Nieuw oog voor macrodoelmatigheid
Een onderwijsaanbod in MBO, HBO en WO, dat jongeren geen zinvol perspectief biedt, zou kritisch bezien moeten worden als het publieke bekostiging verlangt. Minister Bussemaker zet er bijvoorbeeld op in, dat de ROC’s nadrukkelijker inspelen op de regionale arbeidsmarkt en hun profiel meer zoeken in het bieden van zulke zinvolle perspectieven in samenwerking met hun omgeving en her bedrijfsleven. In het hoger onderwijs wordt het aanbod al kritisch getoetst in die zin. Daar kijkt men naar de zogeheten ‘macrodoelmatigheid’ van opleidingen, oftewel gecheckt wordt of zij geen ‘dubbelop’ aanbod vormen binnen het geheel.
Een hoop gezeur
De daarvoor aangewezen organisatie, de CDHO, ligt echter onder vuur, met name in de universitaire wereld. Daar vindt men haar een exempel van de regeldrift en overbodige bureaucratie waar HBO en WO onder zuchten. “Neem nou de toetsing van de macrodoelmatigheid. Laat dat toch vervallen,” verzuchtte VSNU-voorman Karl Dittrich recent. “De sector kan die verantwoordelijkheid echt zelf wel aan. Nu is het vooral een hoop gezeur, dat er toe leidt dat bij nieuwe initiatieven van een andere instelling men daar naar grijpt om te kunnen zeggen: dat moest maar niet daar! Dit land is gewoon te klein om elkaar de tent uit te vechten, dus moet je het bestel ook niet zo optuigen dat we dat toch allemaal gaan doen. Ik hoop dat er een volwassener stelsel kan komen.”
Minister Bussemaker gaf in een reactie op de perikelen van psychologiestudenten en hun geringe kansen op zinvol werk aan, dat zij nu juist krachtiger afspraken wil. Als voorbeeld noemde de sector van de kunstopleidingen, waar men met het rapport-Dijkgraaf tot een sectorplan kon komen, waarin beperking van de instroom – uiteraard met een strenge selectie aan de poort – kon worden afgesproken. De minister blijkt ook niet af te willen van het werk van de CDHO. Zij meldde eerder al: “Zo moeten de NVAO, de Inspectie van het Onderwijs, de Commissie Doelmatigheid Hoger Onderwijs (CDHO) en de Review Commissie Hoger Onderwijs (RCHO) veel nauwer met elkaar samenwerken, zodat het voor de instellingen lijkt of er nog maar één organisatie is (die toeziet op de kwaliteit van het hoger onderwijs).”
Een loket?
Met een enkel loket voor het toezien op kwaliteit, zou meteen ook de toetsing van de macrodoelmatigheid en afstemming op de arbeidsmarkt in één hand gelegd zijn. OCW lijkt daar meer fiducie in te hebben dan in de denklijn van Dittrich die er vanuit uit gaat, dat “de sector die verantwoordelijkheid echt zelf wel aan [kan]. Nu is het vooral een hoop gezeur.” Bij de psychologie-opleidingen moest de VSNU nu echter erkennen, dat de gegevens niet klopten en dat bracht de minister op de gedachte, dat ook daar met een sectorplan wellicht druk op de ketel kon worden gezet.
De studentenbonden zijn dan ook ontstemd. Het ISO pleit voor een structurele doelmatigheidscheck van opleidingen. Zoiets “toetst de toegevoegde waarde van een opleiding. Opleidingen worden nu alleen op doelmatigheid getoetst als ze opgericht worden.” Simon Theeuwes van het ISO voegt daar aan toe: “Opleidingen moeten gedurende hun bestaan op hun doelmatigheid worden getoetst. Dat dwingt universiteiten en hogescholen om na te denken waartoe ze hun studenten opleiden.” Vanuit de LSVb wordt het idee geopperd van een ‘alumni-monitor’, zodat studenten van de ervaringen van afgestudeerden in de praktijk profijt kunnen trekken bij hun oriëntatie op de kansen op de arbeidsmarkt.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap