HBO en MBO samen klem

Opinie | door Ron Bormans
15 juni 2015 | Het HBO heeft een MBO probleem. “De route via het mbo blijkt geen roltrap omhoog te zijn, maar één die naar beneden gaat,” schrijft Ron Bomans. “We groeien naar een situatie waarbij de eerstejaars een kleurrijke afspiegeling zijn van de samenleving, maar waar we bij de diploma-uitreiking een witte school blijken.”

In zijn blog blikt Rotterdams collegevoorzitter Bormans terug op een indringende discussie met zijn collega-HBO-voorzitters in Ermelo. Het weer was er mooi, maar de donderwolken aan de horizon van hun sector doemen donker en rommelend op.

Bij de visie van de branche op de toekomst hebben zij nogal een omissie laten blijken, zo gispte MBO-raad voorman Jan van Zijl de HBO-bobo’s. “We hebben als hogescholen – ik heb daar aan meegewerkt – net een visie gepresenteerd waarin het vraagstuk van studiesucces ook prominent aan de orde wordt gesteld, maar het woord mbo schijnt er niet in voor te komen. Het woord ‘universiteit’ wel 9 keer. Dat is dus niet goed.”

U leest het betoog van Bormans hier onder.

“De bestuurders in het hbo hebben de traditie om één keer per jaar bijeen te komen om de grote vraagstukken waar we voor staan eens goed met elkaar door te spreken. We doen dat deze keer in Ermelo.

Het is prachtig weer. Ik gun mezelf die ochtend een paar uurtjes op de fiets. Goed voor lijf en geest. En als ik op pad ga, heb ik vaak mijn racefiets achterin de auto liggen. Vaak komt het er niet van, nu wel. Ik ken de streek totaal niet en typ een willekeurige plek in op mijn Garmin binnen een bereik van 30 kilometer: Elburg. Blijkt een prachtig stadje te zijn met een mooie oud-Hollandse historie.

Fris gedoucht stort ik me in de tweedaagse. We boeken vooruitgang als je kijkt naar de kwaliteit van het gesprek dat de bestuurders onderling voeren. Stond dat gesprek ooit in het teken van competitie, nu is het meer en meer kennis delen. De wat meer private oriëntatie van een jaar of tien geleden heeft plaats gemaakt voor een overduidelijk publieke focus. Dan is het niet vreemd dathet vraagstuk van studiesucces deze dagen hoog op de agenda staat. We sturen te veel jonge mensen weg zonder diploma. Dat is geen uitdrukking van fout rendementsdenken, zoals het oppervlakkige en gemakkelijke commentaar soms luidt, maar een oprechte zorg vanuit een publieke doelstelling, namelijk dat we alle jongeren die wij toestaan naar het hoger onderwijs te komen, het recht op succesvol afstuderen moeten gunnen. Uiteraard binnen de steeds hoger wordende eisen van kwaliteit en niveau.

Recente publicaties laten zien dat we reden hebben tot zorg. De studie-uitval stijgt. Dat gaat niet met grote stappen, maar de trend is onmiskenbaar niet goed. Een paar trends:

  • De mbo’er deed het altijd relatief goed bij ons (in tegenstelling tot het heersende beeld), maar verspeelt zijn voorsprong op de havist. Van alle studenten die in 2005 startten bij Hogeschool Rotterdam met een voltijd/duale Bachelor studie had bijna de helft van de mbo’ers na vijf jaar een diploma van die betreffende opleiding. Bij havisten lag dat percentage 10% lager. Vijf jaar verder (instroomcohort 2009) is het rendement van mbo’ers nog maar 2,5% hoger dan dat van havisten. Bij beide groepen studenten vond een daling plaats, maar bij mbo’ers veel sterker (van 49% naar 37%) dan bij havisten (van 39% naar 34%).
  • Allochtone meisjes deden het altijd relatief goed, maar verliezen snel terrein; met name de route via het mbo blijkt geen roltrap omhoog te zijn, maar één die naar beneden gaat. Van alle niet-westers allochtone meisjes met een mbo vooropleiding die in 2005 startten bij Hogeschool Rotterdam met een voltijd/duale Bachelor studie had 39% (net iets lager dan het hogeschoolgemiddelde van 43%) na vijf jaar een diploma van die betreffende opleiding. Vijf jaar verder (instroomcohort 2009) is dat nog maar 26% (ruimschoots lager dan het hogeschoolgemiddelde van 38%).
  • De positie van allochtone jongens was al zorgelijk, maar verslechtert, met name als ze via het mbo binnenkomen. Van alle niet-westers allochtone jongens met een mbo-vooropleiding die in 2005 startten bij Hogeschool Rotterdam met een voltijd/duale Bachelor studie had 32% na vijf jaar een diploma van die betreffende opleiding. Allochtone jongens met een havo vooropleiding bleven met 23% het sterkst achter op andere studenten. Vijf jaar verder (instroomcohort 2009) lag het rendement van niet-westers allochtone jongens met een mbo-vooropleiding op 16% en bij degenen met een havo vooropleiding op 13%.
  • Onze hogeschool lijkt toe te groeien naar een situatie waarbij de eerstejaars een kleurrijke afspiegeling zijn van de Rotterdamse samenleving, maar waar we bij de diploma-uitreiking een witte school blijken te zijn. Er is overigens ook goed nieuws: we zien het studiesucces bij ons op de hogeschool in de breedte oplopen waar het de havist betreft.

Jan van Zijl, voorzitter van de MBO-Raad, houdt die avond een gloedvolle en inspirerende tafelrede. Hij houdt ons een spiegel voor. In die spiegel zie ik mezelf met enige schaamte terug. We hebben als hogescholen – ik heb daar aan meegewerkt – net een visie gepresenteerd waarin het vraagstuk van studiesucces ook prominent aan de orde wordt gesteld, maar het woord mbo schijnt er niet in voor te komen. Het woord ‘universiteit’ wel 9 keer. Dat is dus niet goed.

Jan nuanceert onze zorg over de mbo’er: de vergrote instroom als gevolg van de slechte conjunctuur zou de oorzaak zijn. Ik maak duidelijk het daar niet mee eens te zijn. Ik snap de zorg dat we niet moeten doen alsof elke route mbo-hbo een verkeerde is. Ik zal ook niet zeggen dat we te maken hebben met een probleem dat bij het mbo neergelegd moet worden: wij van het hbo zijn eigenaar van dit probleem.

Er zijn mbo-hbo routes die perfect zijn en dat zijn er veel, de meerderheid zelfs. Routes waarbij de mbo’er kansrijker is om het diploma te halen dan de havist. Best practices bij Hogeschool Rotterdam zijn de opleidingsrichtingen Vormgeving, ICT en sociale studies met als voorloper Sociaal Pedagogisch Werk. Er zijn echter ook routes waarvan je op voorhand weet dat studenten uit het mbo vrijwel kansloos zijn en het is onmiskenbaar zo dat de emancipatoire weg die de route mbo-hbo altijd was, voor een deel een hobbelig pad naar beneden aan het worden is.

Dat geldt vooral voor hbo-opleidingen in het economisch domein. Vaak is er geen veel voorkomende mbo-hbo route; de studenten komen van allerlei verschillende (weliswaar economisch georiënteerde) mbo-opleidingsrichtingen.

Maar het is niet zo dat dit komt door de vergrote instroom in het hbo als gevolg van de conjunctuur. Onze analyses laten zien dat er geen correlatie te vinden is tussen (toegenomen) instroom en studiesucces, maar bovendien is het zo dat de relatieve groei van het aandeel mbo’ers in onze instroom niet dateert van de afgelopen jaren, maar de groeispurt belichaamt van tien jaar geleden. We hebben echt een vraagstuk.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK