Hogere hypotheek door leenstelsel

Nieuws | de redactie
22 februari 2016 | “Het wordt makkelijker om een huis te kopen voor studenten met een studieschuld. De leencapaciteit is uiteraard wel lager dan voor hypotheekaanvragers zonder studieschuld,” zegt staatssecretaris Klijnsma van SZW. De zorgen van de Vereniging Eigen Huis wuift zij dan ook weg.

De SP stelde Kamervragen vanwege het bericht van Vereniging Eigen Huis, die bezorgd constateerde dat hypotheekaanvragers geen melding hoeven te maken van hun studieschuld bij DUO. De vereniging van huiseigenaren vreest dat toekomstige huizenbezitters daarmee in financiële problemen kunnen komen vanwege te hoge maandlasten.

Incorrect en onvolledig

In het bericht van de VEH werd gesteld, dat bij de verwachte gemiddelde studieschuld van €35.000 mensen € 35.000 minder aan hypotheek kunnen opnemen. “De in het artikel gegeven informatie is incorrect en onvolledig,” meldt Klijnsma. “Allereerst verwacht de regering niet dat de gemiddelde studieschuld €35.000 gaat bedragen. Voor de introductie van het studievoorschot, leenden studenten gemiddeld €10.000 (€15.000 voor de studenten die leenden, maar een derde van studenten leende niet). De verwachting, gebaseerd op de inschatting van het Centraal Planbureau, is dat studenten tweederde van de weggevallen basisbeurs gaan bijlenen, te weten €6.000 extra.”

Daarnaast geeft de PvdA-bewindsvrouw aan dat de studieschuld maar een klein onderdeel is bij de afwegingen rond de aanvraag van een hypotheek. “Het bedrag wat[sic!] iemand aan hypotheek kan opnemen is afhankelijk van meer factoren dan van studieschuld alleen. Op basis van een aantal factoren, waaronder de hoogte van het inkomen en de (toets)rente, wordt een woonquote vastgesteld: het percentage van het bruto inkomen dat besteed kan worden aan de woonkosten. Hierop wordt vervolgens een correctie toegepast wanneer de hypotheekaanvrager al een schuld heeft lopen.”

Gunstiger voorwaarden

De staatssecretaris wijst er op dat de Autoriteit Financiële Markten en de Nederlandse Vereniging van Banken er ook zo over denken. “Door de studieschuld mee te wegen bij de hypotheekverstrekking, doet de kredietverstrekker recht aan het feit dat een studieschuld een maandlast met zich meebrengt, zij het dat die aanmerkelijk lager wordt verondersteld dan die van een commerciële lening. Voor de aflossing van de studieschuld gelden immers beduidend gunstigere voorwaarden. Dit wordt ook erkend door de Nederlandse Vereniging van Banken en de Autoriteit Financiële Markten, waarmee de regering afspraken heeft gemaakt over hoe studieschulden worden meegewogen.”

Bovendien stelt Klijnsma dat de afbetalingsvoorwaarden van het studievoorschot gunstiger zijn dan bij het al zeer gunstige, vroegere beurzenstelsel. “Bij een consumptief krediet wordt ervan uitgegaan dat 2% van de hoofdsom als maandlast moet worden aangenomen, bij studieleningen onder het oude stelsel is dit 0,75%. Bij studieleningen onder de voorwaarden van het studievoorschot is deze zogeheten wegingsfactor vastgesteld op 0,45%. Dit omdat de leenvoorwaarden onder het studievoorschot aanmerkelijk socialer zijn dan de voorwaarden die onder het oude stelsel werden gehanteerd. Een studieschuld wordt dus niet een op een van de leenruimte afgetrokken.”

Door deze lagere wegingsfactor wordt het minder moeilijk om een lening af te sluiten voor een huis en dus niet moeilijker. “Doordat de wegingsfactor onder het nieuwe stelsel lager is dan onder het oude stelsel, wordt de leencapaciteit op verantwoorde wijze groter en wordt het dus makkelijker om een huis te kopen voor studenten met een studieschuld. De leencapaciteit is uiteraard wel lager dan voor hypotheekaanvragers zonder studieschuld. Zoals gezegd acht de regering het van belang dat studieschulden worden meegewogen, juist om overkreditering, betalingsmoeilijkheden en schuldenproblematiek te voorkomen.“


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK