Weg met flex in HO

Nieuws | de redactie
7 april 2015 | “Als universiteiten en hogescholen hun verantwoordelijkheid niet nemen, moeten we overwegen om financiering afhankelijk te maken van de verhouding vaste en flexibele contracten. Wie niet horen wil, moet maar voelen,” zegt PvdA-woordvoerder Mei Li Vos over haar motie om het HO onder druk te zetten.

De motie van de PvdA zet scherp aan dat het HO met zijn HR-beleid tegenover de doelstellingen van de Wet werk en zekerheid is komen te staan. In de overwegingen van de indieners staat:  “constaterende dat het kabinet met de Wet werk en zekerheid een belangrijke stap heeft gezet in het beperken van het aantal tijdelijke contracten” en “van mening dat flexcontracten een negatief effect (kunnen) hebben op de continuïteit en kwaliteit van onderwijs en onderzoek”, alsmede “overwegende dat een dermate groot percentage flexcontracten niet kan en mag worden verklaard door bestuurders vanuit ervaren onzekerheid over financiering maar vooral voortkomt uit ad-hoc personeelsbeleid.”

Dit is slopend 

Vos onderbouwt dit in haar online-toelichting met eigen ervaringen bij de UvA, want daar “heb ik ervaren wat het met onderzoekers doet dat zij telkens moeten vechten voor een nieuw contract. Dat je een nieuw academisch jaar of onderzoek ingaat, niet wetend of je er na twee blokken of in de volgende onderzoeksfase nog bent. Drie kwart van het overig wetenschappelijk personeel (vooral postdocs) heeft een flexcontract. Dat zijn er echt veel te veel. De onzekerheid die hier mee samen gaat is slopend voor al die docenten en onderzoekers die niet weten hoe lang ze nog een baan hebben en zorgt voor slechter onderzoek.”

“Dit is gewoon ad hoc personeelsbeleid. En de laatste jaren is het aantal flexibele contracten alleen maar gestegen. Daardoor lopen goede onderzoekers en docenten weg en kiezen zij voor een carrièrepad dat hen wel zekerheid kan bieden. Daarnaast zijn de flexibele contracten slecht voor de continuïteit van onderzoek en onderwijs.”

Krachtig signaal

De uitspraak die Vos de Kamer voorlegde klonk als volgt: “verzoekt de regering om een krachtig signaal af te geven aan de besturen van universiteiten en hogescholen over de wenselijkheid van stabiele carrièrepaden en in kaart te brengen welke mogelijkheden er zijn om afspraken te maken over het herstellen van de balans tussen het aantal vaste en flexibele contracten.” De motie werd aangenomen tegen de zin van de grootste regeringsfractie, de VVD, met steun van onder meer PvdA, SP, D66 en CDA.

Deze uitspraak was volgens haar nodig omdat de PvdA vindt dat met de nieuwe wetgeving van minister Asscher blijkbaar nog onvoldoende scherpte was ingebracht en het HO nader aangezet moest worden tot een ander beleid. “Daarom heb ik er bij minister Bussemaker op aangedrongen om een krachtig signaal af te geven aan universiteiten en hogescholen. Zij moeten hun personeelsbeleid op orde brengen en een draai maken van meerderheid flex naar meerderheid vast. Als universiteiten en hogescholen deze draai niet willen maken, als zij hun verantwoordelijkheid niet nemen, moeten we overwegen om financiering aan universiteiten afhankelijk te maken van de verhouding vaste en flexibele contracten.”

Vos zegt scherp: “Wie niet horen wil moet maar voelen, want een ding is duidelijk: drie kwart van de postdocs met een flexcontract kan niet. Het is nu aan universiteiten en hogescholen om een stap in de goede richting te zetten en de docent en onderzoeker de zekerheid te geven die zij verdienen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK