VSNU factcheckt OCW

Nieuws | de redactie
17 juni 2015 | De VSNU betwijfelt nu openlijk de uitspraak van minister Bussemaker dat €1 miljard extra komt uit het studievoorschot. De universiteiten presenteren een factsheet, die toont dat er maar structureel €236 miljoen overblijft. Bovendien is men inmiddels erg sceptisch over de opbrengsten uit de OV-kaart.

Een jaar na het leenstelselakkoord komt de VSNU met een factsheet over de opbrengsten van het studievoorschot. De directe aanleiding voor deze factsheet is een recent interview van Jet Bussemaker. De VSNU citeert de minister: “Een bedrag oplopend tot een € 1 miljard. Dat is niet niks. Het hoger onderwijs krijgt nu €4 miljard voor onderwijs, daar komt de komende tijd ongeveer 20 procent bij.” Men zegt daarbij nu vilein: “In deze factsheet worden de ‘€ 1 miljard’, de ‘komende tijd’ en de ‘20%’ onder de loep genomen.”

Lange na niet gehaald

De data laten zien wat al daags na de bekendmaking van het studievoorschot op ScienceGuide al was verschenen: de beloofde €1 miljard gaat bij lange na niet gehaald worden. De VSNU rekent nu voor: “De geraamde opbrengsten uit het studievoorschot komen neer op structureel € 920 miljoen. Een deel hiervan heeft de minister al bestemd voor o.a. de ophoging van de aanvullende beurs en vouchers voor afgestudeerden. Na aftrek van deze posten blijft er op lange termijn jaarlijks € 620 miljoen over voor de kwaliteit van het onderwijs. Van dit bedrag gaat € 236 miljoen naar universiteiten. De minister heeft al ideeën waar dit geld naartoe moet: excellentie (vanwege de weggevallen Sirius-middelen á € 50 miljoen), het profileringsfonds, moderne studiefaciliteiten en kleinschalig onderwijs.”

De VSNU rekent tevens voor, dat het WO ook nog bezuinigingen uit het regeerakkoord moet verwerken en daardoor het beloofde bedrag zowel later als lager dan gepland zal uitkomen. “De genoemde initiatieven moeten gerealiseerd worden voor een gemiddeld bedrag van € 17 miljoen per universiteit. Universiteiten willen daarnaast in samenspraak met de medezeggenschap eigen keuzes maken. Zij moeten echter ook een bezuiniging uit het regeerakkoord verwerken. Na verrekening van deze korting, krijgen universiteiten pas vanaf 2023 extra middelen om te investeren in kwaliteit.” Dit punt is al langer en met enige hardnekkigheid op tafel gelegd vanuit het HBO.  Met name VH-secretaris-directeur Ad de Graaf rekent steeds weer voor, dat de som onder Rutte-II nul is.

Ziet een schrikbeeld

Dan is er nog de tijdspanne waarbinnen de investeringen gerealiseerd zullen worden. De VSNU kijkt in de toekomst en ziet een schrikbeeld. “Het hoger onderwijs gaat pas wat merken van de middelen vanaf 2018, dan wordt er € 200 miljoen overgemaakt. De impuls loopt daarna geleidelijk op. Pas over 10 jaar is het structurele niveau van € 620 miljoen bereikt. Om de student al eerder te laten profiteren van kwaliteitsverbeteringen, investeren universiteiten in de jaren 2015-2017 samen met de hogescholen jaarlijks € 200 miljoen vanuit eigen middelen.”

Over dit deel van de studievoorschotopbrengsten zwijgt de factsheet opvallend eloquent. Steeds helderder wordt immers dat het nog een hele hijs zal zijn die €600 mln vrij te spelen uit de eigne reserves van de leden van de VSNU en de VH. De discussie daarover is dan ook losgebrand inmiddels.

De laatste stelling die de VSNU factcheckt is de beloofde 20% extra. “De minister stelt dat het hoger onderwijs 20% extra middelen krijgt. Het hoger onderwijs ontvangt nu iets meer dan € 4,5 miljard voor onderwijs, dit is inclusief prestatieafspraken en het groene hoger onderwijs. Als de minister deze 20% waar zou maken, dan moet zij op de lange termijn jaarlijks € 290 miljoen extra investeren, en in de eerst komende jaren nog veel meer.”

Over de beloofde opbrengsten van de korting op de OV-studentenkaart is de VSNU inmiddels sceptisch.  “De opbrengsten zijn exclusief de middelen uit bezuinigingen op de OV-studentenkaart, door studenten buiten de spits te laten reizen (oplopend tot € 200 miljoen in 2025). Universiteiten zijn hier niet op tegen – mits het niet ten koste gaat van de onderwijskwaliteit – maar hebben grote twijfels bij de haalbaarheid van deze geraamde opbrengsten.

Onderstaande figuur laat zien dat 20% extra middelen voor het hoger onderwijs niet gehaald wordt. Zelfs als de volledige opbrengst van € 200 miljoen uit de OV-studentenkaart gehaald wordt, dan komt er de eerste 15 jaar geen 20% aan extra middelen bij in het hoger onderwijs.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK