4000 docenten effectief inzetten

Nieuws | de redactie
10 juli 2015 | Bussemaker verdient complimenten voor haar 4000 extra docenten. Maar als de minister haar Strategische Agenda wil verwezenlijken dan moeten docenten effectiever worden ingezet. Dat betekent minder vakantie, maar wel beter onderwijs en meer mogelijkheden voor onderzoek, aldus Hanze-voorzitter, Henk Pijlman

U leest hieronder het opinieartikel van Henk Pijlman

“Minister Bussemaker verdient complimenten voor haar inzet om 4000 extra docenten aan te stellen. Maar als ze alle ambities uit haar agenda waar wil maken, is het voor het hoger beroepsonderwijs ook nodig om deze menskracht beter in te zetten. 

Dat komt vooral door de veranderende rol van hogescholen. Deze zijn de afgelopen jaren steeds meer praktijkgericht onderzoek gaan doen. Anders dan bij universiteiten is dit onderzoek gericht op praktische vraagstukken uit de samenleving. Zo ontwikkelden onderzoekers en studenten van de Hanzehogeschool Groningen samen met mensen uit het werkveld slimme energiemeters voor huishoudens en een applicatie om ondervoeding bij patiënten met kanker te herkennen.

Onderzoek steeds belangrijker

Dit praktijkgerichte onderzoek heeft grote voordelen: door de relatie met de praktijk is het onderwijs bij de tijd én het onderzoek verdiept kennis en brengt studenten nieuwe vaardigheden bij, waardoor de kwaliteit van het onderwijs toeneemt. Het is dan ook niet verwonderlijk dat onderzoek voor veel hogescholen steeds belangrijker wordt – en dat de minister dit ook stimuleert. Tegelijkertijd is er nu vaak te weinig ruimte voor, omdat docenten al vol zitten met onderwijsverplichtingen.

Dit tijdgebrek hangt nauw samen met een ander hardnekkig dilemma in hbo: werkdruk. Drie op de vier docenten in het hoger beroepsonderwijs is (zeer) tevreden over het werk, op één aanhoudende bron van onvrede na: docenten hebben te weinig tijd om hun werk goed uit te voeren. Deze werkdruk heeft grofweg drie oorzaken.

Mooi maar veeleisend

De eerste is dat docenten in het hbo in vergelijking met collega’s in het buitenland veel les geven. Docent is een mooi maar ook veeleisend beroep. Het is niet eenvoudig om meerdere malen per dag twintig of meer studenten gemotiveerd en geïnteresseerd te houden. Het is dan ook niet voor niets dat docenten elders in de wereld significant minder uren les geven. Ook docenten die van de universiteit naar het hbo komen, schrikken van de hoeveelheid onderwijs en de beperkte voorbereidingstijd.

De tweede oorzaak is bureaucratie. Ik geef meteen toe dat de afspraken over profilering en rendementen hebben bijgedragen aan een kwaliteitsverbetering in het hoger beroepsonderwijs en het is ook terecht dat een publieke instelling verantwoording aflegt aan de samenleving. Toch zijn de regels en afspraken rondom kwaliteit en rendement verworden tot een topzwaar controlemechanisme dat veel onderwijstijd opslokt.

10 tot 14 weken vrij

 De derde oorzaak is de indeling van het onderwijsjaar. Docenten zijn nu per jaar 10 tot 14 weken vrij van onderwijsverplichtingen. Het werk moet dus in de resterende weken worden gepropt. Een betere spreiding over meer weken kan helpen om de werkdruk te verlagen en zal de kwaliteit van het onderwijs ten goede komen. Dit geldt ook voor het onderzoek: om aan de vragen van beroepspraktijk en onderzoekers te voldoen, is het niet meer van deze tijd dat onze instituten in de zomer zes weken praktisch onbereikbaar zijn. 

Om de extra docenten in ieder geval in het hbo goed te laten landen, is het daarom nodig dat docenten minder uren les gaan geven en dat deze uren verspreid worden over meer weken. De werkdruk neemt dan af en docenten krijgen de tijd om hun werk af te maken. Daarnaast komt er capaciteit beschikbaar voor onderzoek en kunnen vragen uit de samenleving en de praktijk tijdig beantwoorden worden.

 Tot slot moeten we de regeldruk terugdringen door de verantwoordelijkheid voor de kwaliteit weer meer neer te leggen waar deze hoort: bij de docent. Het realiseren van deze ontwikkelingen is geen eenvoudige opgave. Het vraagt een gezamenlijke inspanning van de minister, de hogescholen, de docenten en de vakbonden. Maar als we er in slagen, dan zal dat leiden tot meer tijd voor onderwijs en onderzoek, minder werkdruk en vooral tot beter onderwijs.”

 

Henk Pijlman is voorzitter van het College van Bestuur van de Hanzehogeschool Groningen en lid van de Eerste Kamer voor Democraten 66

 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK