Europa wil positie promovendi verbeteren
De regering heeft een verslag van de informele Europese Raad voor Concurrentievermogen naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Momenteel is Slowakije voorzitter van de Raad van de Europese Unie. In dat kader hebben jonge wetenschappers de ‘Bratislava declaration on young researchers’ opgesteld. Deze werd besproken in de Europese Raad en bleek op veel weerklank te kunnen rekenen van Europese kennis- en onderwijsministers.
‘Brain drain’ voorkomen
Het doel van de declaratie is om “de randvoorwaarden voor jonge onderzoekers te verbeteren en interesse te wekken bij jongeren voor de wetenschap. Om succesvol te zijn als Europa moeten we jonge mensen kunnen interesseren en aantrekken en vervolgens behouden voor Europa en de wetenschap om ‘brain drain’ te voorkomen.”
Bij de presentatie van de declaratie kwam een reeks voorbeelden langs hoe de positie van jonge wetenschappers kan worden verbeterd: “Het bijhouden van een database met veelbelovende studenten, bevorderen van de toegang tot laboratoria, voorkomen van machtsmisbruik met name in de PhD-fase, duidelijkheid over carrièrepaden en ondersteuning voor partner en kinderen wanneer onderzoekers mobiel willen zijn.”
Maar ook werden er suggesties gedaan om het nieuwsgierigheid gedreven onderzoek te stimuleren. “De onderzoekers benadrukten ook het belang van voldoende ruimte voor het door nieuwsgierigheid gedreven onderzoek, naast resultaatgedreven onderzoek, en het plezier dat onderzoekers in hun werk moeten kunnen vinden, omdat juist de wetenschappelijke manier van denken leidt tot innovatie en economische groei.”
Een kinderuniversiteit
Uit de discussie die volgde onder de Europese ministers van onderwijs werden een reeks voorstellen gedaan om de positie van jonge wetenschappers te bevorderen. “scholieren moeten enthousiast worden over de wetenschap. Dat mag niet afhangen van een enkel bezoek van een wetenschapper, maar onderzoekend leren zou moeten worden opgenomen in het curriculum. Ook werden voorbeelden genoemd als een ‘researchers night’ en de kinderuniversiteit.”
Nederland benadrukte in de bijeenkomst dat jonge wetenschappers vooral gestimuleerd moeten worden om in het bedrijfsleven aan de slag te gaan, deze oproep kreeg weerklank van andere lidstaten, schrijft de regering. “Nederland onderstreepte het belang van verschillende carrièremogelijkheden voor de onderzoeker, zowel binnen als buiten de wetenschap. Andere landen benadrukten daarbij ook dat de barrière tussen de publieke en de private wereld geslecht moet worden: ook het bedrijfsleven heeft tenslotte onderzoekers nodig. ‘Industrial doctorates’ of ‘innovative doctorates’ werden daarbij genoemd door verschillende landen en de JRC-pilot voor een doctoraal partnership werd positief beoordeeld.”
Deze oproep van Nederland sluit aan bij de wens van de KNAW, NWO en de VSNU die al eerder pleitten dat promovendi beter voorbereid moeten worden op een baan buiten de wetenschap. Zij waarschuwden dat maar een kwart van de promovendi carrière maakt in de wetenschap.
FvH