Wetenschapsagenda geen gratuite exercitie

Nieuws | de redactie
24 juni 2016 | De tijdelijke extra financiering van €20 miljoen in het bèta-domein wordt mede vanwege de hoge studenteninstroom structureel. Dit maakte minister Bussemaker bekend in de Tweede Kamer. Ook wordt er onderzocht hoe NWO-financiering anders verdeeld kan worden in de toekomst.

Tijdens het VAO in de Kamer over het Wetenschapsbeleid waren er een aantal Kamerfracties die moties indienden. Zo wilde Eppo Bruins (CU) een onderzoek naar andere manieren van onderzoeksbeoordeling van NWO. Deze motie werd overgenomen door staatssecretaris Dekker. Waar de staatssecretaris minder voor voelde was het voorstel van Van Meenen (D66) om geld over te hevelen van  de topsectoren naar de Nationale Wetenschapsagenda.

Steeds minder chemische toponderzoekers

Tijdens het debat vroeg Eppo Bruins aan de regering ook om in kaart te brengen wat Nederland allemaal te bieden heeft op wetenschapsniveau over de verschillende domeinen en vroeg. “om de absolute omvang van de alfa-, bèta-, gamma- en technische wetenschappen te monitoren en die omvang in internationaal verband te vergelijken met de ons omringende landen en constaterende dat Nederland volgens het rapport-Breimer steeds minder in staat is om chemische en fysische toponderzoekers aan te trekken en te behouden. ”

Dit wilde Bruins ook in het kader van de Wetenschapsagenda. “De gedachte achter deze motie is dat wetenschapsbeleid wordt gekleurd door de mate waarin je bepaalde vakgebieden uitvoert en financiert in je land. Daar hebben wij weinig zicht op. Het tweede doel is om te kunnen zien of de wetenschapsagenda ook iets doet met de verdeling van middelen en om te kunnen zien dat de wetenschapsagenda geen gratuite exercitie zal blijken te zijn.”

Veel communicatie, weinig fysica

Pieter Duisenberg (VVD) ondersteunde deze motie omdat in het huidige wetenschapsaanbod het bètadomein niet de aandacht heeft die het volgens hem verdient.  “Als je kijkt naar het onderliggende wetenschapsprofiel van Nederland, dan zie je dat wij zijn overwogen in communicatiewetenschappen en psychologie, en onderwogen in zaken als chemie, fysica en elektrotechniek. Het is relevant om te bekijken hoe zich dat verhoudt tot andere landen en hoe zich dat ontwikkelt in vergelijking met andere kenniseconomieën dat is belangrijk.”

Minister Bussemaker voelde weinig voor een dergelijke motie en wees erop dat de Wetenschapsagenda juist bedoeld is om die strikte scheiding tussen sectoren te doorbreken. “Volgens mij leidt de formulering van de motie tot heel veel bureaucratie, omdat die cijfers niet op deze manier zijn uit te splitsen. Daar komt bij dat wij met de Nationale Wetenschapsagenda de samenwerking tussen disciplines beter willen vormgeven. Ik wil eigenlijk dat daardoor juist minder zichtbaar wordt welke themagebieden en welke disciplines of domeinen het betreft. We zien namelijk steeds meer dat voor grote vragen verschillende wetenschapsgebieden nodig zijn om tot een antwoord te komen.”

Grotere instroom van studenten

Wel kon de minister Bruins toezeggen dat zij heeft besloten om techniekonderwijs en onderzoek structureel extra te financieren. “Ik heb van 2011 tot 2016 jaarlijks 20 miljoen beschikbaar gesteld voor natuurkunde- en scheikundeonderzoek in Nederland om een sectorplan te ontwikkelen. Er is een grotere instroom van studenten en er is meer samenwerking in de onderzoeksfinanciering. Ik heb dan ook al met de commissie-Breimer de conclusie gedeeld dat structurele financiering nodig is om de bereikte resultaten niet verloren te laten gaan.”

Paul van Meenen greep dit debat aan om een poging te doen om het geld van de topsectoren over te hevelen naar de Wetenschapsagenda. “We hebben nu een Nationale Wetenschapsagenda. Daar is welgeteld nul euro voor beschikbaar. We hebben een budget voor topsectoren. Dat is vrij star. We moeten als politiek wel een keuze maken. Mijn voorstel is nu om dit te doen en de Nationale Wetenschapsagenda prioriteit te geven.”

Juist een heel goed teken

Sander Dekker, binnen OCW verantwoordelijk voor de topsectoren voelde daar niet voor. “Hier wordt eigenlijk uitgegaan van een valse tegenstelling, alsof geld dat in de topsectoren omgaat, niet ook een aansluiting zou hebben met de Nationale Wetenschapsagenda. Ik vind dit juist een heel goed teken dat die twee naar elkaar groeien.”

Bovendien was de staatssecretaris het oneens met de constatering dat er nul euro beschikbaar is voor de Wetenschapsagenda. “Ik ben het niet met de heer Van Meenen eens dat er nu nul euro beschikbaar is voor de Nationale Wetenschapsagenda. Er zijn miljarden euro’s beschikbaar voor de Nationale Wetenschapsagenda, want universiteiten, NWO en Europa steken geld in goede wetenschap.”

Nog meer oormerking

Eppo Bruins wilde daarom nog wel van de staatssecretaris precies weten of het geld van NWO straks niet gekoppeld wordt aan de Wetenschapsagenda. “Volgens mij hebben we afgesproken dat de wetenschapsagenda niet zal gaan leiden tot nog meer oormerking van meer NWO-middelen, maar dat er inderdaad naar een integratie zal worden gekeken. Ik krijg dat beeld graag bevestigd.”

Staatssecretaris Dekker kon hieromtrent de kou niet helemaal uit de lucht halen. “Het is niet zo dat er bijvoorbeeld bij de vernieuwingsimpuls gezegd wordt: alles binnen de vernieuwingsimpuls moet passen binnen de NWA. Er is wel gezegd, en dat is subtiel, dat je een streepje voor hebt als een onderzoeksprogramma aansluit bij een van de routes in de Nationale Wetenschapsagenda. Die fine line wil ik graag bewaren.”

Stimuleren en te entameren

Tot slot wist Eppo Bruins de staatssecretaris te verleiden om te kijken naar andere manieren van onderzoeksbeoordelingen van NWO. De motie die Bruins daarvoor indiende luidde als volgt. “Gehoord de beraadslaging, van mening dat wetenschappelijke talenten een te groot deel van hun tijd bezig zijn met het verwerven van onderzoeksgeld; verzoekt de regering om experimenten met innovatieve vormen van ex ante-onderzoeksbeoordeling te stimuleren en te entameren, bijvoorbeeld door de NWO een opdracht te geven om een dergelijk experiment uit te voeren in 2017.”

Sander Dekker had hier wel oren naar, maar plaatste ook een kanttekening  “In de motie-Bruins wordt de regering gevraagd om het gesprek aan te gaan met NWO en te stimuleren dat er gekeken wordt naar nieuwe vormen van onderzoeksbeoordeling, en daarmee ook te experimenteren. Ik zie ook dat NWO daar al mee bezig is. Het enige punt dat ik hier heel nadrukkelijk wil maken, is dat we niet moeten gaan spelen met dat experimenteren, zeker niet als het gaat over grote hoeveelheden geld waarvan je wilt dat het goed terechtkomt, bij de beste wetenschappers. Dat moet dus wel heel zorgvuldig gebeuren, maar ik ben ervoor dat er gekeken wordt naar andere manieren van beoordeling, die leiden tot minder aanvraagdruk.”

 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK