Universiteit als spekkoper

Nieuws | de redactie
26 mei 2015 | Iedere beroepsgroep die zichzelf serieus neemt, doet aan permanente educatie. Maar hoe werkt dat in de praktijk? Jonathan Zondag was redacteur van ScienceGuide tot hij in 2010 predikant werd. Vanuit dat werkveld doet hij verslag.

Het studieverlof

In den beginne was er het studieverlof. De afgelopen decennia hadden predikanten in de hervormde en gereformeerde kerk het recht om iedere vijf jaar drie maanden studieverlof op te nemen. Ze werden in die periode volledig vrijgesteld van hun reguliere werkzaamheden. In die maanden moesten anderen dus hun kerkdiensten, begrafenissen en dergelijke overnemen.

De predikanten waren volledig vrij in de invulling van hun studieverlof. Hun keuzes daarin verschilden nogal. Sommigen namen de tijd om een moeilijk Bijbelboek te bestuderen en daarover een prekenserie te maken (bijvoorbeeld over de Openbaring van Johannes, het laatste Bijbelboek). Anderen benutten deze periode om een boek te schrijven, bijvoorbeeld over het pastoraat.

Maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat niet alle predikanten even productief waren in deze vijfjaarlijkse perioden van vrijstelling. Je hoorde wel predikanten verzuchten dat ze de eerste paar weken nodig hadden om bij te komen. Ook wisten niet alle predikanten hoe ze die drie maanden op een zinvolle manier moesten invullen.

Vrijheid kan ook leiden tot apathie. Je zag dan ook dat sommige predikanten het opnemen van hun studieverlof maar bleven uitstellen. Ze zeiden dan dat het gemeentewerk hun niet toestond om drie maanden te gaan studeren. En ze voegden daar dan wel eens aan toe dat ze ook niet goed wisten wat ze moesten gaan bestuderen.

Cees Veerman

In 2004 fuseerden de hervormde en gereformeerde kerk tot de Protestantse Kerk Nederland. In de jaren erna ging de synode van deze nieuwe kerk zich bezinnen op de identiteit van dit kerkgenootschap. Daarbij werd ook gekeken naar het predikantschap. In de synode kreeg men al snel door dat daarvoor het beste een commissie ingesteld kon worden. Want de synode wordt gedomineerd door predikanten.

En de slager kan maar beter niet zijn eigen vlees keuren! De commissie werd voorgezeten door Cees Veerman, oud-hoogleraar en oud-minister. Hij deed een aantal interessante aanbevelingen over de toekomst van het predikantschap. Zo adviseerde hij het studieverlof maar helemaal af te schaffen. Daarvoor in de plaats moest een systeem komen van permanente educatie, net als in andere beroepsgroepen.

De universiteit als spekkoper

Zo gezegd, zo gedaan. Sinds 2012 is het studieverlof voor predikanten afgeschaft. In plaats daarvan hebben de predikanten nu de plicht om eens per vijf jaar 7,5 ECTS oftewel studiepunten te halen. Spekkoper van deze regeling is zonder meer de Protestantse Theologische Universiteit (PThU). Die heeft bedongen dat de predikanten het grootste deel van hun studiepunten aan deze instelling moeten behalen.

Een deel van de studiepunten mogen ze ook aan andere instellingen halen. In de Protestantse Kerk werken ongeveer 1800 predikanten. De PThU is in 2007 opgericht om predikanten voor de Protestantse Kerk op te leiden. Aankomende predikanten doen er verplicht hun opleiding. Tussen 2007 en 2012 kampte de toch al kleine PThU met teruglopende studentenaantallen. Een flink aantal cursisten erbij kon de PThU best gebruiken. 

Permanente educatie in de praktijk

Hoe werkt het in de praktijk? Het is de bedoeling dat de predikant een scholingsplan maakt waarin staat welke kennis en vaardigheden hij of zij in de komende vijf jaar wil opdoen. Over dit scholingsplan moet de predikant overleggen met de kerkenraad. Het idee is dat de kerkenraad de predikant kan stimuleren om ook relevante cursussen te volgen en in het studeren niet alleen uit te gaan van eigen interesses.

Dat gesprek met de kerkenraad wordt door predikanten als spannend gezien. Want doorgaans is de predikant in de kerkenraad de enige theoloog. Je moet dan als predikant over je scholing gaan overleggen met allerlei mensen die je vakgebied niet kunnen overzien. Ook kan het pijnlijk zijn als de predikant van de kerkenraad te horen krijgt dat hij of zij maar eens een cursus preken moet gaan volgen. Sommige dominees vatten dat op als een motie van wantrouwen.

Gelukkig gaat het gesprek meestal wel goed en worden predikanten er ook wel door gemotiveerd bepaalde cursussen te gaan volgen. Na overleg met de kerkenraad stelt de predikant zelf zijn scholingsplan vast en zoekt cursussen die daarbij horen in het aanbod van de PThU en andere instellingen.

Wat predikanten vinden

Tijdens bijeenkomsten van predikanten wordt er regelmatig gesproken over de permanente educatie. Rond 2012 werd er veel geklaagd over de afschaffing van het studieverlof. Je merkte dat predikanten dat als een verworven recht beschouwden en vonden dat hun vrijheden ten onrechte werden ingeperkt. Sindsdien zijn veel predikanten wel scholingsplannen gaan maken en cursussen gaan volgen.

Maar echt van harte gaat het niet. Zeker onder de oudere predikanten is de motivatie om mee te doen aan permanente educatie minimaal. Ook vinden dominees het lastig om het volgen van cursussen in te passen in normale werkweken. Omdat ze in hun gemeente doorgaans de enige predikant zijn, is het in drukke tijden lastig om werkzaamheden aan anderen te delegeren.

Als je een paar dagen hebt gereserveerd voor het maken van studieopdrachten, dan kan er zomaar een begrafenis tussendoor komen. Ook sluit het aanbod van de cursussen niet altijd aan op de scholingsplannen van de predikanten.

Waartoe?

Het gemopper van de predikanten op de permanente educatie vind ik niet altijd terecht. Soms spreekt er ook wel een zekere zelfgenoegzaamheid uit. Waarom zou je nog naar school gaan als je al zo goed bent in je vak? Toch zit er in het systeem zelf ook een zwakheid. Het ontbreekt de Protestantse Kerk aan een duidelijke visie op het waarom van de permanente educatie. Er wordt gesteld dat het goed is om je een leven lang bij te scholen.

Maar de noodzaak ervan is nooit goed onderbouwd. Bij artsen is die noodzaak veel duidelijker: om zieken goed te kunnen helpen, moet je op de hoogte zijn van het nieuwste medische onderzoek. Bij advocaten en rechters is die noodzaak er ook: de wetgeving verandert voortdurend. Bij predikanten is die noodzaak minder helder. Want ze blijven preken uit dat ene, oude boek. Natuurlijk wordt er ook in de theologie voortdurend onderzoek gedaan en kun je de uitoefening van het vak van predikant daarmee geweldig verrijken. Maar de noodzaak ervan is veel lastiger uit te leggen dan bij sommige andere beroepsgroepen. En mede daardoor zal het gemopper van predikanten op de permanente educatie nog wel even voortduren. 

Jonathan Zondag
Was redacteur van ScienceGuide, co-auteur van onder meer ‘Bijzondere Bèta’s’en voorzitter van het ISO


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK