Baat bij langstudeerders

Nieuws | de redactie
4 mei 2015 | Lang over je studie doen is een weldaad van de student voor haar universiteit of zijn hogeschool. De inkomsten lopen dan op en de kosten ervan blijven beperkt. Maar niet voor de zware bèta-techniek studies in het WO en de kunstscholen in het HBO. Zij plukken daar de minste vruchten van, blijkt uit berekeningen van OCW.

Bij de prestatieafspraken met het HO heeft staatsecretaris Zijlstra beloofd, dat de kosten en baten van het ‘lang studeren’ uitgezocht en gemonitord zouden worden. Bijna vergeten is inmiddels dat toen nog de ‘langstudeerboete’ dreigde, die beoogde studenten op te porren nominaal af te studeren en zo het studierendement te verhogen en de ho-kosten te beperken. Daarom wilden de instellingen en de bewindsman precies weten wat de effecten, kosten en baten nu eigenlijk zouden zijn.

Duurder in minder tijd

Dat weten we nu. Grosso modo gaan instellingen er financieel op vooruit als jongeren langer dan nominaal over hun studie doen. De kosten daarvoor zijn geringer dan de baten die hen dit oplevert. Dus als ze vlotter gaan studeren kost dat meer geld en inspanning in minder tijd. ”Wanneer de nominaal+ studenten in de toekomst nominaal zouden studeren, zullen de instellingen de extra inspanningen voor deze groep studenten binnen de nominale studieduur moeten uitvoeren. Dit impliceert een verhoging van de uitvoeringskosten binnen een korter tijdbestek, en een gelijktijdige verlaging van de inkomsten (0,3% hogere lasten en 0,7% lagere baten),” meldt OCW over het hbo.

Dat effect van gunstiger inkomsten bij langer studeren geldt vooral voor de hbo-opleidingen in de economie. “De kleinste effecten zijn waar te nemen in de sectoren kunst, gezondheidszorg en techniek.” Kijkt men naar het niveau van de hogescholen als geheel dan “zien we [ook hier] dat in vrijwel alle instellingen de extra baten de extra kosten overtreffen. Uitzondering zijn de monosectorale kunstinstellingen.”

Intensief wo verhoogt kosten

Bij de universiteiten is het niet veel anders, maar zijn de financiële effecten omvangrijker, soms 8% meer baten of nog hoger. Vooral vertragingen bij masterstudenten blijken de instellingen een fikse plus bij hun inkomsten op te kunnen leveren. Hoe men de curricula organiseert heeft aan de kostenkant een forse impact. “De kostenverschillen tussen de opleidingen hebben onder meer te maken met de inrichting van het onderwijs. Vertraging bij een curriculum met veel werkgroepen en projectmatig werken brengt bijvoorbeeld eerder meerkosten mee zich mee dan een curriculum met veel hoorcolleges en zelfstudie.”

De zware masters in de techniek hebben relatief het minste voordeel van langstudeerders, net als de zware hbo-kunstopleidingen. Hier blijken twee dingen tegelijk een rol te spelen. “Omdat het aandeel nominaal+ studenten in de masterfase van de technische studies lager is dan gemiddeld en omdat de masterfase techniek langer duurt (twee jaar bij techniek en een jaar bij de overige onderzochte sectoren), zijn extra baten wegens nominaal+ studeren voor de opleiding als geheel relatief beperkt.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK