. De daar gerealiseerde kwaliteitscultuur is een voorbeeld voor anderen. Toch is het goed het debat te blijven voeren over ‘wat is excellentie?’ Is dat een absoluut niveau of is dat de groei die een opleiding weet te bereiken met talenten van studenten vanaf de start van een studie? Allebei verdient voluit de aandacht.”

In de cijfers zie je ook dat in zowel HBO als WO de sector ‘Gedrag en Maatschappij’ opvallend zwak scoort. Er zijn daar meer opleidingen met ‘herstelperiodes’ dan er zijn met het predikaat ‘goed’. Dat moet toch pijn doen bij de sociale wetenschappen en de agogische opleidingen.

“Ja, het is aan de opleidingen zelf  om dit te bezien en op te pakken. Mag ik op een feit wijzen? Onder de opleidingen die als ‘goed’ zijn beoordeeld, zijn bijvoorbeeld de pabo’s, waarvan sommige in een eerdere accreditatieronde slechts met hakken over de sloot een adequate uitslag bereikten. Daar waren zij helemaal niet blij mee, dat wilt u wel geloven. Aan die eerdere matige uitslag hebben zij een grote energie ontleend om een forse kwaliteitsslag te maken. Dat kan dus wel degelijk.“

Landschap vol diversiteit

Is het algehele beeld  over het accreditatiestelsel al met al dus eigenlijk egaal te noemen?

“In die zin wel, dat het HBO en WO nauwelijks verschillen wat betreft de aard van de oordelen over de opleidingen. Bij de niet-bekostigde opleidingen is dat anders, daar  zie je toch meer zwakke plekken optreden in het geheel.“

De differentiatie binnen het bestel was ook een Veerman ambitie. De analyse nu laat zien dat deze groeit. Waaraan merk je dit?

“Het landschap is zeer divers en we slagen erin de grote hoeveelheid verschillende partijen allemaal te bedienen met heldere borging en validering. Wanneer je ons met Vlaanderen vergelijkt, toont het Nederlandse hoger onderwijs meer diversiteit; er zijn gespecialiseerde instellingen, er zijn kleinere instellingen en onze grootste hogeschool is groter dan een hogeschool bij de zuiderburen. Bovendien kent ons land een grote niet-bekostigde sector, met zowel brede als veel ‘gespecialiseerde’ aanbieders, denk aan Nyenrode.“

“Het stelsel van accreditatie en instellingstoetsen ziet alle instellingen in hun eigen waarde en tegelijk is het net Vrouwe Justitia. Zij is ‘blind’ in de zin van onpartijdig en gelijk voor allen.“

Scherp en gericht oordelen

We hebben dus eigenlijk een one size fits all?

“Ja en nee. Allebei tegelijk. Ons kwaliteitszorgsysteem kent eenzelfde meetlat, normen en kaders voor iedereen en tevens valide, zeer diverse uitkomsten die passen bij iedereen. Deze ´Vrouwe Justitia´ is blind in de goede zin, maar niet  blind waar het gaat om de opening tussen de pretentie en de realisatie van kwaliteit. Dat bezien wij scherp en daar kun je en moet je divers, maar gericht over oordelen.“

Nieuw fenomeen is de ITK, instellingstoets. Heeft die inmiddels zijn rol gevonden?

“Dat denk ik wel. Die rol is een belangrijke gebleken. Waarom? Omdat juist daar duidelijk wordt dat het College van Bestuur verantwoordelijk is voor het onderwijs. Het bestuur moet dus een kwaliteitsgerichte houding en een goed werkend systeem hebben dat die verantwoordelijkheid tot uitdrukking brengt en dat hen steeds opnieuw uitdaagt daar sterk mee bezig te zijn én te blijven. Het stelsel fungeert eigenlijk als dashboard met knipperende lampjes waar het niet goed gaat. De ITK vraagt hen zowel naar hun visie en profiel als instelling als naar de wijze waarop zij het dashboard bedienen en aan het stuur zitten.“

“Dit zorgt voor sensibilisering van het bestuur, dat zij echt die verantwoordelijkheid hebben te dragen. Ook in het WO heeft dit zo gewerkt, men is gaan zien dat die onderwijsopdracht even belangrijk is als het onderzoek.“

Kun je zien dat ITK’s ook de opleidingstoetsing en borging overbodig aan het maken zijn? Velen denken dat dit zou kunnen als de zaak op instellingsniveau stevig gevalideerd is en daar de zaak wel op orde lijkt.

“Het beeld is daar nog zeer gedifferentieerd. Het is niet één op één zo dat bij een positieve ITK de opleidingen ook wel goed zitten en er geen onvoldoende meer zouden vallen. Zo is het niet, noch in Wo noch in HBO. Dat is ook een fase-probleem, denk ik. Je ziet toch wel dat men met de komst van de ITK het kwaliteitszorgsysteem intern nog steviger is gaan verankeren en implementeren.“

“Op zich is dat een goede zaak. Maar denk aan dat dashboard. Als dat op 1 januari scherp is ingesteld, wil dat niet zeggen dat de bestuurder in november het jaar daarvoor niet een paar keer te hard heeft gereden. We zullen dus met een horizon van enkele jaren gaan ervaren of en hoe de ITK inderdaad meebrengt dat de opleidingsaccreditaties beter worden.“

“Spannend is dan of de instellingen na de claim dat zij met de instellingsaccreditaties zelf willen beslissen over borging en kwaliteitsbewaking dat bij zwakke plekken inderdaad gaan doen. Hoe, waar, wanneer intervenieert men dan? Het is dan niet meer een zaak van ´we moeten wel, het moet van de NVAO.´ “

Alibi en taart van Jet

Die is dan niet meer het alibi zoals velen nog wel eens gebruiken bij ‘Brussel’ of vroeger bij ‘Zoetermeer’.

“Dat alibi vervalt voor bestuurders en voor instellingen, zo is het in die situatie wel. De NVAO is niet een ingebouwde snelheidsbegrenzer als je ziet dat de auto te hard rijdt en je een boete oploopt. Je zult toch echt zelf tijdig en adequaat moeten remmen.“

“Daarom zal er bij de opleidingen een vorm van validering en borging door ‘vreemde ogen die dwingen’ blijven. Het beroepenveld, de disciplines en de studenten zullen hechten aan hun ‘grip’ daarop. Voorop daarbij lopen de ministers van de vakdepartementen. Denk aan zorg, aan justitie. De Toga-beroepen zullen externe kwaliteitsborgingwillen handhaven, de wet-BIG blijft overeind, en een beroep als maritiem officier is ook zo’n professie die sterk op externe kwaliteitsborging zal aandringen. De accountants hebben als Commissie Eindtermen Accountantsopleiding hiertoe al een verzoek ingericht, onder leiding van Loek Vredevoogd [de eerste voorzitter van de NAO, red.]. “

Bovendien zal minister Bussemaker als vakminister van “de belangrijkste opleiding die er is” toch niet de kans willen afgenomen zien dat zij nog taart kan uitdelen bij pabo’s die hun werk echt goed doen?

Welke bestuurder vindt nu niet aardig om eens taarten uit te delen….

Het heft in handen

Zeer opmerkelijk in de data over vier jaar accrediteren is de werking van de TNO, de toets nieuwe opleiding. 27% van de pogingen om daarvoor succesvol een opleiding op de markt te brengen, wordt door een negatief NVAO-besluit tegengehouden.. Dat is een vorm van streng saneren.

“Preciezer nog: 27% van de aanvragen wordt door de HBO- en WO-instellingen ingetrokken nadat zij hebben gehoord dat een negatief oordeel zal komen. Nog eens 25% van de aanvragen kan pas verder onder nadrukkelijke voorwaarden en met een kritische hertoetsing na uiterlijk twee jaar. Maar  feit is dat er geen nieuwe opleiding wordt goedgekeurd,  die bij de onderdelen ‘toetsing’ en ‘inhoudlijke ambitie’ niet voldoet. De panels zijn dus streng, maar gelukkig is dat eigenlijk ook geen nieuws.“

“Daar zeg ik iets bij. Als men soms klaagt over eisen en regels van de NVAO, wijs ik er op dat men als instelling ook zelfkritisch moet willen zijn op de kwaliteit van de aanvragen van nieuwe opleidingen. Soms is de aanvraag nog niet goed doordacht en daardoor ontstaat ook extra administratieve lastendruk.  

Dat zit ook nog breder. Er vallen af en toe nog pittige oordelen –zoals bij de Geesteswetenschappen– terwijl de instellingen positieve ITK’s kregen. Neemt men het dan toch nog wat licht op?

“Men neemt het niet licht op, maar zal nog beter ‘in control’ moeten zijn. Dat betekent niet ‘volop controlerend’, maar ‘duidelijk achter het stuur zitten, het heft in handen’. De ITK heeft veel in gang gezet en nu komt de volgende stap. Laat zien dat je het stuur ook werkelijk gebruikt en weet te gebruiken als instelling.“


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK