Trek de beste als leraar

Nieuws | de redactie
1 oktober 2015 | Lastig, zo’n sterk onderwijsland. De OECD-experts grapten in de Tweede Kamer hoofs, dat ze Nederland een kritische review geven niet makkelijk vonden. Vervolgens kreeg ons land er fiks maar beleefd van langs. “U benadrukt altijd hoe efficiënt uw onderwijs is, maar zitten blijven en uitval zijn schering en inslag.”

De hoorzitting in de Kamer met de opstellers van aanstaande OECD Onderwijs-review was interessant en vrij droevig tegelijk. Het parlement leek nauwelijks te beseffen dat de belangrijkste agenderende beoordeling van ons bestel en onderwijs per decennium op til is.

Weet men bijvoorbeeld niet of niet meer dat minister Plasterk in 2007 manmoedig poogde de toenmalige review in een la te laten verdwijnen? Zegt het rapport ‘Rijkdom van het Onvoltooide’ voor de zeer invloedrijke OECD-review van 1990 de volksvertegenwoordigers met onderwijsspecialisme niets? Nu kwamen er 2 en een halve fractie opdraven: VVD, CDA en de PvdA voor de tweede helft van het gesprek. Onderwijspartij D66, studentenpartij GL en BON-partijen PVV en SP schitterden door afwezigheid.

De dialoog was er niet minder boeiend om. De meest markante agendapunten van de zijde van de OECD en de Kamerleden in de hoorzitting zijn de volgende:

1] Nederland scoort “very strong on crucial indicators.”De OECD heeft simpeler werk als een land niet zo’n krachtig bestel heeft en aanbevelingen ter verbetering voor de hand liggen. Maar ook zo’n hoogontwikkeld land als het onze moet blijven en durven kijken of het zijn kennispotentieel wel naar behoren ontplooit en alle talenten ook echt tot optimale bloei brengt. Humboldts definitie van ‘das Bildungsideal’ leeft in Parijs nog ten volle, zo blijkt.

2] Bij de sterke kant van ons land ziet de OECD toch wel een fikse reeks zwakke plekken. Sommige blijkt men zelfs verbazend en opvallend zwak te vinden voor een land als het onze.

Die zwakke plekken zijn:

-vroege en voorschoolse educatie
-vroege selectie, ‘tracking’ en versplintering van de keuzeroutes na het PO naar studiesucces in MBO, HBO en WO
-zittenblijven en uitval over de hele linie, terwijl wij prat gaan op onze doelmatigheid en doeltreffendheid
-motivatie van toptalenten als de ‘sciencemakers’ en multidisciplinaire ‘Sirius-studenten’
-LevenLangLeren door docenten, waar veel gepraat en weinig wol geleverd wordt
-leiderschap in de school, dat in een zo decentraal gestuurd bestel ‘exceptionally important” is
-bekostiging die zo complex is, dat je een PHD nodig hebt om die te doorgronden, terwijl de wijze van financieren van scholen “an essential driver of performance” is

3] De vragen die de OECD-experts het meest intrigeerden:

-Nederland is zeer sterk in onderwijs, maar waarom is dat eigenlijk zo? Wat zouden andere landen kunnen leren van de lessen daaruit?
-Hoe kun je als land zelf geloven dat je een zuinig en efficiënt onderwijsbestel hebt opgebouwd, als het tegelijkertijd zo complex in elkaar zit dat er veel uitval onderweg is?
-Waar komt die ‘coördinatiedrift’ binnen het onderwijs toch vandaan? Er zijn naast elkaar grote vormen van differentiatie van schoolsoorten in het VO en voortdurende beleidsactiviteiten om de samenhang in het bestel te vergroten.
-Hoe verbeter je een onderwijs dat over de hele linie toch al goed genoemd mag worden?
-Hoe komt het dat er zo weinig aandacht is voor vroege en voorschoolse educatie, terwijl elk onderzoek laat zien dat dit een van de “most costeffective ways is to improve education-outcomes lifelong.”

4] Vanuit de Kamer kwam van de VVD een zeer opmerkelijk punt naar voren. Karin Straus klaagde erover dat excellentie in ons land een stiefkindje is. Kinderen met veel talenten en ambitie mogen eigenlijk niet scoren. Vele van hen zijn ongemotiveerd en lijden onder de zesjescultuur. Ook hebben velen van hen psychische problemen daardoor.

Dat het kabinet-Rutte de gelden uit het FES voor onder meer het Sirius-programma heeft geschrapt en er in het MBO geen Sirius mogelijk werd gemaakt, vertelde zij er niet bij. Dat desondanks op vele scholen en in het hoger onderwijs met groot enthousiasme aan excellentie en honourstrajcten wordt gewerkt – en bijvoorbeeld het ScienceMakers 2015 evenement door de VVD-staatssecretaris Dekker werd bijgewoond – liet zij buiten beschouwing.

5] De OECD-experts benadrukten tegenover de Kamer, dat het trekken van de besten onder de studenten voor het leraarsberoep een geweldige uitdaging is en blijft. Om de status van de professie te verhogen moet een samenleving alles uit de kast halen. “Doet u maar veel ‘PR’ voor de lerarenopleidingen. Trek de beste jongeren naar het leraarsvak en zet daar alle middelen voor in.”

De VVD wees erop dat er nu een lerarenregister komt, dat het LLL onder docenten moet aanmoedigen en dat de deelname aan de Lerarenbeurs jarenlang op een waakvlammetje stond. De HBO-student moet weer trots kunnen zijn dat zij een lerarenopleiding volgt, zo hoopte Straus. De OECD-experts noteerden droogjes dat in ons land veel gepraat wordt hierover. Michel Rog van het CDA vertelde dat die status al fors verbeterd is in zijn waarneming. Toen hij leraar wilde worden, werd hij meewarig aangekeken. Nu zijn de Pabo’s recent goed beoordeeld door de NVAO en zie je de bloei van Eerstede Klas en dergelijke initiatieven.

6] Verwarring heerste over de kritische reflecties vanuit de OECD over de grote ‘differentiation and tracking’ in het onderwijs. De Kamerleden dachten, dat daarmee de vrijheid van schoolkeuze op grond van artikel 23 van de Grondwet werd bekritiseerd vanuit Parijs.

Zij schoten in een kramp en verdediging van de ouderlijke vrijheid. Dat het bij die kritiek om de vroege selectie in ons land ging en de reeks weinig overzichtelijke schoolsoorten als vmbo, mavo, havo en vwo werd bedoeld, ontging de Kamer.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK