Brede verkenning rond HO en NS

Nieuws | de redactie

7 april 2016 | Staatssecretaris Dijksma van I&M moet met OCW zien te bereiken, dat NS en hoger onderwijs meer tot elkaar komen en dat dit minder drukte op het spoor oplevert. Zij vertelt de Tweede Kamer nu hoe zij dat doel zou willen zien te halen. Daarbij reikt GroenLinks haar nog een suggestie aan.

Dijksma meldt de Kamer dat minister Bussemaker “de Kamer in december de eindrapportage van de Taskforce beter benutten onderwijs en openbaar vervoer heeft gestuurd.” Die eindrapportage is niet het einde van hun inspanningen, want het is duidelijk, dat beide ministeres er nog lang niet zijn.

Dat geeft de bewindsvrouw ook toen als zij zegt dat “wij over dit onderwerp verder het gesprek [zullen] aangaan met scholen en andere instellingen om te bekijken wat we nog extra kunnen doen.” Opvallend is dat zij hier de studentenorganisaties expliciet niet noemt, terwijl uit die kring al regelmatig irritatie klinkt, dat zij met de NS niet in het gesprek komt bij de meest recente spoedmaatregelen om via spitsmijding het materieeltekort op het spoor weg te werken.

Als je later begint, eindig je ook later

Die gesprekken moeten vervolgens tot een vervolg in het beleid van OCW en Dijksma leiden. “Voor de zomer zullen we hiervoor een plan van aanpak presenteren.” In dat plan van aanpak neemt de staatssecretaris een suggestie van GroenLinks mee. Liesbeth van Tongeren van die partij had tegen Dijksma gezegd: “kijk breed naar welke andere mogelijkheden je nog ziet, bijvoorbeeld met interessante programma’s voor e-bikes en andere dingen.”

I&M ziet daar wel wat in en kondigt in dat verband zelfs iets extra aan. “Het lijkt me heel goed om die brede verkenning uit te voeren,” zegt de staatssecretaris tegen de Kamer. Daarbij meldt zij ook nog, dat dit niet alleen maar een zaak van HBO en WO is. “Dat geldt niet alleen voor studenten en scholieren, maar ook voor heel veel werknemers. We moeten dat samen met werkgevers en werknemers regelen, omdat het dan het meeste effect heeft. We moeten ons ook inspannen om in dezen het goede voorbeeld te geven. En, inderdaad, als je later begint, eindig je ook later! Dat is ontegenzeggelijk waar. Het is niet opeens een stiekeme vorm van arbeidstijdverkorting die hier om de hoek komt kijken. We zullen dat ook moeten regelen in overleg met de medezeggenschap; zo werkt dat nu eenmaal binnen bijvoorbeeld de departementen.”