Opvoeden is strijd

Nieuws | de redactie
10 juni 2015 | “Ik spreek wel eens ouders die zeggen: ‘ik heb nooit strijd of wrijving met mijn kinderen.’ Mijn antwoord is dan: ‘misschien bent u wel vergeten om op te voeden, want dat kan helemaal niet’.” UU-hoogleraar Micha de Winter vertelt over kinderen in Darfur en in een participatiesamenleving.

De Winters lezing bij de Hogeschool Leiden heette ‘Opvoeden is strijd’. Bij een goede opvoeding horen volgens hem namelijk wrijving en strijd. Het is meer dan alleen maar het beïnvloeden van ongewenst gedrag. Het bijbrengen van normen en waarden en het vormen van een identiteit zijn minstens zo belangrijk, zeker in een tijd waarin het alleen nog maar lijkt te gaan om het individu. De Winter noemde in zijn betoog “weinig andere activiteiten zo belangrijk voor de kwaliteit van de ‘samenleving’ dan de opvoeding en het onderwijs.”

“Bij pedagogie zijn we bezig met de toekomst van de samenleving. De toekomst van kinderen en de toekomst van ons allemaal. Als je je daar mee bezig houdt dan moet je daar eigenlijk ook wel een optimistisch gevoel bij krijgen.”

“In een samenleving waarbij het belangrijk is dat individuen zich aanpassen aan het collectieve geheel, moet de wil van het kind gebroken worden, zoals pedagogen vroeger zeiden. Dat is nog niet eens zo lang geleden: vijftig, zestig jaar geleden schreven we dat. Dat dit gebeurde, had ook te maken met het type samenleving waar het kind op werd voorbereid.”

Leren burger te worden

“Daarna kwam de samenleving van de vrijheid van het individu. Bij die liberale samenleving past ook een omgekeerd opvoedingspatroon. De samenleving van nu is er één van meedoen, van betrokken burgers, maar ook een samenleving waarin men zelf dingen moet oppakken en waar men niet alleen naar de overheid kan kijken. Zo’n samenleving heeft implicaties voor de opvoeding. Kinderen moeten leren burger te worden in die samenleving. Bij zo’n opvoeding moet er ook een soort van oefenruimte worden gecreëerd, waarin kinderen leren wat het is om verantwoordelijkheid te dragen.”

De Winter zet deze twee type van opvoeding uiteen aan de hand van extreme voorbeelden. “Zelf heb ik onderzoek gedaan bij kindsoldaten in Darfur. Wat wij daar van weten is dat het kinderen zijn waarbij onmiddellijk de wil gebroken moet worden. Die kinderen worden zo geterroriseerd en onder dwang gezet, dat ze zelfs hun eigen vader en moeder doden. Dat is het breken van de wil van het kind in zijn ergste vorm.”

“Aan de heel andere kant van het spectrum heb je de ‘Iederwijs scholen.’ Daarin was het centrale principe dat het kind eigenlijk een plantje is, dat je water moet geven en dan komt het eigenlijk vanzelf wel goed.” Dat laatste is volgens De Winter intussen uit de mode geraakt. “Inmiddels is blijkt wel dat dit een wat oubollig pedagogisch principe is om het kind vooral niet teveel in de weg te leggen. ‘Het kind ontwikkelt zichzelf, het zit allemaal al in het kind,’ was dan de gedachte. Er is heel veel onderzoek waaruit blijkt, dat dit eigenlijk helemaal niet klopt.”

Weinig kinderen gemiddeld

Dat roept meteen de vraag op naar de ‘normaliteit’ van een kind. Wat is normaal of niet? Hoe beschouw je bijvoorbeeld ADHD? “Heel veel ouders zijn tegenwoordig bezig met het vraagstuk of hun kind wel normaal is. Dat komt omdat maar heel weinig kinderen gemiddeld zijn. Als je het over de loop van de jaren bekijkt, dan lijken we steeds minder gemiddelde kinderen te hebben. We zijn steeds meer geneigd om te denken, dat iedere minimale afwijking in gedrag of ontwikkelingstempo een naam moet hebben.”

“Iedereen weet dat – bijvoorbeeld bij ADHD schreven wij onlangs nog in een rapport van de WHO- er sprake is van enorme overbehandeling. Tien keer zoveel kinderen worden behandeld daarvoor als het aantal kinderen waarbij daadwerkelijk deze diagnose wordt gesteld. Dit fenomeen heeft te maken naar het streven naar normaliteit.”

“Het gaat bij opvoeding veel meer over het vormen van een identiteit, over normen en waarden,” concludeert De Winter als hij doordenkt over de vragen die in deze tijd op gezinnen en jongeren af komen. “Bij opvoeding is veel meer gemoeid dan alleen maar het beïnvloeden van gedrag. Als je het daar niet over hebt in deze cultuur, dan komt het gesprek over opvoeding en vorming vaak niet verder dan ‘een kind moet lekker in zijn vel zitten’.”

Normen en waarden

Bij deze tijd hoort ook een anders geaarde opvoeding. “Ik denk dat dit soort impliciete doelen als normen en waarden en het vormen van een identiteit heel goed passen in onze tijd en dat deze ook nodig zijn. Het gaat om een tijd van consumentisme en van calculerend burgerschap. Het draait om kijken wat er uit te halen is voor jezelf. Een tijd waar men zich veel minder druk maakt over de ‘samenleving’. Kortom, opvoeding gaat dan wel ergens over en wel over persoonlijke ontwikkeling en vorming.”

“Lange tijd ging het daarbij dan allereerst over de politiek-maatschappelijke kant van de opvoeding en dat vergeten we nu steeds meer. Maar als het gaat om de vormgeving van de samenleving, spelen opvoeding en onderwijs een ongelofelijk belangrijke rol. Dat realiseren we ons misschien niet iedere dag, maar er zijn weinig andere activiteiten die zo belangrijk zijn voor de kwaliteit van de samenleving.”

“Als wij nieuwe generaties alleen maar zouden doorgeven: ‘het gaat om jouw belang, het gaat om jouw talent, jij bent belangrijk, het gaat om jouw geluk’, moeten we niet verbaasd zijn dat er burgers ontstaan die vooral dát hebben geleerd.  Het gaat dan om hén en alles is op hen gericht. In die zin wordt dat begrip ‘samenleven’ dan wel erg lastig. Het je ook kunnen en willen verplaatsen in wat iemand anders nodig heeft, neemt dan een veel minder grote plaats in.” De uitdaging voor de pedagogiek en voor de opvoeding door ouders is volgens De Winter dan ook helder. “Hoe kunnen we nu én aandacht hebben voor het individu én ook voor dat aspect van het samenleven?”

Opvoeden is weerstand bieden

Het aspect van strijd en wrijving zal dan ook steeds bij aan de orde zijn. “Mensen denken soms als je weerstand biedt of als er weerstand is in de klas, dat je dan geen goede ouder of opvoeder bent. Maar ouders moeten juist leren dat dat heel normaal is. Opvoeden is weerstand bieden. Opvoeden is heel iets anders dan onderhandelen. Natuurlijk is onderhandelen belangrijk, maar bij opvoeden gaat het ook bij verenigen van tegenstrijdige belangen.”

“Ik spreek wel eens ouders die zeggen: ‘meneer De Winter, ik heb nooit strijd of wrijving met mijn kinderen.’ Mijn antwoord is dan: ‘misschien bent u wel vergeten om op te voeden, want dat kan helemaal niet’.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK