Is Bussemaker Zijlstra?

Nieuws | de redactie
7 september 2015 | PvdA-voorzitter Hans Spekman verwijt minister Bussemaker neoliberale sympathieën te koesteren. Zij zou met de Maagdenhuisbezetters het rendementsdenken hebben moeten bestrijden, maar zou te dicht bij haar VVD-collega’s blijven. Klopt dit en wat is het effect hiervan?

In een uitvoerig vraaggesprek in de Volkskrant rekent de voorman van de coalitiepartij af met de inzet van zijn bewindslieden en stroming binnen Rutte-II. Het economisch herstel en de succesvolle leiding aan de Eurozone door PvdA-minister Dijsselbloem zijn geen redenen tot fierheid in de bereikte resultaten en het inhoudelijk profiel daarvan, zo lijkt het.

De kop van jut van Spekman

Opvallend bête noire van Spekman is  Jet Bussemaker. Een half jaar nadat zij de grote hervorming met het studievoorschot door Kamer en Senaat wist te loodsen – een nadrukkelijke prioriteit van de PvdA sinds Wouter Bos, die het kabinet Rutte-II hielp formeren – is zij de kop van jut van haar voorzitter. Zijn verwijt is dat de minister de protesterende studenten en docenten in Bunge- en Maagdenhuis had moeten bijvallen en daar zichtbaar op in had moeten spelen. Afkeer van rendementsdenken staat immers in het beginselprogramma van de PvdA.

In plaats daarvan zou Bussemaker te veel de oren hebben laten hangen naar haar liberale collega’s in het kabinet en de coalitie. Zij is blijkbaar in meerdere opzichten de opvolger van Halbe Zijlstra als bewindspersoon voor hoger onderwijs en studiefinanciering, in de ogen van Hans Spekman.

Klopt dit? Allereerst kan men het studievoorschot zelf moeilijk anders zien dan als een juweel van het rendementsdenken, zoals de Leuvense filosoof en oud-ISO-voorzitter Thijs van Reekum kon aantonen in antwoord op de betogen van Jesse Klaver. Elk verwijt aan Bussemaker dat zij deze denklijn van Wouter Bos cum suis tot de hare gemaakt had, treft dus vooral Spekman zelf.

De partij die hij leidt, stond er immers op met de liberalen een leenstelsel door te voeren en liet VVD’er Pieter Duisenberg met GroenLinks-woordvoerder Jesse Klaver een compromis sluiten buiten de minister om, toen dit plan dreigde te stranden.

De kanalen open

De Bunge- en Maagdenhuisprotesten gingen  vervolgens over van alles, in het bijzonder over de spanning tussen formele medezeggenschap uit de MUB van PvdA-minister Jo Ritzen en de eigentijdse, vaak social media betrokkenheidsvormen waarin jongeren zich tegenwoordig herkennen en leven. Ritzen’s modernisering was inmiddels een ‘oude universiteit’ geworden met formele rituelen van overleg uit een tijd dat Facebook, Twitter, ScienceGuide, Snapchat en dergelijke science fiction leken.

Slachtoffer hiervan werd onder meer de PvdA-prominent Louise Gunning, die vasthield aan de formele posities en verantwoordelijkheden uit die wet van haar partijgenoot uit de jaren negentig van de vorige eeuw. Veel waardering kreeg zij daar niet voor, ook niet uit eigen kring.

Minister Bussemaker kende haar pappenheimers van HvA en UvA beter – als oud-rector immers ingevoerd in hun Amsterdamse habitus – en hield de kanalen open. Zo liet zij de protesterende studenten al snel bij zich langs komen voor een uitwisseling van gedachten en argumenten in een speciale zitten van de Studentenkamer op OCW. Het verslag daarvan en haar gesprek na afloop met ScienceGuide leest u hier.

Relativering van Zijlstra

Vervolgens was er een debat van de minister en de rector van de UvA, Dymph van den Boom, met de critici. Daarmee werd de nieuwe fase van het UvA-HvA-bestuur ingeluid, waarvan de rector de belichaming is geworden. Dit debat was in het Maagdenhuis en Bussemaker legde daar een eigen, typisch sociaaldemocratisch accent in de discussie over rendement en studiesucces als doelstellingen en parameters voor beleidsvoering.

Ze zei daarover onder meer: “Ik was laatst op de Hogeschool Rotterdam, daar zitten heel veel studenten die uit Rotterdam-Zuid komen en dat is een ander Zuid dan hier in Amsterdam. Als je dan ziet dat maar 25 procent van die studenten in 5 jaar hun studie haalt, dan is aandacht daarvoor dat dat omhoog moet geen kwestie van rendementsdenken, maar een kwestie van gelijke kansen en emancipatie. Ik vind dat we daar met zijn allen over na moeten denken en vanuit dat perspectief vind ik het thema diversiteit super belangrijk.””

Vrij snel nadien trad zij nog op in de Rode Hoed in een debat over de conclusies uit de Maagdenhuisdiscussies. Ook daar ging het weer over de fundamentele vragen rond rendement en betrokkenheid. Haar gesprek met ScienceGuide bij die gelegenheid leest u hier.

Terwijl dit gebeurde hield de minister een HO-tour als input voor haar lange termijn strategie. Deze werd in de media geheel overschaduwd door de visueel spannender perikelen rond het Spui in Amsterdam. Uitkomst van die uitvoerige reeks debatten met docenten, onderzoekers en studenten was een sterke relativering van de kwantitatieve benadering van Halbe Zijlstra met zijn prestatieafspraken. Bildung, internationale blikverruiming en de nieuwe werelden van MOOC’s en open education zouden meer centraal komen te staan in kwalitatieve afspraken over de ambities en profielen van HBO en WO.  

Minder afvinklijstjes

Ook in de meting en borging van HO-kwaliteit is een merkbare relativering van de beleidsinzet van bijvoorbeeld Halbe Zijlstra merkbaar geworden. Bussemaker heeft de eisen aan de accreditaties helpen aanscherpen, opdat deze minder de indruk van afvinklijstjes zouden wekken en ook hun administratieve werkdruk omlaag kan.

Bussemaker steunt tegelijk de studenten én Hans de Boer tegen het verlangen van de VSNU tot vervanging van kwaliteitsmeting bij opleiding, omdat de student en de arbeidsmarkt wil blijven weten waar zij aan toe zijn bij hun studiekeuze en werving van jong talent. PvdA-bobo Jan van Zijl, voorzitter van de MBO-raad, zei in Rotterdam vorige week dan ook, dat zijn sector veel kan leren van de kwaliteitszorg in het HBO.

De oproep van Hans Spekman aan de PvdA-fractie in de Tweede Kamer om desnoods het beleid van de geestverwant in de Hoftoren te corrigeren, is tegen deze achtergrond opmerkelijk. Zijn zekerheid dat woordvoerder Mohammed Mohandis op zijn lijn zit tegenover de minister is dat evenzeer.

Mohandis’ verdediging van het studievoorschot was zo neoliberaal als maar kon, immers. In het Maagdenhuis is hij als hart onder riem steker van de bezetters niet erg gesignaleerd bovendien. Sowieso is het voor een woordvoerder van een regeringspartij allesbehalve comfortabel zo tegen de ‘eigen minister’ uitgespeeld te worden. Helemaal door je eigen partijvoorzitter.

Mohandis niet te benijden

De timing van Spekmans filippica kon voor de PvdA-fractie ook nauwelijks slechter. Het functioneren van de leden daarvan wordt momenteel geëvalueerd door een partijcommissie onder Felix Rottenberg, die vervolgens aanbevelingen gaat doen over wie op de lijst voor de verkiezingen in 2017 mag figureren. Is Mohandis loyaal aan zijn fractie en bewindslieden, kost hem dat de kop bij Spekman cum suis.

Wijkt Mohandis af en bindt de strijd aan met Bussemaker, zullen heel de Kamer en het HO-veld vragen: ‘waar was je bij het afschaffen van de basisbeurs en in het Maagdenhuis? En waarom ben je nu zo stoer?’ Voorwaar de man is niet te benijden. Gelukkig beslist en spreekt een echte parlementariër zonder last of ruggespraak. Hans Spekman is in het voorbije voorjaar trouwens niet gesignaleerd op het Maagdenhuis. Dat ligt op loopafstand van het hoofdkantoor van zijn partij overigens. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK