Geld voor R&D zit op slot

Nieuws | de redactie
22 april 2016 | Het kabinet wil dat onderzoeksprojecten die aansluiten bij de Nationale Wetenschapsagenda voorrang krijgen bij de toekenning van NWO-beurzen. Zo hoeft de realisering van die agenda geen extra geld te kosten. “Het begint wel met een visie en niet alleen met je hand ophouden.”

Tijdens het Kamerdebat over het wetenschapsbeleid ging het vooral over het geld. Moet er meer of minder geld naar de uitvoering van de Wetenschapsagenda? D66, CU, en de SP bepleiten van wel. De PvdA wilde dit ook, maar zag vooral een rol weggelegd voor andere ministeries dan OCW. De VVD was niet tegen meer geld voor wetenschap, maar men zou ook scherpere keuzes willen aanmoedigen. Staatssecretaris Dekker voelde daar ook voor, want hij vindt dat de Wetenschapsagenda er niet voor bedoeld was om voornamelijk extra geld te kunnen claimen en genereren.

Private kant laat het afweten

Pieter Duisenberg (VVD) gaf tijdens het debat toe dat Nederland de Lissabon-doelstelling om 2.5% van het BBP te investeren in R&D niet haalt, maar dat komt door het bedrijfsleven. In Europees perspectief doet Nederland het zeker niet slecht, vond hij. “Internationaal gezien staan wij er met onze publieke investeringen gewoon meer dan goed voor. We zien dat Nederland op Europees niveau boven Duitsland en Zweden staat. Landen waar wij ons toch graag aan meten. We staan dan wel beneden de doelstelling die we met elkaar hebben gesteld van 2.5% van het BBP, maar dat ligt vooral aan de private kant.”

In het kader van de Wetenschapsagenda vond de liberaal dat er scherpere keuzes gemaakt moesten worden. “Als je kijkt naar ons prestatieprofiel dan zie je dat wij het heel goed doen op een aantal gebieden, maar dat wij oververtegenwoordigd zijn in bijvoorbeeld economische wetenschappen, onderwijskunde en psychologie en ondervertegenwoordigd in chemie en materiaalkunde.”

“Ik vind het daarom makkelijk dat  de VSNU aan ons als Kamer schrijft: ‘geef ons een miljard en pas dan gaan we keuzes maken.’ Ik sluit het niet uit dat wij gaan investeren in kennis. Maar als ik naar ons onderzoeksprofiel kijk, dan moeten daarbij keuzes gemaakt worden, zodat je binnen het bestaande budget kan kijken wat je kunt doen. Maar je moet niet zeggen ‘we gaan pas kiezen als er meer geld is’, dat vind ik echt slappe hap.”

Rol voor vakministeries

Mei Li Vos van de PvdA zei het nuchter. “Als het gaat om wetenschapsbeleid dan ben je vooral bezig met geld. Die 2.5% norm die wij moeten besteden aan onderzoek en innovatie, die halen we nu even niet. Ik weet ook dat het lastig is om die norm te halen en ik weet ook wel dat er honderd andere prioriteiten zijn, maar we zijn het aan onze stand verplicht om dat wel te bereiken. Daar zouden vakministeries een rol kunnen spelen, want deze zijn veel minder gaan besteden aan onderzoek. Dat is een sluitpost op hun begroting geworden en misschien moeten zij nu meer gaan doen nu de economie weer aantrekt.”

“De eerste geldstroom moeten we versterken, daarom moet er geld overgeheveld worden van NWO naar de eerste geldstroom,” was de oplossing die de SP te berde bracht. Dit was ook één van de conclusies uit de enquête van de SP onder wetenschappers, vertelde Jasper van Dijk. Eppo Bruins van de CU ging daar scherp op in. “De tweede geldstroom is een half miljard groot en de eerste geldstroom vier miljard. Er is in 2007 onder Ronald Plasterk al een keer geld van de eerste naar de tweede geldstroom overgeheveld en dat heeft heel veel ellende veroorzaakt. De eerste en de tweede geldstroom zijn één en hetzelfde systeem, als u daarin gaat schuiven, helpt u de wetenschap niet. Dus laten we vooral meer geld uitgeven aan wetenschap in plaats van schuiven.”

Wel een visie, niet je hand ophouden

Minister Bussemaker was in haar reactie kritisch op de geluiden om die één op één te verbinden met een investeringsagenda. “Het begint wel met een visie en niet alleen met je hand ophouden. Ik denk dat we vanuit de visie en de agenda echt stappen voorwaarts maken. De kenniscoalitie is daar nu mee bezig. Natuurlijk is er ook een moment van verkiezingen en een nieuw regeerakkoord en ik zie dat er hard gewerkt wordt om de meerwaarde van samenwerking aan te tonen en de noodzaak van meer investeringen over het voetlicht te brengen.”

Maar meer geld zit er nu niet meer in. “In deze kabinetsperiode zit het op slot. In het regeerakkoord zijn hele duidelijke afspraken gemaakt en toen is er al meer geld voor wetenschap bijgekomen dan in vorige kabinetten. Ik weet dat is niet genoeg. Er zullen vast veel argumenten zijn waarom er nog meer wenselijk en nodig zou zijn.”

Sander Dekker vond de Wetenschapsagenda als proces in elk geval geslaagd. “Ik zie dat iedereen daar enthousiast over is, zowel als het gaat om het proces, maar ook over de verbindingen die zijn gelegd over de grenzen van wetenschappelijke disciplines heen. Dat gebeurde naar buiten toe, naar bedrijven die zijn aangehaakt.” Ook prees hij “de pogingen die worden gedaan om wat scherpere keuzes te maken.”

Niet alleen voor extra geld

“Ik ben het eigenlijk wel met de heer Duisenberg eens die zegt: ‘het moet toch niet zo zijn dat we alleen met die Wetenschapsagenda aan de slag zijn gaan voor extra geld.’ Ik vind ook dat we binnen de bestaande kaders kunnen komen tot scherpere keuzes.” Dekker wil daarin de toekenning van NWO-beurzen gebruiken om die scherpere keuzes af te dwingen. “Ik ben daar over in gesprek met NWO. Deze maakte vroeger altijd strategische plannen, maar als we nu zeggen dat de Wetenschapsagenda leidend moet zijn dan zou di NWO-strategie daar ook op gericht kunnen worden. We zijn nu heel serieus aan het kijken of projecten die aansluiten bij de routes van de Wetenschapsagenda geen voorrang kunnen krijgen bij het toekennen van NWO-beurzen. Zo gaat dat in mijn ogen straks ook echt gericht gebeuren.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK