Onvoldoende zicht op vastgoedrisico’s universiteiten

Nieuws | door Frans van Heest & Sicco de Knecht
6 oktober 2016 | De Algemene Rekenkamer vindt dat jaarverslagen en de daarin opgenomen continuïteitsparagraaf slechts een beperkt inzicht bieden in de vastgoedrisico’s bij universiteiten. De kans bestaat dat de inspectie risico’s bij individuele universiteiten te laat op het spoor komt.
Bouwwerkzaamheden op de Vrije Universiteit

Dit blijkt uit een eerste rapportage van de Algemene Rekenkamer die vandaag aan de Tweede Kamer is aangeboden. De Rekenkamer heeft onderzoek gedaan naar het vastgoedbeheer bij de universiteiten, dat onderzoek is onderdeel van de onderzoekslijn vastgoed. Met deze onderzoekslijn wil de Algemene Rekenkamer bijdragen aan verantwoord vastgoedbeheer door het Rijk én daarmee verbonden instellingen ‘op afstand’ zoals zorg- en onderwijsinstellingen.

Weliswaar gezond

Het financiële beeld van de dertien onderzochte universiteiten als geheel is weliswaar gezond, maar het totaalbeeld alleen zegt niet voldoende over mogelijke vastgoedrisico’s. Daarvoor is ook zicht nodig op verschillen tussen de vastgoedrisico’s waar afzonderlijke universiteiten mee te maken hebben.

Het blijkt dat er grote verschillen zijn tussen de afzonderlijke instellingen. De financiële draagkracht varieert sterk per instelling. Voor 2017 verwachten tien van de dertien universiteiten een negatief resultaat.

Werk in opdracht

Ook de inkomstenbronnen van universiteiten verschillen aanzienlijk. Zo komen de inkomsten van de Erasmus Universiteit Rotterdam in 2015 voor meer dan 32 procent uit werk in opdracht van derden, terwijl deze geldstromen voor de Universiteit van Amsterdam 17 procent van de inkomsten uitmaken.

Het is daarnaast belangrijk dat risico’s en misstanden rond huisvesting tijdig worden opgemerkt en gecorrigeerd. Gezien het financiële belang van het vastgoed en het belang van vastgoed voor de kwaliteit van onderwijs en onderzoek zijn goed vastgoedmanagement en goed werkende checks and balances cruciaal. .

Goed toezicht door de Onderwijsinspectie is belangrijk, maar goed vastgoedmanagement door de universiteiten zelf is cruciaal om vastgoedplannen in goede banen te leiden. In deel 2 van dit rapport, dat naar verwachting in het voorjaar van 2017 verschijnt, gaat de Rekenkamer in op de praktijk van het vastgoedmanagement bij zes universiteiten.

De verantwoordelijkheid voor nieuwbouw, aankoop en onderhoud ligt in de eerste plaats bij de universiteiten zelf. Het is aan de colleges van bestuur van de universiteiten om de aanstaande investeringen in huisvesting zo op te vangen, dat zij niet in betalingsproblemen komen. Universiteiten zijn veelal eigenaar van grond en gebouwen die zij in gebruik hebben en financieel verantwoordelijk voor onderhoud, renovatie en nieuwbouw.

Niet voldoende

De Rekenkamer komt met de volgende aanbevelingen voor de minister van onderwijs: “Verhoog vergelijkbaarheid en informatiewaarde van de  continuïteitsparagraaf in het jaarverslag van de universiteiten door het stellen van nadere eisen. Uitbreiding van de horizon van de continuïteitsparagraaf naar vijf jaar, zoals de Onderwijsinspectie en de VSNU hebben voorgesteld, is volgens ons niet voldoende. Het doen van zinvolle uitspraken over risico’s die samenhangen met investeringen in vastgoed vereist een langere tijdshorizon.”

Ook komt de Rekenkamer met aanbevelingen voor de Onderwijsinspectie: “Maak uitgebreide risicoprofielen per instelling om risico’s tijdig op het spoor te komen. Onaangename verrassingen met vastgoed zoals zich in andere onderwijssectoren hebben voorgedaan (zoals de financiële problematiek bij het ROC Leiden) moeten worden voorkomen. Dat kan alleen als universiteiten hun eigen vastgoedbeheer, inclusief scherp intern toezicht, goed op orde hebben én als het externe toezicht door de Onderwijsinspectie op tijd en op instellingsniveau risicovolle ontwikkelingen in beeld krijgt. Het werken met uitgebreide risicoprofielen kan daarbij helpen.”

Accountants monitoren

Ook wijst de Rekenkamer er op dat de inspectie ook in de toekomst goed moet blijven toezien dat de accountants van universiteiten goed werk leveren. “Gezien het belang van een goede continuïteitsparagraaf en de rol die de accountant zou moeten spelen in het waarborgen van de juistheid van de daarin opgenomen informatie, vinden we het belang­rijk dat de Onderwijsinspectie ook de komende jaren goed blijft monitoren of de accountants hun taak op dit punt goed uitvoeren. Dit laat onverlet dat de Raad van Toezicht de opdrachtgever is van de accountant en de eerst aangewezene om er op toe te zien dat de accountant zijn taak goed uitvoert.”

Minister Bussemaker heeft ook gereageerd op dit onderzoek van de Rekenkamer en wijst erop dat universiteiten in hoge mate zelf verantwoordelijk zijn voor hun vastgoedbeheer. “De minister onderschrijft de aanbeveling om te letten op de omvang en zekerheid van de baten bij het risicoprofiel van universiteiten wat betreft vastgoed.”

“In reactie op de aanbeveling om risico’s in beeld te brengen op een moment dat ingrijpen nog mogelijk is, geeft de minister aan slechts in het uiterste geval te zullen ingrijpen, namelijk bij omvangrijke misstanden in de kwaliteit van het onderwijs en in de financiën van de onderwijsinstelling. De minister geeft aan dat ze niet wil treden in de bevoegdheden van de Raden van Toezicht.”

In haar nawoord wijst de Algemene Rekenkamer erop dat ook de inspectie vaststelt dat slechts bij de helft van de universiteiten in de jaarverslagen voldoende informatie is te vinden over grote financiële risico’s vanwege de huisvesting.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK