Docentschap is nauwelijks een professie

Nieuws | de redactie
20 september 2016 | Kees Boele doet een oproep voor ‘professionals governance’, in het onderwijs. Docenten en studenten moeten veel meer verantwoordelijk worden voor de onderwijskwaliteit. Is in zo’n situatie nog wel een instellingstoets kwaliteitszorg nodig, vraagt de HAN-voorzitter zich af.

Tijdens het jaarlijkse ‘debat van het onderwijsbestuur’ op het ministerie van OCW hield Kees Boele een lezing over zijn nieuwe essay ‘Passie voor onderwijsbestuur, Van aansprakelijkheid naar aanspreekbaarheid.’ Boele vindt dat docentschap in het onderwijs nog nauwelijks een professie is. Hij wil dat docenten meer verantwoordelijkheid krijgen ook bij het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs.

Filosofie van Kees Boele

Boele illustreerde dit aan de hand van een voorbeeld van de Start Academy, een initiatief op de HAN om studenten te coachen voor de juiste studiekeuze. “Sinds anderhalf jaar is er binnen onze hogeschool door enkele mensen in het economisch domein het initiatief gestart voor de Start Academy. Dat is voor jonge mensen tussen 17 en 23 jaar met als doel om hen te helpen keuzes te maken.”

“Veel jonge mensen doen wel drie pogingen om de juiste studiekeuze te maken. Ik ben daarvoor uitgenodigd om les te geven onder de titel: ‘Filosofie van Kees Boele’. Vijfentwintig jonge mensen die onzeker zijn en met mij in gesprek gaan over persoonlijke dingen. Ik kreeg daar kippenvel van. Het illustreerde de impact en schoonheid van het onderwijs, wanneer je met jonge mensen in gesprek mag gaan.”

Boele heeft als oud-docent ervaren hoe belangrijk passie bij een dergelijke lessenserie is. “Deze ervaring zegt voor mij een aantal wezenlijke dingen over onderwijsbestuur. Als ik als docent, maar ook als bestuurder geen werkelijke passie, compassie en liefde heb voor die 25 jonge mensen, ook niet voor die jongen met het petje die zit te klieren. Als je daar geen passie voor hebt dan moet je heel snel wegwezen uit het onderwijs. Die passie is het enige waar je werkelijk op kan sturen.”

De lessen aan de Start Academy waren volgens Boele ook het toonbeeld van het publieke karakter van onderwijs. “Deze les was nou typisch publiek en niet privaat, want wie gaat er nu met tobbers en twijfelaars aan de gang? In termen van economisch rendement ben je wel gek. Het maatschappelijk rendement van zo’n gesprek is vele malen rijker, dieper en bestendiger dan het economisch rendement van zo’n les. En over zo’n les kun je al helemaal geen prestatieafspraak maken. Ik wist niet of mijn gesprek zou lukken. Het is bijna een geschenk als er wat gebeurt of er gebeurt niets.”

Een prachtig risico

Daarom houdt de voorzitter aan de hand van Gert Biesta een pleidooi voor risico nemen. “Ik vertrouw die collega’s die zeggen dat ze het allemaal zouden managen en zo heb ik het ook gesteund. Ik vrees dat wij dit soort dingen weer een beetje moeten herintroduceren in het onderwijs. Wij zijn erg gebukt geraakt onder risicomanagement. Als je dat toepast in het onderwijs, dan haal je misschien wel het wezen uit onderwijs. Zoals Gert Biesta zegt: ‘het is een prachtig risico dat je neemt.’”

Om docenten meer in hun kracht te zetten heeft Boele in de literatuur een term gevonden waar hij steeds meer in is gaan geloven. “In de literatuur heb ik een principe gevonden wat langzamerhand steeds meer bekend wordt en waar ik in begin te geloven. Dat is de professionals governance daarbij spreek ik de ‘s’ van professionals met nadruk uit. Professionals wil in dit geval zeggen dat zij die de Start Academy verzorgen zichzelf normeren en zelf toelatingseisen opstellen en misschien zelfs wel een vorm hebben van tuchtrecht hebben.”

Boele legt uit dat in dit bestuursmodel niet meer de bestuurders primair in de lead zijn. “In het hoger onderwijs is het heel sterk dat de bestuurders de baas zijn, die spreken met de minister. Bij piloten en advocaten is dat heel anders. Daar heb je een vorm van professionals governance het zou heel mooi zijn als wij in het onderwijs een stap in die richting zetten.”

Zekerheid ligt in C.V.

In het bestuursmodel van Boele wordt docentschap ook echt weer een professie. “Wie zijn dat dan die professionals? Momenteel is het docentschap in het onderwijs nog maar nauwelijks een professie. Dat is eigenlijk heel erg. Een piloot is een professie, een advocaat is een professie. Is er voor docenten een vereniging, een toelatingsregime zijn er assessments centra? Bij professionals Governance zijn het de docenten, de studenten die deel uitmaken van de professionele gemeenschap en die formuleren met elkaar en met peers uit de buitenwereld en het werkveld samen wat de kwaliteit moet zijn en nemen daar verantwoordelijk voor. Bij die mensen voel je dat meer zekerheid in hun C.V. ligt dan in een baan.”

Volgens de HAN-voorzitter heeft dit ook gevolgen voor de kwaliteitszorg. “Wat betekent dit voor kwaliteitszorg. Binnen onze hogeschool zijn dat dikke handboeken kwaliteitszorg. Ik begeleid nog dikwijls afstudeerders en stagairs. Dat kan ik hier iedereen in de zaal aanbevelen, want ik vind eigenlijk dat elke leidinggevende in het onderwijs iets van onderwijs moet geven, dan ben je namelijk zelf onderhevig aan de procedures die je zelf afkondigt. In professionals governance wordt dat anders. Je kan dan volstaan met een paar kleine expliciete indicatoren en gegevens. Je moet ook wel onderling verantwoorden, maar de professie komt veel meer tot zijn recht. “

Helemaal in het systeem

“De impliciete kennis van professionals is veel sterker en onbewuster dan de schijnbare expliciete helderheid, maar door die angst van risico’s drukken we dat weg. Zoals onlangs een stagecoördinator tegen mij zei: ‘Dit is nogal een uitgebreid formulier meneer Boele, maar dat doen wij omdat we over vierenhalf jaar dan ingedekt zijn.’ Dat zit dus helemaal in het systeem.”

Boele vraag zich dan ook hardop af of er nog wel ruimte is voor een instellingstoets kwaliteitszorg. “Bij professionals governance is er ook geen kwaliteitszorg, dat gaat geen zorg meer zijn, want die kwaliteit ga je graag verbeteren. De kwaliteitszorg leg je in het team ondersteund door mensen die verstand hebben van kwaliteitszorg. In dit licht zou je de vraag kunnen stellen wat een instellingstoets kwaliteitszorg dan nog heeft te betekenen? Dat is een toets op systeemniveau van de instelling. Deze toets gaat dus niet over de inhoud, dus wat toets je daar nu eigenlijk?”

Frans van Heest

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK