Wat is een vitale onderwijsgemeenschap?
Op het laatste #HBOdiscours van 2015 presenteerden koepelvoorzitters Karl Dittrich (VSNU) en Thom de Graaf (Vereniging Hogescholen) hun gebundelde essays ‘Overheid op afstand’ waarin zij reflecteren op de verhoudingen tussen hoger onderwijs en overheid. “Het gaat om de autonomie voor onderzoeker en docent,” stelde Karl Dittrich in de discussie.
Weinig transparantie
Vertrouwen in de sector is daarbij van belang, zo noteerde de VSNU-voorman. “Incidenten worden steeds vaker gezien als falen van het systeem.” Toch zag Dirk van Damme dat er in dat systeem wel degelijk zaken waren die de aandacht van bestuurders, studenten en docenten verdiende. Zo is het volgens Van Damme met de transparantie in het hoger onderwijs “pover gesteld”.
“Transparantie is voor universiteiten en hogescholen synoniem geworden van de hoeveelheid informatie die ze aan toezichthouders en overheid moeten bezorgen, vaak tegen hun zin, in ruil voor publieke financiering,” zei de OECD-chef in zijn voorzet voor het debat. Die visie vond met name bij Karl Dittrich weinig weerklank.
Dittrich vond juist dat er meer gewerkt moest worden vanuit verdiend vertrouwen. “We zijn juist altijd weer aan het verantwoorden. Er moet meer de kans geboden worden het eigen verhaal te vertellen.” Dat werd beaamd door Van Damme, die niettemin zag hoeveel moeite hogescholen en universiteiten hadden om uit die veelheid aan stemmen een duidelijk eigen verhaal te creëren.
Betrek studenten bij benoemingen
LSVb-voorzitter Stefan Wirken wilde bijvoorbeeld wel eens duidelijk horen wat hogescholen nu werkelijk aan voorinvesteringen hebben gedaan in het vooruitzicht van de inkomsten uit het studievoorschot. Thom de Graaf counterde door te stellen dat dit allemaal in de onderwijsbegrotingen is aangegeven en dus voor de medezeggenschap beschikbaar. “Het is ook duidelijk geworden dat niet alle hogescholen bij machte zijn of de middelen hebben om die voorinvesteringen te doen.”
Openheid over investeringen, was niet het enige punt waarop de LSVb een duidelijker en sterker rol van de medezeggenschap wenste. Net als tijdens het VSNU-café een week eerder benadrukte Stefan Wirken nog maar eens dat de medezeggenschap een sterkere stem moest krijgen in het aanstellen van bestuurders, bijvoorbeeld door hen een plek te geven in benoemingscommissies. “Betrek die studenten erbij. Er zijn zo weinig mogelijkheden voor studenten hierbij.”
Maar moet dat wettelijk verankerd? Thom de Graaf benadrukte dat een plek aan de tafel al lang kan worden afgedwongen “als de medezeggenschap dat stevig agendeert.” Ook Karl Dittrich zag meer in een cultuurverandering op dit gebied. “De gemeenschap is echt vitaal voor een onderwijsinstelling. Het lijkt er op dat we dat wat zijn verloren. Volgens mij heeft dat veel meer met cultuur te maken, de wet veranderen is daarbij geen doel op zich.”
Cultuurverandering bij inspraak
De VSNU-voorman pleitte er voor onder meer opleidingscommissies veel meer in positie te brengen op dit punt, toch bleek in de discussie dat deze klassieke verbanden waarin medezeggenschap is georganiseerd, niet altijd toereikend zijn. Zo gaf Inholland-voorzitter Jet de Ranitz aan ook op zoek te zijn naar andere verbanden. “Medezeggenschap is niet de enige plek waar je dat kan organiseren, misschien moeten we wel juist minder langs die formele kanalen organiseren.”
Wirken zag niettemin toch graag dat er bepaalde controlemechanismen zouden komen om inspraak goed te regelen. Toch deed hij de VSNU en Vereniging Hogescholen een handreiking. “Ik kijk uit naar de voorstellen die hogescholen en universiteiten zullen doen om die cultuurverandering daadwerkelijk te bewerkstelligen, de LSVb is altijd bereid daarbij concreet te helpen.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Nederlands hoger onderwijs “negatieve uitschieter” op kansengelijkheid, toont OESO-rapport