Geef vertrouwen aan het onderwijsproces

Nieuws | de redactie
28 augustus 2015 | Docenten en studenten ervaren te weinig betrokkenheid bij het waarborgen van de kwaliteitscultuur in het hoger onderwijs. De Onderwijsraad pleit voor “een scherp onderscheid te maken tussen visitatie en accreditatie,” waarbij visitatie écht om kritische reflectie tussen ‘peers’ gaat.

In het vandaag aan minister Bussemaker aangeboden advies ‘Kwaliteit in het hoger onderwijs. Evenwicht in ruimte regels en rekenschap’ gaat de Onderwijsraad in op de huidige organisatie van interne en externe kwaliteitszorg in het hoger onderwijs.

Rol voor student en docent

Volgens de Onderwijsraad zijn sterke kwaliteitsculturen gebaseerd op een duidelijke onderwijsvisie van betrokken docenten en studenten, collegiaal leiderschap op opleidingsniveau en ondersteuning door de instelling. Docenten en studenten ervaren te weinig betrokkenheid terwijl zij een cruciale rol kunnen vervullen.

Instellingsbesturen moeten meer nadruk leggen op het stimuleren van kwaliteitsculturen op opleidingsniveau en meer vertrouwen geven aan het onderwijsproces zelf. De overheid moet zich vooral richten op het  waarborgen van publieke waarden. Ruimte voor lokale visies is een voorwaarde voor goed hoger onderwijs, zo wordt in het advies gesteld.

De Onderwijsraad pleit voor een heldere verdeling van rollen en verantwoordelijkheden als noodzakelijke stap om vernieuwing van onderop te stimuleren en continue aandacht te houden voor kwaliteit. Opleidingen – als gemeenschappen van docenten en studenten –  moeten hun speelruimte beter benutten.

Autonomie en vertrouwen

Het benutten van de speelruimte moet betekenen dat er gezamenlijke een onderwijsvisie ontwikkeld wordt en gewerkt wordt aan een gemeenschappelijk gedragen kwaliteitscultuur waarin verantwoording ten opzichte van de omgeving centraal staat. Gelaagde verantwoordelijkheid werkt alleen bij autonomie en vertrouwen en erkenning van elkaars rollen en deskundigheden. Publieke verantwoording afleggen in de vorm van rekenschap over keuzes in kwaliteit is daarbij vanzelfsprekend.

Voor onderwijsbesturen betekent dit dat er de juiste randvoorwaarden geschapen worden voor een sterke kwaliteitscultuur. “Bestuur en raad van toezicht zijn medeverantwoordelijk voor de onderwijskwaliteit en horen daarop toe te zien. Het is hun taak ervoor te zorgen dat interne en externe kwaliteitszorg kwaliteitsculturen versterkt en niet verstoort. Zij dienen als hitteschild richting overheid en samenleving,” schrijft de Onderwijsraad.

Onderscheid tussen visitatie en accreditatie

Van de overheid wordt verwacht dat er meer ruimte komt om verschillende visies op kwaliteit te laten horen. “De overheid dient zich vooral te richten op het bewaken van publieke waarden zoals toegankelijkheid en doelmatigheid en het scheppen van voorwaarden voor kwaliteitsverbetering. De raad stelt voor de instellingstoets kwaliteitszorg af te schaffen ten gunste van kwaliteitsafspraken. De opleidingsaccreditaties moeten blijven bestaan, maar ruimte laten voor een eigen onderwijsvisie van de opleiding.”

De Onderwijsraad wil daarbij dat opleidingsaccreditaties zich in de toekomst beperken tot het beoordelen van de basiskwaliteit. “De raad adviseert een scherp onderscheid te maken tussen visitatie en accreditatie. Visitatie – de kritische reflectie tussen ‘peers’ – kan dan meer gericht worden op verbetering. Tot slot beveelt de raad aan de fragmentatie in toezichtkaders en -houders te doorbreken. Dit sluit ook meer aan bij de internationale discussies over kwaliteitsborging van het onderwijs.”

Het volledige advies leest u hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK