Regie met maidenspeech

Nieuws | de redactie
11 februari 2016 | De opluchting is groot achter de schermen. De Kamer schrok nog net terug van “gekke dingen”, “innerlijke tegenstrijdigheden” en “medezeggenschapsmanie”. Wie zijn de winnaars en verliezers bij ‘Bestuurskracht’? En wat doet D66 nu?

Hoezeer kabinet en coalitie de regie kwijt waren bij de besluitvorming over het wetsvoorstel Versterking Bestuurskracht in het hoger onderwijs bleek uit twee signalen. Het eerste was de paniekerige zorg die doorklonk vanuit de Raden van Toezicht, met name in het WO.

Er werden sub rosa vragen gesteld aan ScienceGuide als: ‘denken jullie dat de Kamer zulke gekke dingen gaat doen?‘ ’Moeten wij echt lijden onder alles ze in Amsterdam fout lieten gaan?’ ‘Waarom is Bussemaker zo stil en de VSNU zo laks hierover?’

De Senaat als verliezer

Het tweede signaal gaf de minister zelf. Verpakt in een technisch briefje zat op de valreep van het Kamerdebat een smeekbede. Zij vroeg de gelegenheid om te voorkomen, dat een hopeloze rommelpot ontstond, waarmee zij af zou gaan in de Eerste Kamer. Aangezien de VVD haar wetsvoorstel sterk steunde, kon dit briefje alleen maar een laatste poging inhouden de PvdA-fractie bij de les te houden of terug in het hok te duwen.

Verliezer nummer 1 bij Bestuurskracht is daarom de Senaat. Deze krijgt nu toch niet de kans de minister terug te sturen om haar plannen met een novelle te ontdoen van allerlei “gekke dingen.” Dat komt omdat de uitkomst van het debat ‘aan de overzijde’ over meer dan 50 wijzigingsvoorstellen en moties bestuurlijk HO-land stiekem reuze meevalt. Ook op OCW moeten diepe zuchten van opluchting te horen zijn geweest. De Eerste Kamer heeft zo weinig reden om op te spelen, zoals men onlangs nog deed met de OCW-deconfiture rond de mediawet van Sander Dekker. Bussemaker bungelt niet.

Winst én verlies OCW

Zij is dan ook verliezer nummer 2 én winnaar nummer 1 in dit geheel. Want net als met het leenstelsel haalt Bussemaker de buit binnen, maar niet nadat zij in de Kamer het initiatief en de regie erover moest loslaten en overlaten aan een andere speler van een andere partij dan de hare. Een minister als speelbal van andere krachten is zelden een fraai fenomeen, zal collega Ard van der Steur haar kunnen uitleggen.

Was bij het studievoorschot de regisseur in elk geval nog iemand uit de coalitie – VVD’er Duisenberg van de “medezeggenschapsmanie” en de terrasverwarming die als Nationaal Erfgoed door het Rijksmuseum voor zijn collectie geclaimd zou moeten worden als object -is bij ‘Bestuurskracht’ die rol zelfs buiten de VVD-PvdA combinatie terecht gekomen. De regieloze opzet van het debat maakte dat bijna elk voorstel door zeer wisselende coalities op 75-75 stemmingen dreigde te stranden. Wie niet oplette daarbij was de sjaak, wie dit doorhad kon de sleutelrol pakken.

Wallensteins generaal

Winnaar nummer 2 had dit door. Hij zit net in de Kamer, maar kent zijn pappenheimers. Dit HO-debat bevatte zelfs zijn maidenspeech. De rol van CU-parlementariër Eppo Bruins past helemaal bij de dichtregel van Schiller – uit diens Wallenstein-cyclus van toneelstukken – waar die ‘pappenheimers’ uitdrukking uit is ontstaan. “Spät kommt er, doch er kommt! So kenn’ ich meine Pappenheimer wieder.” Generaal Pappenheim sneuvelde overigens bij die late redding van zijn chef op het slagveld bij Lützen in 1632, doch dit terzijde.

Bruins zorgde voor tenminste twee dingen. Zijn voorstel om studenten een serieuze rol te bieden bij de keuze van topbestuurders in HBO en WO haalde een meerderheid. Een hele reeks andere plannen werd niks en dat was punt twee.  

Alle vijf de HO-verbetervoorstellen van de CU nam de Kamer aan. Niet een van de reeks die D66 en GroenLinks indienden. Het uiteenvallen van het verbond van de ‘constructieve 3’ en van de alliantie rond het studievoorschot kon niet beter zichtbaar worden. Dit leidt ertoe dat in beide Kamers nu een aparte situatie ontstaat. Bussemaker kan hopen op voldoende steun voor haar – gewijzigde – plannen van de zijde van VVD, PvdA, CDA, CU, SGP en wellicht zelfs de SP, die bijna de helft van zijn voorstellen gehonoreerd zag. Maar wat doet D66?

Een hoog college als winnaar

Zou die partij nu alsnog Bestuurskracht steunen in de Tweede Kamer – en te meer als dat in de Eerste Kamer zou gebeuren – dan geeft men toe dat die wet met niet één profilerende wens van D66 erin, op een punt ten aanzien van het MBO na, toch ruim voldoende zou zijn. De vele HO-bobo’s in de Senaatsfracties vinden dat zonder twijfel nu er geen “gekke dingen” in die wet verzeild zijn geraakt, maar dat maakt het niet minder lastig voor de ‘onderwijspartij’.

Zijn de studenten winnaars? Daar zijn zij onderling nog niet erg uit. Het ISO kraaide triomf en spreekt van een historische dag. De ASVA vond het niks als resultante van haar Maagdenhuis, op zijn best een uiterst mager resultaat voor de inspraak van de student. De LSVb houdt zich opmerkelijk koest. De studentenbond noteert droogjes dat een plan uit 2013 – dus van voor de perikelen in het Bunge– en Maagdenhuis – er nu ten bate van opleidingscommissies door komt dankzij een amendement van de regeringscoalitie. “Opleidingscommissies zitten het dichtst op het onderwijs. Het is niet meer dan logisch dat daar een fundamenteel deel van de inspraak plaatsvindt,” zegt voorzitter Stefan Wirken.

En dan is er nog één winnaar. De Raad van State. Die gispte de wettelijke dwang die OCW wilde leggen op Raden van Toezicht ten aanzien van een meldplicht bij de inspectie. De minister gaf geen krimp en negeerde het hoogste adviesorgaan. Bruins diende met Michel Rog van het CDA een amendement in om deze plicht te schrappen. De opvatting van de minister kreeg de steun van de SP en Denk. Zelfs de PVV steunde het schrappen van deze dwang op de bestuurlijke elite in HBO en WO.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK