Liberalen willen meer Nobelprijzen
Pieter Duisenberg presenteerde in het OCW-begrotingsdebat een uitvoerige notitie waarin de liberalen hun denklijnen voor de toekomst hebbben neergelegd. “Door onderwijs kun je verantwoordelijkheid nemen en van je vrijheid genieten. Je kent de gevolgen van het kopen van een huis, je leert hoe we netjes met elkaar omgaan en je ontwikkelt jouw talenten.”
“Door ons een onderwijssysteem waar de middelmaat centraal staat, komen de talenten van ons allemaal niet optimaal tot hun recht. Als je buiten het vakje kleurt is dat niet gelijk verkeerd, maar is dat juist een teken van creativiteit. De VVD wil ieders talent een plek geven en deze maximaal ontwikkelen. Daarvoor zijn nieuwe ideeën nodig, die wars zijn van de bestaande belangen en gestolde ideeën.”
Nederland in rankingstop
De liberalen komen met een hele reeks concrete punten en suggesties, die ook het HO-debat kunnen aanjagen. Eén ding valt op: de visionaire nota van Jan Anthonie Bruijn voor de Teldersstichting, ‘Onderwijs: de derde dimensie’, is nergens terug te vinden in de analyses of beleidsperspectieven. Wel komen bekende thema’s aan de orde als meer selectiviteit en een veel hogere reatie tussen HBO en WO bekostiging en prestatieafspraken.
De meest gedurfde ambitie is die van veel meer HO-instellingen in de top van de wereldwijde rankings en “in de komende vijftien jaar gaat Nederland vijf Nobelprijzen winnen op het gebied van onderzoek naar grote maatschappelijke uitdagingen.”
Een eerste selectie van de punten die Duisenberg met zijn collega’s naar voren brengt, leest u hier:
Ten aanzien van HO-beleid
-Er wordt onderzocht op welke wijze er binnen vijf jaar twee Nederlandse universiteiten in de top 40 van de wereld kunnen komen.
-De ingezette richting voor meer profilering en differentiatie van mbo, hbo en wo instellingen wordt doorgezet. Een toenemend deel van de bekostiging (nu 7%, richting voor VVD: 20%) wordt afhankelijk gemaakt van profilering en kwaliteit.
-De keuze van de student moet centraal komen te staan in de bekostiging van het onderwijs. Daarom wordt in het gehele vervolgonderwijs financiering via de vraag van de student ingevoerd. Dat wil zeggen dat zij de bekostiging ook via private aanbieders of bedrijfsscholen kunnen verzilveren.
-In de volgende kwaliteitsafspraken in het hoger onderwijs worden door de instellingen ambitieuze doelstellingen geformuleerd ten aanzien van het percentage studenten dat deelneemt aan internationaliserings- en honourstrajecten.
-De Associate Degree wordt verder ontwikkeld en gestimuleerd en kan zowel door het mbo als het hbo aangeboden worden.
En de leraar
-De klassieke lerarenopleiding moet op de schop. Er moeten meer routes komen om docent te worden, daarbij moeten een verhoging van de kwaliteit en de praktijkervaring het uitgangspunt zijn. Docenten worden dan bijvoorbeeld opgeleid op (een groep van) scholen in plaats van op de lerarenopleiding. Tijdens hun opleiding en in de eerste periode daarna worden jonge docenten schooloverstijgend begeleid waardoor lerarenopleiding en praktijk sterker verweven worden.
-Topleraren gaan meer verdienen. Daarvoor is meer differentiatie in beloning nodig en wel op basis van kwaliteit. De toepassing van de functiemix moet hier zo nodig voor aangepast worden.
-In het lerarenregister wordt het mogelijk een differentiatie aan docentschappen in te voeren. Denk hierbij aan een leerling-docent of een master-teacher.
Nederland naar de top
-Voor het aantrekken en behouden van top wetenschappers kan de minister een uitzondering maken op de Wet Normering Topinkomens (Balkenendenorm). Zij moeten dan wel een deel van hun tijd aan onderwijsactiviteiten besteden en mogen geen managementtaken vervullen.
-Onderzocht wordt of (een deel van) de studievoorschotmiddelen besteed kunnen worden aan specifieke projecten, waardoor er meer focus en massa is voor het bereiken van kwaliteit op wereldformaat. Daarnaast wordt onderzocht of deze middelen gematched kunnen worden door private investeerders.
En het studievoorschot?
-Ter stimulering van extra curriculaire activiteiten kunnen studenten tijdens een fulltime bestuursjaar toegang houden tot het studievoorschot.