Vlaams hoger onderwijs in trek bij Nederlanders

Nieuws | de redactie

9 augustus 2016 | Tijdens het studiejaar 2015-2016 waren er in Vlaanderen en Brussel 4.224 in Nederland wonende studenten ingeschreven in een Nederlandstalige instelling van het hoger onderwijs. Dat zijn er bijna 1.000 meer dan in 2013-2014, toen er 3.255 Nederlandse studenten waren.

Hun aandeel steeg in die periode van 1,53 tot 1,94 procent. Dat blijkt uit het antwoord van Vlaams Onderwijsminister Hilde Crevits op een schriftelijke vraag van parlementslid Koen Daniëls (N-VA).Het aandeel Nederlandse studenten is hoger aan onderwijsinstellingen die dichter bij de grens met Vlaanderen liggen.

Geen financiële vluchtelingen

Al eerder heeft de Vlaamse nationalist, Daniëls hierover vragen gesteld aan Crevits en bij haar aangedrongen dat Vlaanderen in gesprek moet gaan met Nederland. Rik Torfs, rector van de KU Leuven waarschuwde toen ook al dat hij er weinig voor voelde om ‘financiële vluchtelingen’ op te vangen, die op de vlucht zijn voor het leenstelsel in Nederland.

Wat de universiteiten betreft spande de Universiteit Antwerpen in het academiejaar 2015-2016 de kroon met 7,04 procent (5,84 procent in 2013-2014), gevolgd door de UHasselt met 2,07 procent (1,9 procent) en KU Leuven met 1,75 procent (1,50 procent). Bij de hogescholen scoort de AP Hogeschool Antwerpen het hoogst met 4,06 procent (3,12 procent), gevolgd door LUCA School of Arts met 3,9 procent (2,38 procent). Aan de universiteiten bedroeg het aandeel Nederlandse studenten in 2015-2016 2,35 procent (1,98 procent) tegenover 1,59 procent (1,13 procent) bij de hogescholen.

Bouwen aan een netwerk

In een reactie wijst minister Crevits op het feit dat internationale mobiliteit een positieve zaak is, zowel voor het hoger onderwijs als voor de Vlaamse economie. “Buitenlandse studenten bouwen vaak in Vlaanderen immers een netwerk op dat ze later zullen aanspreken als ze partners zoeken in het bedrijfsleven”.

In het kader van het ‘Damesakkoord’ met minister Bussemaker werd volgens Crevits afgesproken om de mobiliteitsstromen goed in kaart te brengen en op te volgen en hierover jaarlijks te overleggen. “Indien nodig zullen methodieken worden ontwikkeld om de wederkerigheid te bevorderen”, aldus Crevits.

Daarnaast is het volgens de minister ook een beloning voor de goede kwaliteit van het Vlaamse onderwijs. “De aantrekkingskracht is ook een uiting van de kwaliteit van het Vlaamse hoger onderwijs.”