Kees schrijft Jet: wees een voorbeeld van je boodschap

Nieuws | de redactie
14 november 2016 | Om de week schrijven Jet de Ranitz (Inholland) en Kees Boele (HAN) elkaar over de uitdagingen waar zij in hun hogeschool voor staan. Met voetbalcoach Ernst Happel in gedachten vat hij hun gezamenlijke motto samen: "Kein geloel, unterrichten!"

Nijmegen, 12 oktober 2016

Beste Jet,

Wat enig dat wij op deze manier publiekelijk gaan converseren over wat ons bezighoudt. Dat kan alleen maar als je een basale affiniteit met elkaar hebt. En dat is het geval, hoewel we elkaar nog maar enkele jaren kennen en dan ook nog vooral vanuit een gemeenschappelijke rol als bestuurslid van onze Vereniging Hogescholen. Ik denk dat die affiniteit te maken heeft met een gedeeld gevoel voor humor, een zekere onbevangenheid waarmee we in het (bestuurlijke) leven staan, een no-nonsense instelling en vooral een gedeeld besef van wat een goede (hoge)school is, namelijk gewoon een hogeschool waar heel goed onderwijs wordt gegeven.

Misschien herinner je je Ernst Happel nog, de voormalige topcoach van Feyenoord en Oranje. Hij was een man van weinig woorden, die gebrekkig Nederlands sprak. Een uitspraak van hem is klassiek geworden: ‘Kein geloel, fussballen’. Ik denk dat wij allebei wel zijn van het ‘Kein geloel, unterrichten’, dat wil zeggen zoals wij het zelf als leerling en student bij bepaalde docenten ook ervaren hebben. Jij begint daar je column mee: dat is veelzeggend. Het gaat om docenten die je inspireren, vertrouwen geven en verder brengen.

Zelf herinner ik mij in dankbaarheid professor C.A. van Peursen (1920 – 1995), hoogleraar filosofie, een man die geweldig college gaf, aan wie velen zich laafden, sommigen zelfs jaren lang, in die gedenkwaardige zaal op de veertiende verdieping van de Vrije Universiteit. Ook de promovendikring bij hem thuis was onvergetelijk. Het is mijn ambitie dat elke HAN-student met dit soort herinneringen op zak zijn of haar diploma haalt en dat onze docenten hier helemaal voor gaan, uit passie voor hun vak, het beroep waarvoor ze opleiden en vooral voor de persoon van de student zelf.

‘Hoe draag jij als bestuurder nu hieraan bij?’, zo vraag je aan het eind van je column. Goede vraag. Misschien ben ik me voor een deel wel helemaal niet bewust van wat ik doe. Ik probeer het onder woorden te brengen. Om te beginnen herhaal ik dan wat ik Thom de Graaf eens hoorde zeggen: ‘Als bestuurder kun je eigenlijk niet zo heel veel. Het zijn misschien maar drie dingen: 1) een heldere boodschap uitzenden, 2) zelf een voorbeeld zijn van die boodschap en 3) zorgen dat op de plekken waar jij over gaat bekwame mensen zitten.’

De afgelopen paar jaar heb ik inderdaad binnen en buiten de HAN geprobeerd een heldere boodschap te brengen, die natuurlijk ook voor een groot deel de boodschap is van HAN-collega’s zelf, die ik dan op een persoonlijke wijze verwoord. Sinek zou zeggen: ‘Steeds maar weer als bestuurder het ‘WHY’ benoemen’. Dat wordt ook gewaardeerd. En dan moet mijn gedrag congruent zijn daarmee. Dat laatste probeer ik ook te doen, overigens vooral door mezelf te zijn, onder andere door veel rond te lopen, belangstelling te tonen, te stimuleren, feedback te geven enzovoorts.

Als ik teams bezoek, spontaan in werkkamers binnenloop of opleidingen feliciteer met een behaalde accreditatie en vervolgens vraag wat ze mij nog willen meegeven, is steevast het antwoord: ‘blijf dit doen’. De andere kant van deze medaille is dat het des te verstorender is als je gedrag niet congruent is. Ik ben bijvoorbeeld ongeduldig en heb op gezette tijden de neiging om voorbij het ‘why’ naar het ‘what’ en zelfs ‘how’ te springen. Dat vind ik een echte worsteling: hoe ‘time’ je interventies en welke zijn dan effectief, als je werkelijk wilt handelen vanuit het principe van ‘professionals governance’?

Wat betreft jouw vraag hoe je bij dit alles de eenheid bewaart zou ik het volgende willen zeggen. In mijn filosofie zit die eenheid op twee dimensies, en dan ook vrij ‘rücksichtslos’. Het ene niveau is het ‘WHY’: onze koers, ons wenkend perspectief, in ons geval inclusief het uitgangspunt dat we echt een vorm van ‘professionals governance’ willen gaan beoefenen. Daarin verlang ik eenheid binnen de hele HAN en daarop moet iedereen aanspreekbaar zijn. Het tweede niveau is het ‘bedrijf’ HAN (dat wil zeggen met betrekking tot ICT-systemen, inkoop en wat dies meer zij) moeten we ook een eenheid zijn: zo doen we dat gewoon binnen de HAN. Dat is soms best ingewikkeld, want docenten hebben de neiging hun lokale belang of perspectief te laten prevaleren boven het HAN-bedrijfsperspectief, en dat ook nog tegen hoge kosten, bijvoorbeeld als het gaat om het aantal applicaties dat hier draait. Perspectief en bedrijf dus als basis van eenheid: daar tussenin mag er wat mij betreft veel professionele keuzevrijheid zijn.

Zoals ik in mijn essay ‘Passie voor onderwijsbestuur’ heb gezegd ervaar ik de fase waarin wij zitten als een soort paradigmawisseling, met alle enerverende, uitdagende, interessante en weerbarstige kanten die daaraan eigen zijn. Misschien is de blog die wij nu opzetten er wel een teken van, zowel qua fenomeen als qua inhoud. Zie jij dat ook zo?

Tenslotte: ik merk dat ik er een beetje in moet komen om op deze wijze te corresponderen. Maar leuk en zinvol is het in elk geval al wel. Laten we samen op weg gaan en kijken waar we uitkomen, zolang het de goede en schone zaak van het onderwijs maar dient!

Groet,

Kees

P.S. Jet en Kees zijn erg benieuwd naar de visie van anderen, reageer hieronder:

 

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK