Monsterverbond op valreep gebroken

Lang leek het erop dat Hans de Boer niet veel voelde voor instellingsaccreditatie. Laatst schreef hij nog in reactie op de plannen van Bussemaker het volgende. “Het blijft van belang dat van buitenaf, onafhankelijk, de kwaliteit op opleidingsniveau wordt gecontroleerd door een onafhankelijke instelling tenminste eens in de zes jaar.” Tom Hoven, de voorzitter van de LSVb, had daarom enthousiast de verwachting uitgesproken samen met de werkgevers op te trekken. Hij sprak intern zelfs over “ons monsterverbond met de bazen”, dat inderdaad geen usance is in de HO-historie. De Boer zei namelijk, dat “de samenleving mag verwachten dat [over de kwaliteit] op betrouwbare wijze verantwoording voor wordt afgelegd”.
Ommezwaai bij de uitgang
Deze opvatting blijkt nu te zijn genuanceerd. “VNO-NCW en MKB-Nederland zijn er voorstander van om de lasten van accreditatie zoveel mogelijk te verlichten. Dit uiteraard te allen tijde met behoud van de kwaliteit van de individuele opleidingen. Wij gaan uit van de beginselen van goed bestuur, tot uitdrukking komend in de kwaliteit van het bestuur van WO- en HBO-instellingen en de interne governance met goed bemenste Raden van Toezicht,” melden de werkgevers nu aan de Tweede Kamer, op de valreep van het debat hierover.
VSNU-voorzitter Karl Dittrich was een paar maanden terug nog uitermate kritisch op zijn nieuwe bondgenoot Hans de Boer. “Ik merk op richting Hans de Boer: ‘je spreekt over het hoger onderwijs als of het één pot nat is.’ De werkgevers moeten kijken wat ze nu precies bedoelen met die eis van opleidingsaccreditaties. Dit is wel heel grote stappen en snel thuis.”
“Tot nu toe merk ik alleen maar dat de arbeidsmarkt buitengewoon tevreden is en ook kan zijn met de Nederlandse afgestudeerden. Het probleem van Hans de Boer is mij niet helder. Als er al een probleem is.”
Voor HBO-opleidingen wel uitzonderingen
Inmiddels is het inderdaad geen groot probleem meer, zo schrijven de werkgevers nu. Onder voorwaarden geven zij hun fiat aan een pilot. “Voor de individuele opleiding moet een onafhankelijk oordeel over de kwaliteit, eens in de zes jaar, overeind blijven. De visitatiecommissie dient onafhankelijk en deskundig te zijn; dit moet worden vastgesteld door een instantie van buiten het hoger onderwijs (anders keurt de slager zijn eigen vlees). Onderdeel van de beoordeling moet zijn of de opleiding de ‘state of the art’ beroepskrachten oplevert die de arbeidsmarkt vraagt. Daarom moet ook het bedrijfsleven participeren in de visitatiecommissie.”
Wel hebben de werkgevers een aantal zorgen over specifieke opleidingen in met name het HBO, die blijkbaar te belangrijk zijn om met een pilot-visitatie te kunnen volstaan. “Aandachtspunt is dat voor een aantal opleidingen wettelijke verplichtingen bestaan m.b.t. opleiding en beroep; deze eisen hebben nu een verbinding met de opleidingsaccreditatie via de NVAO. Het gaat dan o.a. om (internationaal) wettelijke vereisten aan de inhoud van bv. de studie HBO verpleegkunde en de studie maritiem officier HBO. Deze eisen moeten zijn verwerkt in de opleiding. Een ander voorbeeld is het toezicht op de erkende opleidingen van de accountants. Daarbij wordt gebruik gemaakt van de NVAO om de kwaliteitsborging te realiseren.””
Meest Gelezen
PVV de grootste partij: grote gevolgen voor hoger onderwijs
‘Verplicht Nederlandstalig hoger onderwijs raakt ook Nederlandse studenten’
Internationale onderzoekers voelen zich zondebokken aan Nederlandse universiteiten
CDA en NSC botsen over internationale studenten
Hbo, mbo en vo moeten doorstroom verbeteren
