Irritaties om prestatieafspraken

Nieuws | de redactie
21 september 2016 | “Wat ik frustrerend vond de afgelopen jaren is hoe men in het hoger onderwijs om is gegaan met de prestatieafspraken.” Minister Bussemaker is kritisch op bestuurders tijdens een reflectie op een essay van HAN-voorzitter Kees Boele. Inholland-voorzitter Jet de Ranitz noteerde ook kritische kanttekeningen.

Tijdens het jaarlijkse ‘debat van het onderwijsbestuur’ op het ministerie van OCW hield Kees Boele een lezing over zijn nieuwe essay ‘Passie voor onderwijsbestuur, van aansprakelijkheid naar aanspreekbaarheid.’

Frustaties over bestuurders

Boele vindt dat docentschap in het onderwijs nauwelijks een professie is. Hij wil dat docenten meer verantwoordelijkheid krijgen ook bij het beoordelen van de kwaliteit van het onderwijs. Na de inleidende woorden van Boele reflecteerden onder andere voorzitter van Hogeschool Inholland, Jet de Ranitz en minister Bussemaker op het essay van de HAN-voorzitter. Minister Bussemaker was opvallend openhartig over haar frustraties en irritaties ten aanzien van bestuurders in het onderwijs.

Bussemaker erkende dat zij net als Boele meer verantwoordelijkheid bij de professional wil leggen. “Wat ik interessant vind aan het verhaal van Kees is dat hij een ontwikkeling beschrijft die ook de mijne is. Weg van het Public Management en meer naar zeggenschap en eigenaarschap waar het ook echt om gaat. Ik vind professionals governance ook met die s erachter, wel mooi.”

Daarbij is het volgens de minister wel belangrijk dat het team van docenten en bestuurders gezamenlijk optrekt. “Wat mij ontzettend opvalt in Nederland is dat onze docenten op alle niveaus nog heel erg individualistisch werken. Als je naar een vorm wil waar niet meer het rendement of de economie leidend is, maar de professional en de intrinsieke waarde van het publieke goed dan moet je dat wel in gezamenlijkheid doen.”

Dereguleren niet voldoende

De oproep om meer vrijheid voor instellingen deelde de minister dan weer niet. Bussemaker gaf aan nogal gefrustreerd te raken over hoe het geld wordt besteed. “Eén van mijn grootste frustraties de afgelopen jaren is dat er bij alle onderwijssectoren echt veel geld bij is gekomen, maar ik spreek heel veel docenten die zeggen tegen mij dat zij niet begrijpen waar dat geld naartoe is gegaan. Blijkbaar is het helemaal niet voldoende als ik dat dereguleer, want dan hebben bestuurders en koepels en afdelingen daaronder meer zeggenschap. Als je professionals serieus wil nemen dan moet je ook echt op het niveau van teams gericht investeren.”

“Als gezegd wordt ‘besteed meer geld aan het onderwijs’,  vind ik het te makkelijk om dit altijd alleen maar op bestuursniveau te doen. Uiteindelijk moeten wij met elkaar beseffen dat onderwijs een maatschappelijk goed is. Ik moet ook aan de Tweede Kamer uit kunnen leggen dat wat het onderwijs doet, goed is.”

Besturen is draagvlak ontwikkelen

Minister Bussemaker was tegenover de zaal van zo’n 80 bestuurders waaronder weinig afkomstig uit het hoger onderwijs kritisch op hoe men daar om is gegaan met de prestatieafspraken. “Besturen is draagvlak ontwikkelen en uitleggen wat je op welk niveau doet en waarom. Wat ik in die zin als frustrerend heb ervaren de afgelopen jaren bij het hoger onderwijs is hoe men om is gegaan met de prestatieafspraken. Door mijn voorganger zijn samen met instellingen prestatieafspraken getekend. De één was er enthousiaster over dan de ander. Wat ik irritant vond is dat ik vaak terug hoorde dat men daarmee aan de slag ging omdat bestuurders zeiden dat het van het ministerie moest en daaronder werd weer gezegd dat het door het bestuur moest.”

“Ik herken mij daarom ook in de oproep van Kees Boele voor meer eigenaarschap, maar dat moet je wel met elkaar ontwikkelen. De grootste dooddoener is dat men iets doet, alleen maar omdat men denkt dat het van een ander moet. Daarom ben ik heel blij met bestuurders die niet alleen in de bestuurskamer degene direct onder hun ontvangen en daar mee spreken, maar ook informeel met docenten praten. Niet alleen luisteren, maar ook doen.”

Tweede Kamer nog niet klaar

Op de vraag wat de minister zelf deed om het eigenaarschap bij docenten te vergroten verwees zij naar het nieuwe accreditatiekader van de NVAO. “Ik heb het geprobeerd te doen en ook al voor een deel gedaan bij het accreditatiekader in het hoger onderwijs. Ik geef daar veel meer ruimte voor docententeams en ga ook meer uit van vertrouwen. Helaas was de Tweede Kamer daar nog niet klaar voor. Overigens, als je het over vertrouwen wilt hebben en er zijn incidenten dan is in de Kamer de reactie ook snel: ‘kan er niet meer controle zijn?’”

Inholland-voorzitter Jet de Ranitz stelde was kritischer op Boele. “Ik heb Kees zijn essay gelezen en dat idee van professionals governance lijkt heel erg mooi. Maar als ik dan kijk naar de beroepsgroepen die hij als voorbeeld neemt zoals artsen en advocaten, dan zie je dat ook daar best dingen mis kunnen gaan. Het feit dat die professionals elkaar de maat zouden nemen betekent niet dat daar nooit iets gebeurt wat we achteraf zullen betreuren.

“Eén van de risico’s die ik zie voor een hogeschool is dat je op het moment dat je te veel decentraliseert je de binding met de hogeschool verliest. Als ik dan kijk naar de geschiedenis van Inholland dan was dat één van de oorzaken dat er bij ons disconnectie was tussen het college en wat er mis was bij de opleiding.”

Niet het geheel kwijt raken

De Ranitz vindt dan ook dat Boele doorschiet met het bieden van ruimte aan professionals. “De mensen en de studenten die het doen, daar moet je je als bestuurder verbonden mee voelen, dat is toch wel heel belangrijk. Als je doorschiet in de professionals governance dan ben je het geheel kwijt. Kijk naar artsen dan gaat om de maatschappen en niet meer om het ziekenhuis, daar wil ik echt niet naartoe.”

Boele reageerde op de kritische kanttekeningen. “De Ranitz vraagt of ik de verbinding met de hogeschool niet kwijt raak. De binding die wij nu hebben is vooral een procedurele binding en de echte verbinding met de docenten in lokalen ontstaat langs de lijnen van de inhoud. Ik denk dat de verbinding via de procedures meer tot ontbinding leidt.”

Frans van Heest


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK