Rouwproces bij alfa’s

Nieuws | de redactie
5 juni 2015 | Ongeloof, verzet en chagrijn. Die heersten toen de NVAO de geesteswetenschappen beoordeelde. Maar zelfs bij de scherpst gerecenseerde opleidingen is het besef van de pijnlijke waarde daarvan nu gerezen, ook in Maastricht.

Met de betrokkenen kijkt het universitaire blad Observant nog eens terug en laat zien hoe een soort rouwproces is toegegroeid naar een omslag in het denken. En naar een herijking van de eigen aanpak, veronderstellingen en blik op de kwaliteit die men leverde.

Ik turf niet

De reacties op het NVAO-oordeel zijn soms nog steeds gruizig. Een ondertoon van beledigd zelfbeklag is ook bij hoogwaardige academici in Maastricht niet verdwenen. “En dan komt er een commissie van vijf mensen die denken dat ze het beter weten. Dat is ‘absolutely outrageous’,” zegt een hoogleraar.  Een ander klaagt: “Alleen naar het eindproduct kijken, dat is een neo-liberale accountantsaanpak. Ik turf niet.”

Dat neemt niet weg, dat men de eigen verwachtingen en veronderstellingen over kwaliteit toch met meer zelfkritiek en reflectie is gaan bekijken. Ook werd de recente historie van de faculteit nog eens tegen het licht gehouden. Waren niet al in 2008 en 2011 intern waarschuwingen gegeven over het effect van minder investeringen in de onderwijsaandacht en begeleiding? Was onderwijs niet “een sluitpost, goed voor losers” geworden?

Cement tussen de blokken verdwenen

Bij de eigen cultuur en onderwijsvisie met het PGO-model hoort een interdisciplinaire aanpak. Die trekt juist veel talenten bewust naar Maastricht, uit heel de wereld. Maar de opleidingen zien nu in dat “het cement tussen de blokken is verdwenen.” Docenten deden die blokken van de disciplines vaak nog goed, maar ze gingen als éénpitters opereren. “Dat eist natuurlijk zijn tol in de begeleiding van interdisciplinaire scripties,” noteert een voormalig opleidingsdirecteur nu.

De beoordeling van werkstukken moest regelmatig opzij geschoven worden om de aandacht te focussen op de voorbereiding en verwerving van onderzoeksprojecten. Met het zo binnengehaalde geld voor R&D konden wetenschappers zich als het ware ‘uitkopen’ uit hun onderwijstaken. De begeleiding van scripties werd dan meer uitbesteed aan masters die net hun studie hadden afgerond. Men waarschuwt elkaar intern dat externe beoordelingscommissies de kwaliteit van dat proces wel nogal belangrijk zouden vinden en dat bleek te kloppen toen de NVAO langskwam.

Vreemde ogen die dwingen 

Het proces van boosheid, ontkenning, herijking en herbezinning in Maastricht – waar zes van de zeven opleidingen in het domein als onvoldoende werden gebrandmerkt – laat zien hoe in een academische omgeving men leert leven en werken met vreemde ogen die dwingen. Men is niet altijd blij, hoe kan het ook anders, maar ontwikkelt wel de openheid om met de oordelen stappen naar verbetering te zetten. De oordelen geven bovendien de gelegenheid zich te vergelijken met ontwikkelingen bij collega’s bij andere instellingen.

Wat ook altijd goed is om te noteren is het feit dat de visiterende panels met van die “vijf mensen die denken dat ze het beter weten” worden samengesteld door de mensen uit het betrokken opleidingsdomein zelf. De NVAO zet immers in op peer-reviews, zoals voorzitter Anne Flierman de Tweede Kamer nader uitlegde toen deze na de schok bij de WO Geesteswetenschappen het naadje van de kous wilde weten.  


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK