Nederland innovatief en concurrerend

In de jaarlijkse ranking die het World Economic Forum maakt is Nederland gestegen naar een vierde positie, achter Zwitserland, Singapore en de Verenigde Staten. “Deze nieuw verworven positie betekent de hoogste ranking van Nederland sinds de totstandkoming van de Global Competitiveness Index in 2004,” ziet Erasmus-hoogleraar Henk Volberda.
Innovatief ecosysteem
Een goed systeem van hoger onderwijs, stabiele infrastructuur en hoogwaardige gezondheidszorg zijn volgens de index de voorwaarden voor de goede positie van Nederland. Dat Nederland vooroploopt in de toepassing van nieuwe technologieën draagt volgend Volberda ook bij “aan een netwerk van zeer geavanceerde en vooruitstrevende bedrijven en een innovatief ecosysteem van bedrijven en kennisinstellingen.”
De ranking van Nederland met betrekking tot diverse subindicatoren van innovatie en een geavanceerde bedrijfsomgeving is toegenomen. “Met name deze factoren zijn zeer belangrijk voor een hoge notering van innovatie-gedreven landen (zoals Nederland) in de wereldwijde ranking”, ziet de professor aan de Rotterdam School of Management.
Volgens Volberda is het topsectorenbeleid in Nederland een belangrijke aanjager van innovatie in Nederland. “De samenwerking tussen universiteiten en het bedrijfsleven in de verschillende topsectoren is opnieuw sterk verbeterd en de kwaliteit van Nederlands wetenschappelijke onderzoeksinstituten is van wereldniveau.”
Financiële markten achilleshiel
Het technologisch geavanceerde bedrijfsleven is sterk gericht op innovatie, constateert Volberda. Dat is “een voorwaarde om in te spelen op de nieuwe uitdagingen van de vierde industriële revolutie gebaseerd op de toepassing van robotica, 3D-printing, big data en het Internet of Things.” Het World Economic Forum concludeert met het oog op de vaardigheden van de toekomstige beroepsbevolking dat Nederland nog beter kan.
Het WEF ziet wel een punt van aandacht: de werking van de financiële markten blijkt de achilleshiel van het Nederlandse concurrentievermogen. Volberda wijst daarbij met name op het “afnemende vermogen van banken om relevante financiële dienstverlening te bieden voor het bedrijfsleven en de zwakke rechtelijke bescherming voor kredietnemers en kredietverstrekkers alsmede de haperende kredietverstrekking naar het MKB en het in afnemende mate beschikbaar stellen van risicodragend kapitaal voor ondernemers en startups.”
U leest het volledige rapport hier
Meest Gelezen
De student als consument maakt vrouwelijke docenten extra kwetsbaar
Bekostiging per student in het hbo en wo gaat dalen
Dijkgraaf wil zijn waaier doortrekken naar het onderzoek in het hbo en mbo
Fel debat over internationalisering tekent zich af in hoger onderwijs
VVD ruilt kennisgeld Groeifonds in voor fossiel belastingvoordeel
