Er zijn teveel promovendi

Nieuws | de redactie
24 juni 2015 | “Alle gelukkige families lijken op elkaar, elke ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen wijze.” Deze openingszin van Tolstoj’s ‘Anna Karenina’ is ook van toepassing op promovendi, zo bleek tijdens een symposium in het Trippenhuis over de carrièrekansen en begeleiding van promovendi.

Begin mei organiseerde Sicco de Knecht, promovendus in de neurowetenschappen aan de UvA een bijeenkomst bij de KNAW voor ruim honderd promovendi. Het thema van de dag in het Trippenhuis was de stand van zaken in de wetenschap en in het bijzonder die van promovendi. Wat heeft deze dag opgeleverd, wat kunnen we leren? Zo bleek dat er simpelweg geen ruimte is voor weloverwogen en duurzaam personeelsbeleid, en daar zijn promovendi de dupe van.

Vrijelijk konden spreken

Naar aanleiding van deze dag is er een verslag gemaakt met de uitkomsten. Voor ScienceGuide gaf Sicco de Knecht een toelichting hierop. De Knecht is duidelijk over de noodzaak van deze bijeenkomst en de opzet. “Wij wilden zoveel mogelijk te weten komen over de uitwerking van wetenschapsbeleid en informatie hebben en daarom wilden wij ook dat promovendi vrijelijk konden spreken. Wij hebben daarom rondetafelgesprekken gehad in besloten kring en daar hebben we geanonimiseerde notulen van gemaakt. Mensen hebben daar echt de vrijheid genomen om te zeggen wat er aan de hand is.”

“Alle gelukkige families lijken op elkaar, elke ongelukkige familie is ongelukkig op zijn eigen wijze.” Deze openingszin van Tolstojs, ‘Anna Karenina’ typeert volgens De Knecht alle verhalen van promovendi die dag in het Trippenhuis. “Als je rondvraagt bij je collega-promovendi van: ‘hoe zit dat dan bij jou?’ Dan hoor je vaak dat het elders ook fout gaat, maar altijd op een andere manier. Dat is ook niet verwonderlijk aangezien wetenschappers niet per definitie goede managers/werkgevers zijn.

Zenuwachtig aan je bureau

Soms heb je een hoogleraar begeleider die nooit tijd voor je heeft, omdat die altijd in het buitenland zit. Je hoort verhalen over begeleiders die altijd bezig zijn met beursaanvragen en geen tijd voor hun promovendi hebben, of juist dat ze elke dag zenuwachtig aan je bureau staan om te kijken of er al weer wat geproduceerd is. Aan de andere kant hoor je ook verhalen van een projecten met zulke hoge eisen dat je acht jaar over je promotieonderzoek moet doen. Andere promotoren zijn zo vastgeroest in hun eigen overtuiging dat er van origineel onderzoek geen sprake meer is – het moet zijn zoals hij/zij denkt dat het is. Al dat soort verhalen hoor je op zo’n middag.”

Deze dag was voor de UvA-promovendus dus af en toe schrikken. “Er kwamen ook geluiden naar voren waaruit bleek dat een groot aantal dissertaties geschreven wordt door mensen die dat eigenlijk helemaal niet kunnen. Waarbij een begeleider feitelijk het proefschrift en de artikelen schrijft. De schattingen liepen uiteen van 10% tot misschien wel 50% van de promovendi die een bul krijgen en dat eigenlijk niet verdienen, omdat ze de intellectuele en academische capaciteiten niet hebben, maar door de afdeling of begeleider wel aangespoord worden om de promotie af te maken.”

Kwaliteit laten vieren

Daarnaast wijst De Knecht op de financiële prikkel om niet primair naar de kwaliteit te kijken van een promovendus. “Een promovendus is geld waard, als universiteit wil je die bonus hebben van €90.000. Die bonus krijgt een universiteit pas aan het eind van de promotie. Dit bedrag is bedoeld voor infrastructurele ondersteuning maar hij wordt feitelijk gebruikt om de balans en het budget van de universiteit en afdeling recht te trekken. Dat zorgt voor een prikkel om als iemand na een jaar faalt en ongeschikt blijkt, alles in het werk wordt gesteld om die persoon toch te laten promoveren. Dat is dus een duidelijke reden om de kwaliteit te laten vieren.”

Eén van de belangrijkste conclusies die middag was dan ook het capaciteitsprobleem. “Er zijn teveel promovendi, maar dat komt omdat de ratio niet klopt tussen begeleider en promovendus. Zoals Rathenau in 2013 constateerde de afgelopen tien jaar is de ratio voor begeleiders steeds verder omhoog gegaan, dat is nu 1.6 promovendi op 1 begeleider en dat is een gemiddelde. Er zullen dus altijd plekken zijn waar de verhoudingen nog slechter uitpakken.”

Dikke grijze kop

Onderwijl komen er alleen nog maar meer promovendi bij volgens De Knecht. “Nationaal zie je de beweging dat er meer promovendi komen, ook nu met promotiestudenten, dat leidt tot een situatie waarbij de kwaliteit achteruit gaat. Het zorgt ervoor dat het wetenschapsbedrijf in Nederland verandert in één grote piramide met een dikke grijze kop, een extreem dunne taille, en een hele grote basis van promovendi die eigenlijk nergens meer goed terecht komen en eigenlijk ook geen adequate begeleiding krijgen.”

Zo werd duidelijk dat de carrièrekansen in de wetenschap na een promotietraject gering zijn en dat brengt perverse prikkels met zich mee volgens de UvA-promovendus. “Een van de aanwezige merkte op dat de wetenschap op de meest gehaaide wetenschappers worden geselecteerd voor een verdere carrière in de wetenschap. Dat zijn misschien niet de beste, maar wat een groepje die over lijken wil gaan, die wil manipuleren en politieke spelletjes wil spelen. Dat is voor veel promovendi reden om te zeggen: ‘hier wil ik niet in verder. Voor sommige promovendi is dit zelfs een reden om de promotie niet eens af te maken.’”

Je moet naar het buitenland

Daarom kan Sicco de Knecht de woorden van NWO-voorzitter Jos Engelen niet erg op waarde schatten, wanneer die zegt dat Nederland moet blijven investeren in jonge wetenschappers. “Dat staat haaks op het beleid wat hij nu voert. Want de praktijk is wanneer je klaar bent met je promotie je bijna onmogelijk een (vaste) aanstelling kunt krijgen. Je moet eerst naar het buitenland om je strepen te verdienen, daar hebben ze ook die Rubiconbeurzen voor bedacht.”

“Ze sturen je dan letterlijk de rivier over om te zeggen ‘ga het maar in het buitenland proberen en als je succesvol bent mag je terugkomen.’ Dan krijg je een veni-, vici- of vidibeurs, waarbij die buitenlandervaring heel zwaar telt. Dat is een grote vaderlandse braindrain. Je jaagt iedereen die echt verder wil in de wetenschap de grens over, waarbij het nog maar de vraag is of deze talentvolle mensen terugkomen.”

Veel positieve verhalen

“Toch blijf ik er op hameren dat mensen ondanks alles toch heel veel lol hebben en heel veel leren van hun promotie er zijn ook heel veel positieve verhalen op zo’n dag. Er zijn mensen die zeggen: ‘ik wil een onafhankelijk onderzoeker worden, maar ook dingen als ‘ik wil een beter mens worden, of ik wil een bijdrage leveren aan de maatschappij. Ik vind dat ik de verantwoordelijkheid heb om met mijn opleiding iets te doen, ik wil les kunnen geven.’”

Dat lesgeven is voor de UvA-promovendus zelf ook een belangrijk onderdeel van zijn promotietraject. “Dat lesgeven wordt door veel promovendi gezien als een grote toegevoegde waarde. Promovendi in de alfawetenschappen geven over het algemeen allemaal les maar er zijn bèta’s die zeggen: ‘ik heb nog nooit les gegeven’, die zitten bijvoorbeeld alleen maar in het lab, vaak omdat ze werken bij onderzoeksinstituten zoals FOM of bij een academisch ziekenhuis.”

Schande van Bussemaker

Dat onderwijs geven is juist van elementair belang van een promotie volgens De Knecht “Ik ben blij dat ik onderwijs mag geven, dat is één van de leukste momenten van het jaar. Ik geef ook met liefde één van de mastervakken. Ik vind ook dat goed lesgeven iets is wat je moet leren als promovendus. Het is van onschatbare waarde om  les te geven over je eigen onderwerp of vakgebied, je moet dan op een hele andere manier nadenken over wat je doet om het begrijpelijk te maken. Dat hoeven die student-promovendi niet te doen in het voorstel van de minister. Dat is ontzettend slecht. Het is een schande dat Bussemaker dat ook nog eens verkoopt als een goedmakertje voor het feit dat het maar drie jaar duurt.”

Tot slot heeft De Knecht naar aanleiding van deze middag en de uitkomsten daarvan nog wel een boodschap aan de promovendi. “De verandering moet uit de promovendi zelf komen. Dat is mijn  reden ook geweest om samen met mijn collega promovendi een aantal maanden geleden een discussiesessie te organiseren met mijn onderzoeksschool, waar ik ook Karl Dittrich voor had uitgenodigd. Daar hebben we ook de boodschap laten doorklinken ‘als wij het anders willen, zijn wij het die het moeten doen. Denk niet dat de huidige top van de academie dat voor je gaat doen. Die heeft namelijk veel teveel belang bij het huidige systeem.’”

Een bijzondere hybride

Daarom wil de UvA-promovendus een duurzame oplossing, door hier met promovendi over te spreken, ook na deze dag bij de KNAW. “Als straks deze promovendi eenmaal in de wetenschap zijn geeindigd of, waarschijnlijker, beleidsmedewerker bij VSNU, NWO of bij OCW zijn kunnen ze zeggen: ‘wij hebben toen in het Trippenhuis afgesproken dat we het zo niet willen.’ Dit zijn namelijk de mensen die nu maar ook in de toekomst dit systeem moeten veranderen.’”

De Knecht sluit af met: “Wij moeten als promovendi blijven zeggen ‘het is een bijzondere hybride tussen een baan en een opleidingstraject, maar ik eis wel de rechten en draag de plichten.’ Dus ik wil verantwoordelijk gehouden worden ergens voor, maar ik wil ook gesteund worden en de mogelijkheid krijgen om mijzelf te ontwikkelen.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK