Meer HBO, minder NWO

Nieuws | de redactie
6 oktober 2015 | De Wetenschapsvisie van het kabinet onderwaardeert het HBO als partner in onderzoek. Ook moet de rol van NWO nog eens kritisch tegen het licht worden gehouden Dit staat in een rapport van het Rathenau Instituut, dat door de Tweede Kamer als second opinion was geëist.

De Tweede Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft op initiatief van Pieter Duisenberg bij de behandeling van de Wetenschapsvisie 2025 het Rathenau Instituut gevraagd de strategische keuzes, kansen en bedreigingen voor het Nederlands wetenschapsbestel in kaart te brengen. Uitgangspunt daarbij waren de vier scenario’s uit het rapport Vizier Vooruit.

Op basis van de vier scenario’s, de interviews en de review van het publieke debat identificeert Rathenau negen kwesties waarop betrokkenen in het veld vinden dat er strategische keuzes gemaakt moeten worden. De meest opvallende uitkomsten van de analyse en raadplegingen brengt het instituut naar voren als agenda voor de verdere politieke discussie over de uitwerking van de Wetenschapsvisie 2025.

Robuuste opties

Uit de analyse van beleidsopties uit de Wetenschapsvisie blijkt dat de meeste voorstellen hierin strategisch robuust zijn. Dit geldt met name voor de voorstellen die erop gericht zijn om te streven naar differentiatie in talentontwikkeling en de coördinatie te verbeteren tussen de verschillende stakeholders, zoals via een commissie grootschalige infrastructuren.

Voor de Nationale Wetenschapsagenda geldt dat het opstellen van zo’n agenda strategisch gunstig is in elk scenario, maar dat de uitwerking van de agenda en de invoering in elk scenario anders zal zijn.

Twee  strategische vragen

Bij het doel om te streven naar wetenschap van wereldformaat, wordt volgens Rathenau in de Wetenschapsvisie weinig aandacht besteed aan wat dit betekent voor de positionering van de onderzoeksorganisaties. Bij de onderzoeksorganisaties leeft deze kwestie wel. Twee belangrijke strategische vragen zijn:

– Hoe kunnen instellingen internationaal leidend blijven of worden?

– Hoe moeten universiteiten, hogescholen en kennisinstituten zich positioneren op Europees niveau? Moeten ze samenwerken met zusterinstellingen, moeten ze juist de concurrentie aangaan of moet er gestreefd worden naar taakverdeling?

Behalve het punt van de verbetering van de coördinatie in grootschalige infrastructuren zijn hiervoor geen robuuste opties gegeven. Dat maakt het vraagstuk niet minder urgent, zegt Rathenau.

Onuitgewerkte impact

Het doel om de maatschappelijke impact van het wetenschappelijk onderzoek te vergroten, is in de Wetenschapsvisie 2025 nog niet uitgewerkt in beleidsopties. Op basis van de interviews en uit andere bronnen komt Rathenau met vijf robuuste beleidsopties. Waar op dit moment veel aandacht is in het wetenschapsbeleid voor valorisatie door individuele onderzoekers en via onderzoeksprojecten, wordt in deze vijf opties de oplossing gezocht in het organiseren van onderzoek binnen hot-spots, kenniscentra, onderzoeksprogramma’s of innovatiedomeinen.

De Wetenschapsvisie 2025 concentreert zich voornamelijk op het wetenschappelijk onderzoek aan de universiteiten en de instituten voor fundamenteel onderzoek. Er wordt relatief weinig aandacht besteed aan de positie van de toegepaste onderzoeksinstituten en het onderzoek aan de hogescholen.

Uit de Rathenau studie blijkt dat in verschillende scenario’s de bestaande institutionele verhoudingen belemmerend zijn om in te kunnen spelen op de kansen die zich in dat scenario voordoen en op het realiseren van de doelen van de Wetenschapsvisie 2025. De bestaande verhoudingen in het HO en de beperkte rol van het HBO daarin mogen daarom kritisch worden bezien.

Wat moet overheid doen?

Over de rol van de overheid worden geen expliciete voorstellen gedaan in de Wetenschapsvisie, stelt Rathenau vast. Men geeft nu twee robuuste richtingen voor die rol:

– Zorgen voor goede coördinatie binnen het Nederlandse wetenschapsbestel, via bijvoorbeeld een platformfunctie, via commissies als die voor grootschalige infrastructuur en via een Nationale Wetenschapsagenda.

– Zorgen voor voldoende autonomie voor instellingen om in te kunnen spelen op de zeer verschillende eisen van de diverse stakeholders.

Maar NWO is nog niet ‘rond’

In de Wetenschapsvisie 2025 en in het debat hierover is veel aandacht besteed aan de reorganisatie van NWO. De rol die NWO na de reorganisatie moet spelen is in elk van de scenario’s verschillend. In de interviews en in de andere bronnen worden veel verwachtingen uitgesproken over NWO. Geen van de genoemde beleidsopties is binnen de vier scenario’s robuust. Dit betekent dat voor de komende jaren de rol van NWO zich nog verder moet ontwikkelen en politieke discussie nodig is.

De volledige publicatie vindt u hier


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK