Kennis laten stromen
In het rapport ‘Vangen, verwerken en verwaarden’, wordt gesproken over het kennisabsorptievermogen van Nederlandse kennisinstellingen en bedrijven. “Kennisabsorptievermogen is het vermogen om relevante kennis te identificeren, zich deze eigen te maken en te benutten. Het stelt kennisinstellingen in staat om nieuwe kennis te genereren en bedrijven om te innoveren,” schrijven AWTI-voorzitter Uri Rosenthal en Dave Blank voorzitter van de projectgroep Kennisabsorptievermogen.
Op hoog niveau
Volgens de schrijvers van het rapport is het met dat kennisabsorptievermogen in Nederland goed gesteld. “De Nederlandse wetenschap staat op een hoog niveau en werkt veel samen met wetenschappers uit andere landen. Kennis stroomt.” Toch ziet het rapport ontwikkelingen die dit vermogen in de toekomst zouden kunnen hinderen.
Hier ligt volgens de AWTI een taak voor de overheid. Er zijn ontwikkelingen die het vermogen ongunstig beïnvloeden. Zo is het voor kennisinstellingen steeds lastiger kennis uit het buitenland te halen door internationaal toptalent aan te trekken. “Wil Nederland aantrekkelijk blijven voor internationaal talent, dan moeten we de onderzoeksbekostiging, met name die middelen die in te zetten zijn om toptalent aan te trekken, op peil houden”, stelt Rosenthal
Ook de arbeidsmobiliteit en samenwerking ‘op de werkvloer’ tussen onderzoekers van kennisinstellingen en bedrijven staan onder druk. Dave Blank, voorzitter van de projectgroep die het advies voorbereidde: “Een dynamische arbeidsmarkt met veel mobiliteit tussen bedrijven en kennisinstellingen en een gunstig investeringsklimaat zorgen voor instroom en behoud van jong talent en toptalent in Nederland”.
In het rapport wordt een aantal aanbevelingen aan de bewindslieden van OCW en Economische Zaken gedaan om de basis te leggen voor een stevig vermogen om kennis te absorberen:
- 1. Houd de ontwikkeling van het kennisabsorptievermogen continu in de gaten:
i) investeer daartoe meer in toekomstverkenningen (foresight),
ii) neem kennisabsorptievermogen mee in onderzoeksvisitaties,
iii) monitor het functioneren van de TO2-instellingen op het ontstaan van ‘structurele gaten’ in het
kennisabsorptievermogen, en
iv) intensiveer het gesprek met bedrijven – niet alleen grote bedrijven, maar ook mkb – over de aansluiting van opleidingenaanbod en publiek onderzoek op hun behoeften.
2. Onderhoud de basis van het kennisabsorptievermogen:
i) waarborg dat de Nederlandse wetenschap daartoe over genoeg vrij beschikbare middelen beschikt,
ii) stimuleer publiek-private samenwerking ‘op de werkvloer’ via meer programmatische ondersteuning (subsidies) en meer gezamenlijke (publiek-private) investeringen in onderzoeksfaciliteiten,
iii) houd Nederland aantrekkelijk voor jong talent en toptalent door gerichte investeringen en een aantrekkelijker vestigingsklimaat, iv) stimuleer arbeidsmobiliteit over grenzen heen en tussen bedrijven en kennisinstellingen, en v) zie erop toe dat de intermediaire rol in het kennis- en innovatiesysteem adequaat wordt ingevuld.
3. Tref maatregelen waar nodig:
i) intensiveer de samenwerking met andere landen waar de Nederlandse wetenschap de aansluiting met mondiale ontwikkelingen dreigt te verliezen,
ii) overleg met het bedrijfsleven over maatregelen om het kennisabsorptievermogen op peil te houden.
U leest het hele rapport hier
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”
CvB Erasmus Universiteit weigert tweetalig te vergaderen met medezeggenschap