Het is écht onderwijsgeld

Nieuws | de redactie
8 juli 2015 | “Met deze Strategische Agenda wil ik voorkomen, dat de opbrengsten van het studievoorschot besteed worden aan zo maar een interessant onderzoekslab.” Jet Bussemaker legt uit waarom ze een Strategische Agenda heeft gemaakt. “Ik wil studenten die nu hun basisbeurs verliezen onder ogen kunnen komen.”

Jet Bussemaker gaf na afloop van de presentatie van de Strategische Agenda Hoger Onderwijs een interview aan ScienceGuide. Hierin benadrukt de minister het belang van deze agenda en spreekt de verwachting, uit dat deze ook na deze kabinetsperiode zal doorwerken. De minister hoopt dat het HO zich hiermee meer gaat profileren op verschillende onderwijsvisies. Want het type onderwijs van een University College is niet geschikt voor een allochtone mannelijke student uit de Randstad, die heeft juist structuur en een stok achter de deur nodig.

Wisselende verhalen

Allereerst ging Bussemaker in op de kwaliteitsafspraken die zij met HO-instellingen wil maken. “Ik wil van de prestatieafspraken nadrukkelijk leren, want er zijn wisselende verhalen over. Sommige instellingen zeggen dat het heel erg geholpen heeft om richting te geven binnen de instelling. Andere instellingen zeggen: ‘het leidt tot Excelsheet-beleid, waarbij alles alleen nog maar afgeturfd wordt en er niet meer echt naar de kwaliteit van het onderwijs wordt gekeken.’ Ik wil leren van die afspraken om te kijken hoe we het kunnen verbeteren.”

Bussemaker wil in dit verband niet dat instellingen een volledige vrijheid krijgen in de besteding van de opbrengsten van het studievoorschot. Maar heeft daar ‘beleidsrichtingen’ voor. “Dat zijn richtingen. Ik wil het niet helemaal dichttimmeren, omdat we de kwaliteitsafspraken nog moeten maken, maar ik wil ook dat studenten op instellingsniveau mee kunnen praten. In het ene geval zal een instelling danzeggen: ‘onze eerste prioriteit is veel meer docenten aanstellen’ en in een ander geval heeft men behoefte aan meer moderne leermiddelen.”

Zo maar een onderzoekslab

Wel vindt de minister dat instellingen niet zomaar kunnen afwijken van haar investeringsrichtlijnen. “Instellingen moeten responsief zijn en overheden moeten lerende organisatie zijn. Dus we blijven daar met elkaar over nadenken. Maar ik wil hiermee wel voorkomen dat de opbrengsten van het studievoorschot besteed worden aan zo maar een interessant onderzoekslab.”

“De druk is altijd groot om die dingen te bouwen, want dat vinden gemeentes en bedrijven vaak interessant. Maar ik wil met deze agenda dat er gewoon geïnvesteerd wordt in het van dag tot dag beter maken van het onderwijs. Kortom, het is écht ‘onderwijsgeld’. Dat kan overigens ook ingezet worden voor onderwijs dat verbonden is met onderzoek. Het kan daarom gebruikt worden voor meer lectoren in het HBO, maar die lectoren moeten hun onderzoek dan wel weer verbinden met het onderwijs.”

VSNU en VH mogen blij zijn

Volgens de minister mogen de HO-koepels cotent zijn. “De VSNU en VH mogen beide heel erg blij zijn met deze agenda volgens mij. Voor hogescholen komt er meer geld voor lectoren en ze kunnen straks gemakkelijker masters aanbieden. Voor universiteiten ligt er juist de uitdaging om meer aan onderwijscarrières te werken en niet alleen aan onderzoek. De Comeniusbeurzen die we nu ingesteld hebben, zijn voor docenten die meer aandacht willen geven aan onderwijs. Die kunnen dus heel goed gebruikt worden door universiteiten.”

“We doen daarnaast veel aan internationalisering en ICT en daar zijn universiteiten gemiddeld genomen al wat verder in dan hogescholen. Ik wil vooral niet dat iedereen hetzelfde doet.”

Taal speelt een grote rol

Toch had Bussemaker bij het thema ‘internationalisering’ nog wel een nationale zorg genoteerd. “Internationalisering is een heel groot goed en het is ook heel interessant dat we in Nederland een International Classroom hebben. Dat daagt ook Nederlandse studenten uit. Maar je moet wel goed nadenken waarom je iets in het Engels geeft, dat moet niet een vanzelfsprekendheid worden.”

“Zeker in de geesteswetenschappen speelt de taal een grote rol, zoals bij Nederlandse geschiedenis. Je moet in de wetenschap nuances kunnen uitdrukken en ook daarvoor is het van het allergrootste belang dat je de middelen hebt om dat te kunnen doen. Lang niet iedereen spreekt even goed Engels om zich in alle finesses goed te uiten.”

Ziuj wil direct daarbij een nuance aanbrengen. Het is met deze HO-strategie zeker niet zo, dat vanaf vandaag het HO verandert in één groot University College. “We hebben bij de HO-tour een sessie gehad met alle University Colleges en deelnemers aan het Sirius-programma. Ik ben er achter gekomen dat dit voor sommige studenten fantastisch onderwijs is. Deze slimme studenten weten heel goed wat ze willen en kunnen hun eigen leerroute samenstellen. Dat vind ik fantastisch.”

Totaal verdwalen

“Maar er zijn ook andere studenten, kijk naar allochtone mannen aan grootstedelijke hogescholen, vaak eerste generatiestudenten. In hun onderwijs loop je de kans wanneer je die teveel vrijheid geeft dat zij totaal verdwalen in een programma. Een deel van hen heeft structuur nodig, intensieve begeleiding en soms ook een stok achter de deur. Dus laten we zorgen dat er meer variëteit komt en dat we niet met elkaar gaan concurreren door allemaal hetzelfde te doen.”

De vraag of de roep uit ‘het Maagdenhuis’ om meer democratisering terug te zien is in deze Agenda, hoort de minister duidelijk klinken. “Er komt meer ruimte voor medezeggenschap, er komt instemming op de hoofdlijnen van de begroting. Met het wetsvoorstel ‘Versterking bestuurskracht’ worden de opleidingscommissies versterkt en krijgt men ook meer adviesrecht bij de benoeming van leden van het College van Bestuur. Zo krijgt de medezeggenschap adviesrecht bij de profielschets. Er zitten dus op dit terrein verschillende verbeteringen in.”

Niet blindstaren

De minister wil mét de instellingen en studenten niet ‘blindstaren’ op medezeggenschap. “Met formele medezeggenschap alleen red je het niet. Waar het om gaat is dat studenten en docenten met elkaar het gesprek voeren. Zodat je als docent les hebt gegeven en dan vraagt aan studenten ‘wat vinden jullie van deze les?’, daar leer je ook enorm van.”

Bussemaker wil hier aan toevoegen dat deze agenda ook na deze kabinetsperiode zijn waarde houdt. “Ik hecht er zeer aan dat deze agenda stand houdt en daarom hebben we die ook breed ontwikkeld. We hebben de HO-tour georganiseerd, samen met universiteiten en hogescholen, met studentenorganisaties en met vier politieke partijen. Daarbij wil ik aantekenen: ‘dit is echt mijn agenda, maar ik heb wel met deze partijen gedeeld waar we deze investeringen uit het studievoorschot voor willen inzetten’. Dat vind ik ook terecht, want zij hebben ook hun nek uitgestoken. Daarnaast wil ik zeker weten, dat ik ook straks de studenten die nu hun basisbeursverliezen onder ogen kan komen en hen kan zeggen: ‘jullie krijgen er ook echt beter onderwijs door.’


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK