Iedereen ondernemend
Studenten die tijdens hun studie actief bezig zijn met ondernemerschap, lopen vaak tegen problemen aan als ze dit willen combineren met het afronden van hun opleiding. “Het is heel moeilijk om studie en bedrijf te combineren,” zegt Duisenberg. “De topondernemersregeling geeft nu een kans dit wel te doen.”
Niet het eerste de beste plannetje
De Topondernemersregeling valt te vergelijken met de route voor topsporters die een apart traject afleggen om hun studie te combineren met een sportieve carrière. Studenten krijgen een docent-coach en worden tevens via VNO-NCW begeleid door ondernemers. “Het is echt niet het eerste de beste plannetje dat voor die regeling in aanmerking komt. Er moet echt een goed businessplan liggen.”
Tijdens de start in Groningen deden verschillende studenten een pitch om te laten zien wat hun onderneming te bieden heeft. Eén van die studenten is Robin Balser, die Darpdecade ontwikkelde, een app waarmee mensen hun ongebruikte kleding eenvoudig met anderen kunnen ruilen.
Het is slechts één van de voorbeelden van de tussen de tien en twintig studenten die de Hanzehogeschool jaarlijks in aanmerking wil laten komen voor de Topondernemersregeling. Voor Pieter Duisenberg hoeft het echter niet in Groningen te stoppen. “We moeten ons continu vernieuwen, we hebben als samenleving behoefte aan die 21st century skills. We hoeven niet allemaal ondernemer te zijn, maar wel ondernemend. “
“Dat gebeurt niet alleen bij de Hanzehogeschool. In Utrecht heb je StudentsInc dat studenten actief aanmoedigt tot ondernemerschap, maar ik vind ook de STELLA, die zonneauto die studenten in Eindhoven ontwikkelden, een heel mooi voorbeeld. Het gaat om je nek uitsteken.” Het kan dan geen wonder heten, dat Angela Merkel vorig jaar op de Hannover Messe al gefascineerd bleek door die zonnewagen en deze studenten vorige week de ‘Tech-Oscar’ wonnen in de USA.
Duisenberg hoopt dan ook dat dergelijke initiatieven landelijk navolging vinden en wil zich er in Den Haag hard voor maken, dat dit meer en meer gefaciliteerd wordt. “Wat mij betreft hoeven niet alle instellingen hetzelfde te gaan doen, maar op meer plekken mag dit wel. Waar het vooral om gaat is dat je een groep vindt om speciaal te begeleiden in succesvol naar de top komen. Die groep moet je de maximale kans op succes bieden.”
Bijzonder kenmerk moet praktischer
Niet alleen instellingen hebben daarin een rol te spelen, ook de NVAO kan daarbij helpen, benadrukt Duisenberg. “Ik wil inderdaad met de NVAO in gesprek. Zij kunnen opleidingen het bijzonder kenmerk Ondernemendheid toekennen, maar dat proces duurt vaak erg lang. Ik denk dat we dat praktisch beter handen en voeten moeten geven.”
En als Duisenberg dan toch bezig is, wil hij graag gelijk het middelbaar onderwijs mee pakken. “Jongeren krijgen ondernemerschap mee van hun ouders, maar het zou goed zijn als scholen dat ook meegeven. Op die manier worden jongeren veel meer met dat virus besmet.” Er zijn al scholen, zoals het Entrepenasium, die dat doen.
“Die ondernemersgeest moeten leerlingen al jong mee krijgen, daarom steunt de VVD ook het programma Eerst de Klas waar docenten in opleiding ook in het bedrijfsleven meedraaien. Juist op de middelbare scholen kan je die eerste stap zetten.” Met de Hanzehogeschool wil hij dan ook gaan bekijken of een mentor-programma tussen hogescholen en middelbare scholen het ondernemerschap kan stimuleren.
“Het zou toch mooi zijn als je student-ondernemers kan koppelen aan leerling-ondernemers? Dat betekent ook een belangrijke regionale outreach voor hogescholen. Als je die leerlingen op jonge leeftijd al kan laten zien wat er op jouw hogeschool allemaal op dit punt gebeurt, ben je in de toekomst waarschijnlijk heel aantrekkelijk.”
