Te weinig geld voor groeiend WO?
Het totaal aantal inschrijvingen aan universitaire opleidingen stijgt in 2015 met 1 à 2% naar circa 257.000 studenten ten opzichte van vorig jaar. Dat blijkt uit de voorlopige inschrijfcijfers van de Nederlandse universiteiten. Doordat OCW in de prognoses uitging van een daling van -2,3%, missen universiteiten een deel van de financiering.
Juist in deze periode van grote aandacht voor de kwaliteit van het onderwijs in verband met de invoering van het studievoorschot is voldoende basisfinanciering cruciaal, stelt de VSNU die dan ook erg bezorgd is geworden. Begin oktober maakte de Vereniging Hogescholen daarentegen bekend dat zij een voorlopige teruggang zien van 6.6%, terwijl er binnen het HBO hogescholen zijn die met 15% en meer zakken .
OCW schat te laag in
Het ministerie van Onderwijs maakt elk jaar voor de begroting een inschatting hoeveel studenten studeren. Onder andere op basis hiervan wordt bepaald hoeveel geld beschikbaar is voor universiteiten en hogescholen. Voor het derde jaar op rij schat het ministerie het aantal studenten te laag in, gispen Karl Dittrich en zijn rekenmeesters. De universiteiten zien voor 2015 een stijging van 1 à 2%, terwijl het ministerie uitging van een daling van -2,3%.
Nu sprake is van structurele groei terwijl het ministerie uitgaat van een daling, kan dat op termijn tot financieringsproblemen leiden. Bijstelling vindt immers pas een jaar later plaats en zulks ook nog zonder terugwerkende kracht. “Juist nú moeten en willen universiteiten een slag maken in de onderwijskwaliteit. Daarvoor is voldoende basisfinanciering nodig.”
Techniek groeit met 11%
Sectoren met een grote groei zijn Techniek (+11%) en Natuur (+9%). De VSNU wijst er op, dat dit succes het resultaat van de inzet van universiteiten, overheid en bedrijven om bèta- en technische opleidingen aantrekkelijker te maken.
Ook brede bacheloropleidingen als Liberal Arts & Sciences groeien (+10%). Dalingen zijn er in de sectoren Taal & Cultuur (-6%), Gezondheid (-5%) en Gedrag & Maatschappij (-5%). De sector Landbouw kent een stijging op het WO-gemiddelde van 2%. De instroom in de sectoren Economie en Rechten blijft gelijk.
Klappen in Amsterdam
Tegelijkertijd werd bekend dat de UvA een daling ziet van 10% in de aanmeldingen. Dit was voor de collegevoorzitter een onverwachte tegenvaller, ook al waarschuwde Van den Boom – toen nog als rector van de UvA – dat de grenzen van de groei wel waren bereikt. “Als je kijkt naar de UvA als geheel zijn we heel succesvol in het aantrekken van studenten, ieder jaar groeien we tussen de 5 en 8 procent. Daarvoor krijgen we vanuit Den Haag ook geld. Meer studenten betekent in elk geval meer geld. Maar als je kijkt naar het geld voor onderzoek dan is dat de afgelopen jaren het zelfde gebleven.”
Daarom waarschuwde Van den Boom ervoor dat het geld voor onderzoek op verdere achterstand zou raken met dat voor onderwijs. “Kijk ik vanaf 2000 naar de UvA dan zie ik de inkomsten van het onderwijs stijgen en de inkomsten voor onderzoek niet. Waar we dan voor op moeten passen is dat we een universiteit worden waar we alleen mensen in huis hebben die onderwijs geven en geen onderzoek meer doen. Dat geldt voor alle faculteiten.”
Na het bekendmaken van deze cijfers zei Van den Boom tegen Folia dat zij een teruggang van het aantal studenten niet zo erg vindt, maar dat een zo scherpe daling nogal hectische effecten heeft. “Een lichte, gecontroleerde daling zou geen probleem zijn geweest. Alleen de daling zoals we nu zien bij de bachelors in de alfa- en sociale wetenschappen is fiks en nogal schoksgewijs. Daar ben ik dus zeker niet blij mee.”
In het HBO is het beeld heel anders. Forse dalingen zijn daar aan de orde. De HvA gaf al aan te vrezen voor een daling van de instroom met 16%, zodat de combinatie UvA-HvA voor grote problemen zal komen te staan. Minister Bussemaker werd in de Kamer al aan de tand gevoeld hierover naar aanleiding van de cijfers en analyse op ScienceGuide: /201509/grote-hogescholen-krijgen-klappen.aspx