Een oproep om niet weg te kijken

Nieuws | de redactie
2 februari 2016 | Minister Bussemaker geeft met de publicatie van ‘Twee werelden, twee werkelijkheden’ door Margalith Kleijwegt een impuls aan de discussie in het onderwijs over radicalisering en polarisatie. “Vooral als overtuigingen botsen, kan het heel ingewikkeld zijn om met jongeren te praten over actuele kwesties en over hun rol in de samenleving.”

In het inleidend woord bij deze publicatie zet Bussemaker uiteen wat zij hiermee beoogt en roept op “niet weg te kijken.” U leest die introductie hieronder.
De volledige publicatie vindt u hier.

“Hoewel veel Nederlanders tevreden zijn met hun persoonlijke leven, maken steeds meer mensen zich zorgen over spanningen in de samenleving. In één wijk en op één school kunnen twee werelden bestaan, waarvan de bewoners elkaar zelden ontmoeten en eerder tegenover elkaar komen te staan. De komst van vluchtelingen naar Europa en Nederland en de aanslagen in Parijs leiden tot scherpere maatschappelijke tegenstellingen.

Deze ontwikkelingen gaan niet onopgemerkt aan het onderwijs voorbij. YouTube, Instagram en nieuwssites zijn overal. Bovendien komen leerlingen met verschillende achtergronden elkaar op school minder gemakkelijk tegen. Dit wordt versterkt doordat leerlingen worden geselecteerd op niveau, waardoor zij in verschillende groepen zitten of op andere locaties. Scholen doen dit om begrijpelijke redenen, maar maatschappelijk gezien kan dit ongewenste effecten hebben.

Afgelopen najaar heb ik aangegeven dat ik de komende periode door gesprekken en rapportages een beter beeld wil krijgen van sociale scheidslijnen in het onderwijs (Trouw, 28 oktober 2015). Ik heb Margalith Kleijwegt daarom gevraagd om in beeld te brengen hoe gevoelige maatschappelijke kwesties de klas binnen komen. Ik ken haar als een scherp waarnemer van de tijdgeest en van boeken als Onzichtbare ouders en Familie is alles, waarin zij jongeren met een migrantenachtergrond portretteerde.

De reportage ‘Twee werelden, twee werkelijkheden’ heeft indruk op mij gemaakt. In de periode rond de zomer, nog voor de recente aanslagen in Parijs, heeft Margalith Kleijwegt vier hbo’s, acht mbo’s en vijf vmbo’s bezocht. Abstracte cijfers en analyses krijgen in haar reportage een gezicht. En doen ons beseffen dat er geen eenvoudige oplossingen zijn. Wat niet betekent dat we ons er maar bij neer moeten leggen dat de werelden van jongeren zo ver uit elkaar liggen.

Na de aanslagen in Parijs in januari 2015 sprak ik een schoolleider die zei: “Vanuit het midden bouw je geen brug, dat doe je vanaf de kant”. De kloven die deze reportage laat zien, vragen om een stevige brug. Eén die steunt op de pijlers van de democratische waarden die ons binden, zoals waardigheid, vrijheid en rechtvaardigheid.

“Het onderwijs heeft er door deze polarisatie een taak bijgekregen”, is een verzuchting die Kleijwegt van een docent optekende. En hij heeft gelijk. Vooral als overtuigingen botsen, kan het heel ingewikkeld zijn om met jongeren te praten over actuele kwesties en over hun rol in de samenleving. Over dat ze als individu rechten hebben, maar dat ze tegelijk ook plichten en verantwoordelijkheden hebben ten opzichte van anderen.

Tegelijk zie ik het ook als een kernopdracht van het onderwijs dat jonge mensen op school – de mini democratie bij uitstek – kunnen leren wat het betekent om te leven in een open en vrije samenleving. Onderwijs gaat niet alleen over kennisoverdracht. Het gaat ook om het ontwikkelen van karakter en persoonlijkheid (Bildung). Om het zoeken en vinden van je eigen stem. Om van binnenuit te begrijpen waar onze samenleving op is gebouwd en daar tegelijk kritische vragen over kunnen stellen.

In dit complexe, maar zo belangrijke proces van volwassen worden, hebben docenten een essentiële rol. Zij staan voor de opgave gevoelige en soms explosieve kwesties niet toe te dekken, maar juist te benoemen en bespreekbaar te maken. Ik besef dat dit heel lastig kan zijn. Maar het moet wel gebeuren. “Wij zijn de autoriteit en moeten ze de weg wijzen”, zegt een docent op in het verslag van Kleijwegt. En zo zie ik het ook.

Docenten mogen hier niet alleen in staan. Schoolleiding en bestuur moeten zorgen voor een schoolcultuur waarin een open gesprek mogelijk is. Docenten nemen gelukkig ook zelf veel initiatieven en helpen elkaar. Ook overheden en andere instituties zitten niet stil. Maar naast praktische hulp hebben docenten ook brede maatschappelijke en morele steun nodig.

De verleidingen die op jongeren inwerken kunnen zo sterk zijn dat ze individueel nauwelijks te weerstaan zijn. Als we in het onderwijs tegenwicht willen bieden aan de verleidingen van welke vorm van extremisme dan ook, dan moeten we serieus werk maken van de vormende opdracht van het onderwijs. En dan hebben we een sterk sociaal verband nodig. Wij vormen met elkaar de samenleving. Door onze houding, onze blik en onze woorden, onze antwoorden en vragen, maken we met elkaar de omgeving waarin alle jongeren van Nederland opgroeien. De jongeren die al weten wie ze zijn, die het denken te weten en zij die worstelen met hun identiteit en hun plek in deze maatschappij.

Kleijwegt’s rapportage laat een werkelijkheid zien die ongemakkelijk is en soms ronduit pijnlijk. Maar die mij er des te meer van overtuigt dat we problemen niet uit de weg moeten gaan. De leerlingen en studenten van nu bepalen de toekomst. En ze hebben volwassenen nodig om die toekomst vorm te geven. Daarom zie ik de verhalen die Margalith Kleijwegt heeft opgetekend, vooral als een oproep aan ons allemaal. Een oproep om niet weg te kijken, maar om te beginnen met het bouwen van een brug. En om de docenten die in de maatschappelijke frontlinie staan, alle steun te bieden die ze nodig hebben.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK