Kleine benoeming met grote impact

Nieuws | de redactie
19 augustus 2015 | De CDHO is een kleine, op formele voorwaarden voor aanbod van HBO en WO gericht orgaan, dat binnenkort zal verdwijnen. Toch is een zwaargewicht benoemd tot nieuwe voorzitter: SURF-voorman Paul Rullmann. Moet hij op die post soms een grote slag slaan naar een nieuw HO-model?

Bij de toekomstschets van accreditatie en aanbodregulering gaf minister Bussemaker onlangs aan dat het allemaal slanker, soepeler, vlotter en dichterbij de praktijk van HBO en WO zou kunnen. Eigenlijk zou het zo moeten gaan dat het werk vanuit onder meer de NVAO, de Inspectie en de Review Commissie aan de bewaking en borging van kwaliteit in één hand lijkt te liggen.

Een oproep om langs deze manier te werken – die doet denken aan de introductie van de HO Autoriteit uit eerdere plannen van het ISO – werd bij de afronding van de HO-tour van minister Bussemaker al gedaan door Frans van Vught, de voorzitter van de Review Commissie. Hij kreeg hierop scherpe kritiek vanuit onder meer de VSNU. De minister wilde zich op dat moment nog niet in de kaart laten kijken.

Onderhuurder

VSNU-voorzitter Karl Dittrich pikte dit signaal niettemin wel op. In tweegesprek met NVAO-voorman Flierman riep hij vurig om een volledige opheffing van de CDHO, als voorbeeld van ‘minder regels, meer ruimte’ voor het hoger onderwijs. Dat leek provocatief, want oud-NVAO-voorzitter Dittrich weet natuurlijk als geen ander dat die Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs onderhuurder is van diezelfde NVAO.

Dittrich zei toen: “Neem nou de toetsing van de macro doelmatigheid. Laat dat toch vervallen. De sector kan die verantwoordelijkheid echt zelf wel aan. Nu is het vooral een hoop gezeur, dat er toe leidt dat bij nieuwe initiatieven van een andere instelling men daar naar grijpt om te kunnen zeggen: dat moest maar niet daar! Dit land is gewoon te klein om elkaar de tent uit te vechten, dus moet je het bestel ook niet zo optuigen dat we dat toch allemaal gaan doen. Ik hoop dat er een volwassener stelsel kan komen.”

De VSNU onderstreepte dit nog eens niet lang daarna: “Tegenover een terugtredende overheid staat een sector die belooft de regie over het opleidingenaanbod zelf ter hand te nemen, die verder werkt aan profilering en diversiteit en die gezamenlijk zorgt voor een landelijk palet van opleidingen en onderzoek. In ruil zal het veld zelf de handen ineenslaan om verantwoordelijkheid te nemen voor doelmatigheidsvraagstukken, zowel bij het starten als bij het opheffen van opleidingen. Het zou gemakkelijker moeten worden om nieuwe opleidingen te beginnen. Daardoor kan sneller worden ingespeeld op ontwikkelingen en vragen vanuit de arbeidsmarkt.”

Vuur van Benedictus

De CDHO is het orgaan dat de doelmatigheid van HO-aanbod weegt.  Kortgezegd: het adviseert OCW of opleidingen niet overbodig, dubbel werk opleveren waar regionaal noch disciplinair behoefte aan is, of voldoende ruimte tot bestaansrecht voor bestaat. Een vierde circusopleiding bij HBO-kunst of een twintigste media en communicatie opleiding in het WO kan alleen al het feit van een kritische CDHO-toets helpen afremmen en ontmoedigen.

Geen wonder dat de instellingen dit voorbehoedsmiddel voor hun ongeremde voortplanting met het ideologische vuur van een Benedictus XVI het liefst zagen verdwijnen. De gedachte is wel is fraai dat een ‘paars’ kabinet van VVD en PvdA zoiets ex cathedra zou doorzetten.

Maar gaat Jet Bussemaker dat ook doen? Zij bevestigde in haar stuk, dat zij verkennen wil hoe de CDHO kan verdwijnen door een doelmatiger organisatievorm voor de aanbodregulering van het HO waarin NVAO, RCHO, CDHO en inspectietaken bijeengebracht worden. Dan echter wel opdat de instellingen scherper, maar ook regelluwer op hun beleid bij hun aanbodontwikkeling aangestuurd kunnen worden. Eén loket voor alles dus. Meer autonomie, maar ook meer scherpte in strategische afstemming vanuit OCW, geheel in lijn met de kern van de HOAK-nota van 1985.

Niet naar een sterfhuis

Het ligt dan niet voor de hand – op het eerste gezicht – om de CDHO een nieuwe voorzitter te geven en bovendien een van het allerzwaarste bestuurlijk gewicht en gezag. Toch is dat wat nu gebeurt. Paul Rullmann is de voorzitter van SURF, waarin alle HO en R&D-instellingen hun strategie in de digitale infra en innovatie afstemmen en de lange termijn doelen op dat terrein samen realiseren.  Nederland is met SURF toonaangevend in Europa en ver daarbuiten op dit terrein. Ook daar één loket voor alles.

Sterker nog, per 1 september heeft het kabinet nog een ervaren HO-bestuurder in de CDHO benoemd: Geri Bonhof. Zij was lang lid van de Onderwijsraad en vicevoorzitter van de HBO-raad als collegevoorzitter van de omvangrijke Hogeschool Utrecht.

Zulke kenners nemen zo’n functie niet aan als hun toekomstige club een sterfhuisconstructie is. Dat lijkt dan ook allerminst het geval. De voorzet van de minister wijst inderdaad naar iets anders dan een schrapping van de CDHO. Zij meldt: “Zo moeten de NVAO, de Inspectie van het Onderwijs, de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) en de Review Commissie Hoger Onderwijs (RCHO) veel nauwer met elkaar samenwerken, zodat het voor de instellingen lijkt of er nog maar één organisatie is (die toeziet op de kwaliteit van het hoger onderwijs).”

Het zo bijeenvoegen van de aanbodregulering in een ‘slanker’ geheel zal een verfijnde combinatie van sterke bestelsturing met eigen regie van HBO en WO vergen. Feitelijk ontstaat zo inderdaad zo’n ‘Hoger Onderwijs Autoriteit’ op afstand van zowel OCW als de belangenkoepels. 

Een heel heldere opzet

Die gedachte van onder meer het ISO van enkele jaren geleden is weer heel actueel. De Kamer wil meer helderheid over de bestelverantwoordelijkheid van OCW en de financiële aspecten en gevolgen daarvan en wil ook sturen op cruciale thema’s, zonder de instellingen aan de leiband te leggen. De losse verbanden en taken van met name de RCHO en NVAO acht men hiertoe niet helder genoeg. Zeker niet als het WO door zou drukken naar een dominante rol in de kwaliteitsborging van instellingsaccreditatie in plaats van opleidingstoetsing met ITK’s.

Ook de werkgevers en de niet-bekostigde instellingen hechten aan blijvende borging en de studenten sowieso op opleidingsniveau. NRTO-voorzitter Hillen legde al een lijntje uit toen hij pleitte voor een bestel waarin de HO-autoriteit van het ISO gecombineerd werd met de ‘flexstudent’ van de LSVb. “Ik ben voor een heel heldere opzet. Allereerst: OCW bekostigt de leerplicht. Dat is de echte basisvorming voor ieder kind van vier tot zestien en die betalen we als gemeenschap natuurlijk met zijn allen en goed alsjeblieft! Daarna zou ik ‘de flexstudent’ van de LSVb met die ene ‘HO-autoriteit’ van het ISO combineren.”

Voltooiing van HOAK

OCW kan de instellingen dan ook een krachtige lijn voorhouden: u krijgt meer ‘eigen regie’ en ‘meer vertrouwen’ in slankere bestelsturing. Die sturing wordt dan wel gebundeld, onafhankelijk, strikt op kwaliteit en inhoudelijke betekenis toetsend en helder, zoals de Kamer ook politiek wenst te zien als invulling als van de publieke taak en de verantwoording daarvan. Kwartiermaker daarvan zou dan zeer wel de in HBO en WO alom gewaardeerde Paul Rullmann, oud-bestuurder van de Hogeschool Haarlem, Inholland en de TU Delft, mogen zijn en zijn nieuw samengestelde CDHO-bestuur bevat hiertoe leden met een stevig profiel en HO-ervaring.

Met SURF heeft Rullmann bovendien al het beste bewijs in handen dat zo’n één loket en coherente constructie zeer succesvol kan functioneren en bloeien. Sterker nog, net als SURF zou zo’n HOA de vervolmaking van de HOAK-nota kunnen opleveren. Jet Deetman, op ScienceGuide werd de minister al vaker zo geduid


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK