Hagelslag en wisselstroom

Nieuws | de redactie
10 november 2015 | De 'unusual suspects' gaven de Kamer en HO-koepels veel mee om op te kauwen en door te denken. HAN-voorzitter Kees Boele zei dat hij in het HBO “van doorstroom naar wisselstroom” wil gaan en Cees Veerman noemde de investeringsfilosofie van minister Bussemaker “hagelslag”.

Er waren mooie momenten in de hoorzitting over de HO-strategie. Zo vroegen de koepels na afloop, dat de redactie van ScienceGuide de Kamer lof zou toezwaaien voor zowel de kwaliteit van de sprekers als de doordachte en luistervaardige wijze waarop Paul van Meenen en Michel Rog de bijeenkomst leidden. De koepels waren eerst best wat zuur geweest over de opzet en hun eigen ondergeschikte rol in de discussie, maar bleken nu overtuigd van de wijsheid van de gekozen werkwijze.

Flip de Kamer

Zeker zo mooi was het optreden van Harm de Jong van de Utrechtse studentenclub VIDIUS. In een soort parlementaire ‘flipping-the-classroom’ act liet hij MKB-voorman Van Straalen als zijn lieftallige assistente sheets meet visuals omhoog houden, zodat hij zijn betoog helder kon illustreren. Ook had hij een kleine sculptuur bij zich die de Kamerleden moest verhelderen hoe een student droomt van zijn studie en hoe deze in de realiteit vaak is.

Uit de verschillende rijke inhoudelijke inbrengen hier in kort bestek enkele van de meest treffende;

Cees Veerman herkent wel brokken van zijn rapport over het HO en erkent dat Bussemaker een visie heeft geformuleerd. Maar de vertaling daarvan in concrete maatregelen acht hij mager en obligaat. “Het is een reeks kleine dingen, een soort caleidoscoop van dingen.” De financiele keuzes deed hij af als ‘het strooien van hagelslag over ieders boterham”.

Peter van Lieshout van de WRR wees er vilein op, dat de minister het woord rendement n de problemen met het HO-rendement bijna geheel onbesproken laat. Hij citeerde de zin waarin OCW noteert dat voor veel jongeren het volgen van een HO-studie een “niet erg intensief” deel van hun leven is. “Het beleid gaat er gewoon van uit, dat studenten systematisch werken naast hun studie en daar hun leven op richten. Zeggen dat je een 4 jarige BaMa ‘kleinschalig en intensief’ wilt laten worden, gaat dan niet erg helpen om de kwaliteit fors te verhogen.“    

-De beste maatregel om de HO-kwaliteit te verhogen noemt Van Lieshout de les van Vlaanderen leren en de masters zoveel mogelijk 2-jarig maken.

-SER-voorzitter Mariette Hamer deed waar zij goed in is en vatte aan het eind van de eerste sessie bondig samen waar het nu om moet gaan. Het feit dat bijvoorbeeld de HAN en de Leidse universiteit erkenden vele miljoenen in reserve te houden uit angst voor het ‘niet halen van de prestatieafspraken’ geeft volgens haar helaas helder aan dat er – ten onrechte hoogstwaarschijnlijk – een vreesachtige cultuur dreigt te groeien in het HO. “Daar heeft Den Haag het natuurlijk ook wel een beetje naar gemaakt,”  zei zij na afloop scherp. Dat betekent, dat de kwaliteitsafspraken die zij met SER  op tafel heeft gelegd allereerst door de instellingen zelf gemaakt moeten worden en dat zij daarin hun profiel en ambities moeten formuleren, samen met interne en externe stakeholders. De minister moet deze afspraken vervolgens bezien op het stelselniveau en deze vanuit haar publieke opdracht ‘omarmen’.

Hamer was buitengewoon duidelijk over de prioriteit die het kabinet met het geld uit het studievoorschot moet inzetten. “Dat moet bovengemiddeld naar het HBO gaan” Ook gaf zij aan grote zorgen te hebben over de in- en doorstroom van allochtoon talent in het HO. “De cijfers over de trends daarin zijn niet goed. Daar hebben wij als SER grote zorgen over. Mede vanwege de invoering van het studievoorschot. Dit moeten we heel goed monitoren.”

Dirk van Damme van de OECD was zonder enige twijfel de ‘ster van de dag’. De Kamerleden waren diep onder de indruk van zijn kennis van het HO in Nederland en wereldwijd en hij gaf hen veel huiswerk mee. Meest opmerkelijk was zijn lof voor de Britse Tory-minister voor HO-beleid Jo Johnson. “Zijn nieuwe beleidsplan gaat echt uit van de talenten en positie van de student in het HO. Niet dat ik zijn oplossingen of opvattingen in elk opzicht deel, dat zeker niet, maar die aanzet van zijn beleid is overtuigend. Minister Bussemaker lijkt toch meer uit te gaan van de instellingen en het bestel.”

-Hij bleek in de kern de slotconclusie van Hamer te delen over de kwaliteitsafspraken. Hij waarschuwde ervoor het huidige beleid met de prestatieafspraken nu weer halverwege te onderbreken voor iets nieuws. Een lichte verbazing kon hij niet onderdrukken daarover. “Heel de wereld kijkt naar hoe u met ‘Veerman’ en zulke afspraken een nieuwe HO-strategie heeft ingericht. Nu lijkt u dit belangrijke experiment af te zwakken nog voordat de eerste cyclus daarvan in voltooid. U past de afspraken over de afspraken ‘en course de la route’ al weer aan en verzwakt daarmee uw eigen filosofie.”

-Vlijmscherp duidde Van Damme hoe de borging en versterking van de HO-kwaliteit in elkaar horen te zitten als je als land een echte lange termijn strategie ambieert te voeren. “Accreditatie beschermt het niveau van de basiskwaliteit. Haal je die niet, dan verlies je geheel terecht de bekostiging door publieke middelen. Wees hier in streng. Kwaliteitsafspraken vormen de ‘governance’ van wat daar boven reikt, namelijk de ambities van instellingen, hun profiel en de ambities van uw land als kennisnatie. En zij zorgen ervoor dat dit publiek en internationaal verantwoord wordt.”

-Hij waarschuwde indringend voor de neiging om de taken van de NVAO “te vermengen met allerlei beleidsdoelen en acties.” De borging van de basiskwaliteit acht hij een zaak die ten principale  moet worden uitgevoerd door een objectief en onpartijdig orgaan, zoals de door hem in de hoorzitting zeer geprezen NVAO. “Gaat u dat werk optuigen met allerlei beleidsdoelen, dan ondermijnt dat die borging ten principale. Dat zou levensgevaarlijk zijn.”  

In de nazit liet HBO-voorman Thom de Graaf zeer kritisch van zich horen. Hij vond dat de rol van OCW gereduceerd moest worden in het HO-beleid. “Het gaat niet zozeer om de ambities van de minister, maar om die van de hogescholen. Ambities en eigen accenten van hogescholen moeten we versterken, de minister zou enkel naar het proces moeten kijken.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK