‘5 voor 12’ bij technische universiteiten
Bij de ISO on Tour op de Wageningen University and Research Center (WUR) stond de groei van het aantal studenten bij de technische universiteiten centraal. De afgelopen jaren is – onder meer via het Techniekpact – veel gebeurd om de bèta-opleidingen weer populair te maken en niet zonder succes.
Ruimte aan de regio
“Toen we begonnen met het Techniekpact hadden we niet kunnen voorspellen dat er nu een numerus fixus op bepaalde opleidingen zou worden gezet, omdat de toestroom zo hoog is,” vertelt Henk Boes, regio-coördinator voor het Techniekpact die vertelt welke acties er de afgelopen jaren zijn ondernomen.
“We hebben nadrukkelijk de regio’s de regie gegeven bij het stimuleren van bèta-talent,” vertelt Boes. “Een belangrijk resultaat daarvan is dat er veel is gebeurd op het gebied van publiek-private partnerschappen in MBO en HBO. Er zijn inmiddels ongeveer 130 centra waar op deze manier wordt samengewerkt door studenten, docenten, onderzoekers en betrokken bedrijven.”
Hoger onderwijs als ‘common good’
Volgens Arthur Mol wordt er ook op de universiteit veel samengewerkt met bedrijven. “Er zijn comités waarin de mensen die onze alumni later aannemen plaatshebben. Daarin bespreken we met elkaar wat de trends in het vakgebied zijn, waar in de toekomst behoefte aan is. Op die manier kunnen we inspringen op vragen van de arbeidsmarkt.”
Die vorm van samenwerken spreekt Mol aan. Toch waakt hij er voor dat het bedrijfsleven echt op de stoel van de onderwijsaanbieder gaat zitten. “Het hoger onderwijs is in mijn ogen toch een ‘common good’, in ieder als het gaat om het reguliere bacheloronderwijs. Het is natuurlijk mooi als er extra geld vanuit bedrijven in het onderwijs geïnvesteerd wordt, maar het is niet wenselijk als de arbeidsmarkt bepaalt hoe het onderwijs er uit ziet.”
En toch blijft de vraag boven de markt hangen, waar het geld vandaan moet komen om de studenten in Wageningen en bij de collega’s van de technische universiteiten in Delft, Eindhoven en Twente te accommoderen. Want dat geld en faciliteiten nodig zijn, staat buiten kijf volgens Mol die daarin wordt bijgevallen door Karlijn Hendriks die in Wageningen in het bestuur van studentenpartij VeSte zit.
Geen ruimte tot manoeuvreren meer
Hendriks somt op tegen welke problemen studenten inmiddels zoal aanlopen: overvolle collegezalen die studenten nopen op de trap plaats te nemen; tentamens die worden afgenomen op drukke, rumoerige plekken en een oplopende student-staff ratio.
Dat erkent Mol die ziet dat het inmiddels “bijna 5 voor 12 is”. Vorig jaar kondigde de 4TU al studentenstops aan bij verschillende opleidingen. “Er was tot op zekere hoogte wel ruimte om te manoeuvreren, maar we komen nu wel op het moment dat we vastlopen,” vertelt Arthur Mol die uitlegt hoe er met innovatieve manieren van onderwijs en creatief inplannen van onderwijslokalen nog wel wat ruimte gecreëerd is.
Maar ook daar zegt de Wageningse universiteit aan zijn grenzen te lopen en dus resten maatregelen als een stop op het aantal studenten, hetgeen voor de studenten niet wenselijk is. “We willen niet hoeven kiezen tussen toegankelijkheid enerzijds en de kwaliteit van de opleidingen anderzijds,” zegt Hendriks.
Meest Gelezen
Masterstudenten in het hbo worstelen met academisch schrijven en onderzoek
“Ik zal niet de meest populaire onderwijsminister zijn”
“Schade door aangekondigde langstudeerboete doet zich nu al voor”
Stop met studentevaluaties: ze bedreigen de academische vrijheid
“Langstudeerboete raakt kern van hoger onderwijs”