Bussemakers ongeduld met het WO
De minister is met werkgeversvoorman en bondgenoot Hans de Boer al langere tijd bezig van mooie voornemens concrete actie te maken op dit terrein en gaf aan dat haar eigen sector hierin geen stralend voorbeeld is. Zo is het aantal vrouwen in wetenschappelijke topposities nog steeds erg laag in ons land en wees Bussemaker erop, dat “vrouwelijke hoogleraren – zo blijkt uit onderzoek – ook nog altijd meer uren werken dan hun mannelijke collega’s. De deeltijdfactor kan daar in ieder geval geen verklaring zijn. Ik vind dat dit om aandacht en maatregelen vraagt en ga daar afspraken over maken met concrete doelstellingen.” Dus toch prestatieafspraken, zoals recent met Wageningen is bereikt?
Zij noemde het WO een sector van de samenleving “waar echt nog een enorme slag te slaan is.” Het ergert haar merkbaar te moeten constateren “dat er 17% vrouwelijke hoogleraren is, terwijl er tegelijkertijd het aantal vrouwelijke studenten de mannen overtreft. Ze studeren ook sneller en vaak beter af. 43.5% van de promovendi is vrouw! Dan steekt die 17% daarmee vergeleken wel zeer, zeer treurig af.”
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap
Taal- en rekentoetsen hebben lerarentekort vergroot maar kwaliteit pabo niet verbeterd