Het waren regenten

Nieuws | de redactie
8 december 2016 | “Het vorige College van Bestuur had een veel te grote afstand tot de universitaire gemeenschap. Het waren regenten, zo simpel is het. En de Raad van Toezicht heeft gefaald door niet in te grijpen.” Michel Rog (CDA) uit felle kritiek op het vorige CvB en RvT van de UvA tijdens een debat over het UvA-referendum.”

Op uitnodiging van Jasper van Dijk (SP) ging Jet Bussemaker op het Amsterdam University College in gesprek met politici, medewerkers en studenten van de UvA over de democratisering van de universiteit. Op dit moment vindt er een referendum plaats op de UvA over hoe de universiteit georganiseerd en bestuurd moet worden.

Raad van toezicht geen optimale oplossing

De discussie werd breder getrokken dan alleen de bestuursperikelen van de afgelopen twee jaar aan de hoofdstedelijke universiteit. Ook de bestuursstructuur van universiteiten in brede zin kwam aan de bod. Bussemaker moest vaststellen dat een Raad van Toezicht niet 100 procent optimaal is en zij het zorgelijk vindt geen invloed te hebben op wie in de RvT’s zitten bij hogescholen en mbo’s.

Op de vraag aan de minister wanneer dit referendum geldig zou moeten zijn benadrukte zij dat er ook gedacht moet worden aan de niet-stemmers. “Jullie moeten zelf primair de spelregels afspreken, maar naarmate de opkomst geringer is, is het draagvlak voor een conclusie naar aanleiding van dit referendum ook geringer. Als de opkomst blijft steken rond de 10% bij studenten en 25% bij medewerkers, dan heb je wel rekening te houden met de conclusies die je trekt.”  Volgens Bussemaker zou je daarom af moeten vragen waarom de meerderheid dan niet gestemd heeft. “Misschien zijn die tevredener dan degene die dachten dat het anders moest.”

Han van der Maas, opleidingsdirecteur van de graduate school psychologie ontkrachtte de klachten uit de zaal dat de huidige medezeggenschap weinig te zeggen heeft. “Jullie bagatelliseren heel erg de invloed die de medezeggenschap heeft. Kijk naar de bètafusie. De studenten hebben die fusie wel degelijk tegengehouden. Het is dus een belangrijke machtsfactor in de universiteit. Die draagt echt veel bij aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs.”

Van der Maas vond daarnaast dat de commissie democratisering en diversiteit geen volledig beeld had gegeven van de universiteit. “Mijn kritiek is ook op de commissie D&D dat ze niet hebben gekeken waarom het bestuur in bepaalde groepen en opleidingen wel heel goed loopt en waarom het elders niet goed gaat. Er liggen genoeg kansen om een mooie universiteit op te zetten, ook  met het huidige bestuursmodel. “

De voorzitter van de commissie, Lisa Westerveld erkende dat. “Het klopt dat er binnen het bestaande model  best wel wat mogelijk is, alleen de reden dat het niet goed gaat – en dat is niet alleen op de UvA, – komt omdat de medezeggenschap op zijn best alleen maar adviesrecht heeft. Instemmingsrecht is ook misleidend, omdat je alleen ‘ja’ of ‘nee’ kunt zeggen. Dat werkt op het moment dat je een bestuurder hebt die ook heel goed luistert wat studenten en medewerkers vinden. Het werkt niet op het moment dat je een bestuurder hebt die zegt: ik hou mijn puur aan de rechten. Het huidige model werkt bij de gratie van een goede bestuurder.”

Bussemaker kon zich daar alleen maar bij aansluiten en merkte op. “Dat een cultuur van de organisatie cruciaal is. Je hebt niet alleen rechten en plichten maar je moet ook de bereidheid hebben om naar elkaar te luisteren en klachten en wensen serieus te nemen, dat kunnen we niet met bestuursmodellen oplossen. “

Verantwoordelijk toezicht

De tweede ronde van de discussie ging over medezeggenschap in het algemeen. De discussie over de positie van de Raden van Toezicht (RvT), en of die misschien niet afgeschaft zouden moeten worden, leverde een spannende dynamiek op. Michel Rog (CDA) zag het nut van RvT’s wel maar kritiek op het bestuur en toezicht op de UvA rond de Maagdenhuisbezetting.

“Het vorige College van Bestuur had een veel te grote afstand tot de universitaire gemeenschap, het waren regenten, zo simpel is het. De Raad van Toezicht heeft gefaald door niet in te grijpen. Dat wil nog niet zeggen dat ook het systeem niet deugd. Er hebben hele grote misstanden plaatsgevonden op de UvA en ROC Leiden en die RvT hebben geen moer gedaan. De RvT is er voor om het bestuur aan te nemen, maar ook moeten ze het bestuur ontslaan bij falend beleid.”

Minister Bussemaker, die verantwoordelijk is voor de benoeming van RvT-leden op de meest universiteiten, zag in dat er  hiaten zitten in dit bestuurssysteem. “Ik erken dat het systeem van Raden van Toezicht niet 100% ideaal is. Er zit ergens een democratisch tekort. Wie controleert namelijk de RvT? Ik ben al blij dat ik de leden van de RvT benoem bij universiteiten. Dat is in het hbo, mbo en vo in die zin nog problematischer want die hebben allemaal coöptatie, waarbij de eigen Raden van Toezicht hun eigen opvolging kiezen. In het kader van bijzonder onderwijs mag de overheid daar geen invloed op uitoefenen.”

De minister benadrukte dan ook hoe belangrijk zij het vindt dat er diversiteit is in die Raden van Toezicht. “Bij universiteiten heb ik dat wel en dat betekent dat ik daar voor diversiteit kan zorgen, dat vind ik heel belangrijk. Ik wil niet dat een Raad van Toezicht van één politieke partij is of dezelfde leeftijd zijn of mensen die elkaar bij de golfclub tegenkomen. De Tweede Kamerleden kunnen maar daar ook op aanspreken. Als ik dat niet goed doe op universiteiten dan is er een manier om mij daar op aan te spreken.”

Jasper van Dijk (SP)  blijft er bij dat er voor Raden van Toezicht geen plaats is in het onderwijs. “Ik vind dat niet thuis hoort in de publieke sector, het is een systeem dat afkomstig is van het bedrijfsleven, dat in de jaren negentig is opgekomen in de publieke sector. De universiteit is van ons.” Van Dijk maakte ook de landelijke vergelijking: “De regering heeft ook geen Raad van Toezicht. De Tweede Kamer is de Raad van Toezicht van de regering, waarom zouden wij [studenten en docenten, red] dat op de universiteit ook niet zo doen? Daarnaast is er ook nog een inspectie en als het een janboel wordt op de universiteit dan heeft de Inspectie nog de taak om in te grijpen.”

Wat gebeurt er nu?

Dit weekend sluit de raadpleging aan de UvA en de zaal was dan ook benieuwd wat er met de uitslag gaat gebeuren. Aan het slot van het debat was het Jasper van Dijk die vroeg aan de voorzitter van de UvA, Geert ten Dam, die in het publiek zat, wat zij met de uitslag van het referendum gaat doen. “Er waren een aantal zaken op de UvA die hard nodig ter discussie moesten komen, de manier hoe wij met personeel, zeggenschap, onderwijs en onderzoek omgaan daar moeten dingen beter. Dus ik hoop echt dat we met de uitkomst goede dingen kunnen doen,” aldus Ten Dam.

Van Dijk noemde dit een politiek antwoord van Ten Dam, die dit zelf stevig ontkende. “Dit is echt klets, omdat een politiek antwoord te noemen, want je versmalt de discussie tot een ja en nee. Er komt nu een referendum het zou ontzettend helpen om meer mensen bij het beleid te betrekken en omdat nu af te doen als politieke praat, dat vind ik echt onzin.”

Wij moeten ons niet alleen achter de kleuren verschuilen, maar ik weet stapels evidentie waaruit blijkt dat centraal bestuur de effectiviteit van onderwijs en onderzoek niet bevordert. Ik vind daarom dat wij samen een aantal ijkpunten moeten maken, om bijvoorbeeld de toegang tot het onderwijs te waarborgen. Dat is geen politiek antwoord, maar met verstand van zaken met elkaar kijken hoe wij dat gaan doen. “

Frans van Heest


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK