We mogen het even vasthouden

Nieuws | de redactie
20 november 2015 | Frits van Oostrom was er verrukt over dat het Utrechts Psalter voor iedereen toegankelijk was. In een vraaggesprek met PG Kroeger van ScienceGuide ging hij uitgebreid in op dit unieke kunstwerk. Het Psalter is voor hem vooral een mirakel. “Het wonder is toch dat een groepje mensen zo rond het jaar 820 iets heel nieuws heeft gedaan.”

“Als in de schoolboekjes over de middeleeuwen wordt gesproken dan kun je er vergif op innemen dat het beeld steeds weer is, dat dit een zeer statisch tijdvak is van tien eeuwen waarin traditie heel belangrijk was en de rangen en standen in de samenleving vast lagen. De wereld moest al die eeuwen maar zitten te wachten tot het Renaissance werd. Dat is natuurlijk onzin!” vertelde de oud-president van de KNAW een massaal opgekomen publiek van UU-alumni in het Catharijne Convent.

“Vaak wordt ook gezegd dat middeleeuwse kunst anoniem is. Er was volgens het gebruikelijke beeld van die tijden nog geen idee van een individuele kunstenaar die zijn ziel of zaligheid bloot legt in zijn werk, het ging om het volgen van de traditie. De kunstenaar was meer een metselaar, een muur is ook anoniem. Dat is toch het beeld”

Wat krijgen we nu?

“Als je met dat in je achterhoofd naar het Utrecht Psalter kijkt, dan is dat toch wel iets heel bijzonders. Als er nu iets traditioneel was in de middeleeuwen dan was dat immers iets als een Psalter. Hoe dat eruit moest zien, daar waren grote conventies bij. En toch heeft iemand rond 820 in Reims gezegd. ‘Laten we het eens heel anders proberen’.”

“Zij gingen te werk met een heel ongebruikelijke stijl, het werd iets zoals Psalters nog nooit waren geweest. Ik zou er een lief ding voor geven om nog iets te weten te komen als historicus, om als het ware iets terug kunnen te halen van de artistieke en misschien toch ook wel ideologische discussies die dit werk moet hebben opgeleverd in dat gezelschap van monniken. Zou er gezegd zijn ‘wat krijgen we nu?’ Ik zeg het maar wat huiselijk.”

“Er zijn ongetwijfeld weerstanden geweest, maar toch moet er zo’n geestverruimer zijn geweest, een artiest, iemand met een kunstzinnige natuur die heeft gezegd. ‘We doen het toch zo’. Het kan zijn dat de opdrachtgever als een soort ruimdenkende mecenas bepaald heeft dat het zo moest, maar het kan ook zijn dat een groepje monniken in een afgesloten klooster zich hier aan heeft gewaagd.”

“Het feit is in ieder geval dat ze het gedaan hebben, dat is het mirakel. En als je naar de illustraties kijkt. dan kun je ook zien hoe bijzonder en in zekere zin ‘onmiddeleeuws’ het Psalter eigenlijk was met die dynamiek en met het persoonlijke in de tekeningen en composities.”

Mirakel en exempel

“Het mooie is dat het Psalter ook ‘succes had’. Mirakel en exempel, zo is het. Het is niet een eenzaam avontuur gebleven, er zijn ook andere werken in die stijl gekomen. Kennelijk heeft het indruk gemaakt op andere illustratoren en makers van boeken. Die dachten: ‘ja, dit is een prachtige vorm om een Psalter te illustreren,’ want er is een hele serie handschriften in die stijl gemaakt. Het is echt een heel mooi voorbeeld van innovatie. Bovendien is het tot de dag van vandaag een wereldwijd befaamd en bewonderd boek en kunstwerk gebleven.”

“Een Psalter was in die tijd het meest gewijde boek, het boek der boeken. Wij associëren dat begrip nu toch het meest met de Bijbel als geheel. Maar in de middeleeuwen zou je kunnen zeggen dat het Psalter nog veel meer die plaats innam. Dat was ook omdat dit het boek was waaruit men leerde lezen. Men zong het natuurlijk ook. Men leerde dan meteen het Latijn. De psalmgedichten zijn relatief eenvoudig Latijn en als liederen goed te onthouden, te leren en te lezen. Het is voor ons vreemd om je te realiseren dat men dus niet leerde lezen in de moedertaal, maar in een vreemde taal.”

Van IJsland tot Sicilië

“Net als bij het Psalter in dat zeer heldere Karolingische schrift zijn de meeste boeken uit die tijd nu nog goed te lezen. Als je drie avonden oefent, kun je de meeste boeken van die periode wel lezen. Keizer Karel innoveerde vanuit zijn hof het schrift, zodat heel Europa van IJsland tot Sicilië de belangrijkste documenten kon lezen en men erover kon communiceren over heel het continent. En dat in één taal die de geletterden beheersten, het Latijn. Dat was een enorme innovatie. Kom daar nu eens om. Nou ja, nu hebben we dan het Engels dat die rol is gaan spelen, dat dan wel.”

“Het zestiende en zeventiende-eeuwse schrift is veel moeilijker te lezen. Wij mediëvisten zijn heel goed af. De boeken zijn in die eeuwen immers voor het grootste deel op perkament geschreven en dat is ongelofelijk robuust en beter bestand tegen slijtage en verval dan papier. Daar hebben we mede aan te danken dat ook dit boek behouden is.”

“Ook dat robuuste karakter van dit werk getuigt van een grenzeloze toewijding. Wat heeft men hier echt een werk van gemaakt! De illustraties zijn heel bijzonder en het is met ongelofelijke toewijding en ook volharding gedaan. Het is niet zoals vroeger op school dat je het eerste blad netjes schreef en later geloofde je het wel, hè? Dat deden ze hier niet. We weten helaas niet hoe lang ze er over hebben gedaan, maar dat moet toch een hele periode zijn geweest. Er moeten ook dingen mislukt zijn, weggegooid. U merkt het al, mijn fantasie zou makkelijk op hol kunnen slaan.”

Eigenaar is rentmeester

“Dit Psalter is niet van hier, het is niet in Utrecht gemaakt. Pas in de achttiende eeuw is het hier beland. Het had toen dus al 1000 jaar achter de rug! Het is hier beland, het zal hier toch ook wel blijven, want de universiteit is nu eigenaar.”

“Misschien val ik nu mijn broodheer af, maar laat mij toch zeggen dat zulk eigenaarschap voor mij meer ligt in termen van rentmeesterschap. De universiteit mag het in het licht van de eeuwigheidswaarde van het Psalter even vasthouden. Zo is het met erfgoed en met de wetenschap als geheel. De instelling is veel groter dan de mensen die er de baas zijn.”

“Ik noem mijzelf respectvol ongelovig, met een dikke streep onder beide. Voor mij is het een late roeping. Ik ben niet zo Bijbelvast. Voor mij is Nijhofs vertaling van psalm 60 de meest indrukwekkende. Dat laat weer zien dat ook in onze tijd, die zogenaamd is gebaseerd op spectaculaire innovaties, zulke oude woorden toch een bron van inspiratie blijven en wij er in blijven slagen daar weer iets nieuws van te maken. De psalmen blijven grote kunstenaars trekken.”

Een nachtwaak en niets meer

Van Oostroms gesprekspartner PG Kroeger zag nog een andere psalm bij de presentatie van het Utrecht Psalter nieuwe betekenis krijgen. Hij zei: “Er zit een vers in psalm 90 en dat gaat over vanavond. Het Psalter hier bij u en ons is 1200 jaar oud en we kijken ernaar en herkennen wat er in die tekeningen gebeurt. Hoe bestaat het…..”

“Zie hier bijvoorbeeld hoe die groep vrouwen met kinderen wegholt, met strijders daarachter. Ze staan voor een heuvel en strekken hun handen uit naar God die zich naar hen buigt. De psalmist dichtte:  ‘Ik strek mijn handen uit naar de bergen, vanwaar mijn hulpe komt’. Dan denk je aan de mensen in Syrië en dat mooie vers in psalm 90: ‘Want in Uw oog zijn duizend jaren, Heer, een enkele dag, een nachtwaak, en niets meer’.”

Kroeger zag het gewoon voor zijn geestesoog hoe de monniken die het Psalter maakten aan het eind van een dag van geconcentreerd ontwerpen en tekenen dan samen uit diezelfde psalm het slotvers zongen: “Sterk onze hand en zegen onze vlijt. Bekroon ons werk, en nu, en t’ allen tijd.” Tussen ons, hun kunst en hen vallen die 1200 jaren dan toch even bijna weg.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK