Waarom moet Maat zwijgen?

Nieuws | de redactie
14 augustus 2015 | Professor George Maat speelde een belangrijke rol in de identificatie van de slachtoffers van MH17. Toch werd hij door minister van der Steur ontslagen. Volgens Pieter Omtzigt is deze gang van zaken twijfelachtig en mag de academische wereld zich dat aantrekken.

“Bij de identificatie van de slachtoffers van de aanslag (in regeringsjargon: ramp) op de MH17 speelde emeritus professor George Maat van de Universiteit van Leiden een belangrijke rol. Mede dankzij zijn inzet konden 296 van de 298 slachtoffers geïdentificeerd worden. 

Toen kwam de uitzending van RTL nieuws. Journalisten hadden een lezing van de emeritus-hoogleraar bijgewoond voor een studentenvereniging in Maastricht. Die lieten veel studenten en ook twee journalisten toe, al wisten zij dat laatste niet. Professor Maat, die dacht alleen voor studenten te spreken, liet een presentatie zien van zijn werk met geanonimiseerde slachtoffers. En hij vertelde zaken over mondkapjes en gevonden metaaldeeltjes van een raket.

Ongepast en onsmakelijk

Minister van der Steur, net aangetreden, was heel resoluut en noemde het optreden “buitengewoon ongepast en onsmakelijk”

Een dag later, in het eerste plenaire debat in de Tweede Kamer op 23 april 2015 – 9 maanden na de aanslag! – vertelde hij: “Met externe deskundigen zijn afspraken gemaakt over het delen van informatie met derden. Toelaatbaar is geacht dat men met vakgenoten vanuit professioneel perspectief informatie mag delen over vakinhoudelijke kwesties, maar dat men zich daarbij onthoudt van zaken die buiten de eigen expertise liggen. Dat is ook ten tijde van het onderzoek naar de ramp met de MH17 stellig benadrukt.?” Hij bleef bij zijn woorden en kondigde aan dat de samenwerking met professor Maat beëindigd was. 

De Kamer had veel vragen en minister van der Steur beloofde dat hij de politie naar al die vragen onderzoek zou laten doen. 

Op 15 juni stuurde minister van der Steur een summiere brief naar de Kamer. Hierin stond weinig, maar een van de twee conclusies van het onderzoek was dat “het binnen het LTFO ontbreekt aan duidelijke kaders, afspraken en criteria met betrekking tot het geven van lezingen en het vrijgeven en gebruik van (beeld)materiaal afkomstig uit de werkprocessen van het LTFO. Het is in de jarenlange gegroeide werkprocessen en gewoonten van het LTFO gebruikelijk om aan vakgenoten lezingen te geven.” Later bleek overigens dat er in zijn geheel geen afspraken gemaakt zijn. 

Het onderzoek kwam niet 

Dit was vreemd: de minister moest eigenlijk zijn woorden terugnemen, want er was helemaal niets gezegd, laat staan benadrukt, maar de conclusie bleef overeind. Na een set Kamervragen kwamen er meer merkwaardige zaken boven tafel bij de beantwoording middenin het reces. Het onderzoek is geheim, zelfs voor professor Maat. Ofwel: eerst is er de maatregel, dan het onderzoek en dat onderzoek blijft onder de pet, voor de betrokkene en voor de Kamer. Dit is in de academische wereld, maar ook bij politie en justitie niet echt de gebruikelijke en juiste volgorde.

We kregen alleen de brief van korpschef Bouwman van 10 juni, die voor minister van der Steur de conclusie mag trekken. De minister zegt dat het een intern politie onderzoek was en geen strafrechtelijke onderzoek of disciplinair onderzoek. Er was een feiten onderzoek toegezegd en dat krijgt dus niemand te zien. Er is bewust gekozen om geen strafrechtelijke of disciplinair onderzoek te doen vermoed ik. Of enig ander officieel onderzoek, want bij dat soort onderzoeken moet je aan zorgvuldigheidseisen voldoen, zoals inzagerecht van betrokkenen. Dat wil de minister kennelijk vermijden. 

Tegenstrijdigheden 

Navraag bij professor Maat leerde mij dat hij en tenminste een andere persoon hun verklaring pas dagen na 10 juni getekend hadden en bij het tekenen ook opmerkingen en wijzingen hadden aangebracht. Die kunnen dus niet in het rapport staan, dat korpschef Bouwman gezien heeft en op basis waarvan hij zijn brief schreef.

Dan blijven de opmerkingen over een raket en een mondkapje staan. Nu is de officiële lezing van het kabinet dat er onderzoek gedaan moet worden en dus spreekt de Nederlandse regering niet over een raket. Maar de regering deed dat wel, een week na de ramp, toen ze schreef: “De verontwaardiging is des te groter nu de aanwijzingen zich opstapelen dat het vliegtuig met een raket is neergehaald.”

Toen minister Timmermans zijn opmerkingen over een mondkapje en een raket maakte in alle openbaarheid, op een zeer goed bekeken televisieprogramma, bood hij zijn excuses aan aan de nabestaanden, maar verder deden Rutte en Opstelten het toen echt af als afgedaan, hoeveel pogingen de journalisten hen ook gaven nadere toelichtingen te geven. Het bestaan van een passagier met een mondkapje werd toen trouwens bevestigd. 

Stilte in de academische wereld 

18 Internationale collega’s van professor Maat schreven al in mei een brief aan minister Van der Steur. Die stuurde slechts een beleefdheidsbrief terug. Vanuit Nederland en de georganiseerde Nederlandse universitaire wereld is het overigens redelijk stil. Kennelijk beroert het weinigen echt als je vanwege een lezing zo aan de kant gezet kunt worden door de regering en er zo met twee maten gemeten wordt.

Een uitzondering is voormalig VVD senator Heleen Dupuis, die op radio 4 zeer duidelijk stelling nam. Markant is dat bijna alle betrokkenen van de universiteit van Leiden komen. Van de Steur studeerde daar rechten en is trots dat hij daar nog jarenlang ontgroeningen deed. Dupuis was daar hoogleraar, Maat is emeritus van daar. Ook een aantal ingezonden brieven in kranten laat weinig heel van de stellingname van Van der Steur (Theodor Holman, Student Merlin Weeda)

Internationaal zal het geheim houden van het feitenrelaas echt opvallen. Als een stuk, dat gerelateerd is aan MH17, dat de Nederlandse autoriteiten niet graag openbaar maken, zo gemakkelijk geheim gehouden wordt, is dat geen goed teken. Genoeg reden dus waarom Sjoerd Sjoerdsma (D66) en ik vandaag onderstaande aanvullende vragen stellen aan minister van der Steur.” 

Pieter Omtzigt is CDA-Kamerlid en columnist voor ScienceGuide 


Vragen van de leden Omtzigt en Sjoerdsma aan de minister van veiligheid en justitie over  het onderzoek dat gedaan is over de gang van zaken rond de presentatie van professor Maat

1.     Kunt u het politie onderzoek, waarop de brief van 10 juni van korpschef Bouwman gebaseerd is, openbaar maken en aan de Kamer doen toekomen?

2.     Indien dit onderzoek – dat geen strafrechtelijk onderzoek is en ook nooit zo bedoeld is – niet openbaar wordt, kunt u dan aangeven waarom het in het belang van de staat zou zijn (artikel 68 van de grondwet) om het niet openbaar te maken?

3.     In welke andere staten – behalve Noord Korea – is het gebruikelijk om onderzoek naar iemand te doen voor iets wat een relatie heeft met het werk, en de persoon in kwestie – dhr. Maat – te weigeren inzage te geven in het rapport? Wilt u hem onmiddellijk inzage geven in het rapport en hem daarbij geen geheimhouding opleggen?

4.     Onderschrijft de leiding van het LFTO de conclusies van het onderzoek?

5.     Wat waren de conclusies van het politie onderzoek? Kunt u die openbaar maken en wie heeft die conclusies getrokken? Werden die conclusies gedragen door het LFRO en zo ja op welke datum?

6.     Op welke datum is het politie-onderzoek, waarop dhr. Bouwman zich baseert in zijn brief op 10 juni afgerond en aan dhr. Bouwman aangeboden?

7.     Klopt het dat het politie onderzoek gebaseerd is op getekende verklaringen van mensen die in het kader van dit onderzoek gehoord zijn? Zo ja, wie heeft recht op inzage in de getekende verklaringen?

8.     Kunt u, het liefst met naam en/of functie, aangeven wie er gehoord zijn door de onderzoekers en wanneer? Kunt u per persoon aangeven wanneer ieder haar/zijn verklaring getekend heeft?

9.     Hoeveel en welke verklaringen zijn pas getekend (en mogelijk aangevuld en veranderd) nadat dhr. Bouwman een brief over het rapport geschreven had?

10.  Is het afleggen van een vals verklaring strafbaar in dit soort onderzoek? Indien dat zo is, kunt u dan aangeven op basis van welke wet en welke straf daarop staat?

11.  Hoeveel mensen hebben hun verklaring getekend nadat dhr. Bouwman zijn brief geschreven had en hebben nog wijzigingen aangebracht in hun concept-verklaring?

12.  Kunt u aangeven Herinnert u zich dat u in het plenaire debat op 23 april aan de Kamer meedeelde: “Met externe deskundigen zijn afspraken gemaakt over het delen van informatie met derden. Toelaatbaar is geacht dat men met vakgenoten vanuit professioneel perspectief informatie mag delen over vakinhoudelijke kwesties, maar dat men zich daarbij onthoudt van zaken die buiten de eigen expertise liggen. Dat is ook ten tijde van het onderzoek naar de ramp met de MH17 stellig benadrukt.?

13.  Hoe verhoudt voorgaande bewering zich tot de conclusie uit het politie onderzoek dat er geen afspraken waren?

14.  Wie heeft u wanneer meegedeeld dat er afspraken gemaakt zijn met deskundigen en dat die ten tijde van het onderzoek naar de ramp met de MH17 stellig benadrukt zijn?

15.  Kunt u aangeven welke afspraken ten tijde van het onderzoek naar de ramp met de MH17 stellig benadrukt, wanneer dat gebeurd is en ten overstaan van wie?

16.  Kunt u voor elk van de presentaties, die in de brief van dhr. Bouwman genoemd worden, aangeven, wanneer zij gegeven zijn, wie er in het publiek zat, wie de presentatie gaf (eventueel alleen de functie van de persoon), of er toestemming gevraagd was en verkregen was en of er bij afwezigheid van toestemming, ook een sanctie is opgelegd aan de persoon, die de presentatie gaf?

17.  Zijn er ook andere presentaties gegeven, bijvoorbeeld na de befaamde presentatie in Maastricht?

18.  Wie heeft de foto’s van de presentatie van professor Maat aan hem gegeven?

19.  Waren de foto’s, die aan professor Maat ter beschikking gesteld zijn, geanonimiseerd?

20.  Wat identificatie van het enige identificeerbare slachtoffer mogelijk vanwege herkenning of omdat er een nummer staat, dat slechts via een vertrouwelijke en beschermde database gekoppeld kan worden aan de naam van een slachtoffer?

21.  Hoe verhoudt de disciplinaire actie tegen professor Maat vanwege uitlatingen in een besloten omgeving zich tot de afwezigheid van soortgelijke maatregelen na publieke uitspraken van een voormalig minister over een mondkapje in een publieke talkshow?

22.  Kunt u deze vragen een voor een, precies en binnen de reguliere termijn van drie weken beantwoorden?”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK