Straatjongeren verdienen harde aanpak

Nieuws | de redactie
12 februari 2016 | Dat straatjongeren afglijden in de georganiseerde criminaliteit kan worden voorkomen door ze hard en duidelijk aan te pakken op hun gedrag. Hen pak je niet aan met fluwelen handschoenen, stelt Jan Dirk de Jong in zijn lectorale rede aan de Hogeschool Leiden.

Deze jongeren moeten worden aangesproken door rolmodellen die zelf ook dichtbij de werkelijkheid van de jongeren staan en daar respect genieten. Daarbij is het noodzakelijk dat een helder en haalbaar toekomstperspectief wordt geschetst dat beter is dan het leven op de straat.

“Een goede relatie tussen jongeren met gepassioneerde professionals en positieve rolmodellen is daarbij onontbeerlijk”, stelt lector De Jong. “Zij spreken jongeren aan op dat vermogen iets van zichzelf te kunnen maken en nemen hen daarin bloedserieus – mede door hen juist duidelijk te wijzen op denkfouten en hard confronteren met slachtoffergedrag. Boven alles keuren ze onwenselijk of slecht gedrag van een jongere af wanneer hij – opnieuw – een verkeerde keuze heeft gemaakt, maar nooit de jongere zelf als persoon.”

Aantrekkelijk perspectief

In die houding van professionals en andere betrokken volwassenen ligt mogelijk een belangrijke sleutel opdat zulke jongeren zich wel openstellen voor een ander perspectief dan het straatleven. Risicojongeren die slechts een marginale positie bekleden of om andere redenen overwegen het straatleven de rug toe te keren, kunnen met behulp van de mensen met die juiste houding een aantrekkelijk perspectief gaan zien in een realistisch bestaan in de burgermaatschappij. Als dat leidt tot de beleving van meer verbondenheid dan deze jongeren op straat gewend zijn, dan kunnen zij makkelijker worden overgehaald die sprong te wagen.

“De ontbrekende schakel in de aanpak van jeugdcriminaliteit is ons gebrekkige vermogen om een sterker gevoel van verbondenheid tot stand te kunnen brengen in een gewenst milieu ten opzichte van dat straatleven waarin een jongere tenminste iemand voorstelt,” analyseert de Leidse lector.

“Ze menen op de straat van meer betekenis te kunnen zijn dan in een ‘witte’ samenleving als een mislukte leerling, ongewenste migrantenzoon en minderwaardig mens.”

Verkeerd verbonden op straat

Wanneer zo’n risicojongere inziet dat hij verkeerd verbonden is op straat en gemotiveerd is om nieuwe mogelijkheden voor betere verbindingen te verkennen, is de volgende vraag hoe dan precies de juiste verbinding tot stand te brengen tussen de jongere en een alternatieve sociale omgeving. Daarbij willen we weten hoe hij veranderingen gaat beleven in zijn gevoel van verbondenheid thuis, in zijn buurt, in de klas, op zijn werkplek en ten aanzien van de rest van de Nederlandse samenleving. Meer nuchtere vakkennis over de ontwikkeling van die benodigde verbondenheid.

Jan Dirk de Jong is als lector Aanpak Jeugdcriminaliteit aangetreden en verbonden aan het Expertisecentrum Jeugd van Hogeschool Leiden. Dit centrum ontwikkelt kennis om te begrijpen wat kinderen en jongeren nodig hebben voor hun ontwikkeling. Het gaat om kwetsbare jongeren die ‘bijzonder’ zijn en zoveel mogelijk gebruik moeten kunnen maken van wat we als ‘gewoon’ ervaren. Thuis wonen, naar school, spelen met vrienden en vriendinnen. En soms, wanneer het echt niet gaat is er een ‘bijzondere’ omgeving nodig.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK