‘5 voor 12’ bij technische universiteiten

Nieuws | de redactie
17 januari 2017 | De toegenomen studentenaantallen bij de technische universiteiten baart bestuurders zorgen. De Wageningse rector prof. dr. ir. Arthur Mol stelt dat maatregelen als numeri fixi op opleidingen niet langer te voorkomen zijn. “We kunnen wel zeggen dat het bijna 5 voor 12 is.”

Bij de ISO on Tour op de Wageningen University and Research Center (WUR) stond de groei van het aantal studenten bij de technische universiteiten centraal. De afgelopen jaren is – onder meer via het Techniekpact – veel gebeurd om de bèta-opleidingen weer populair te maken en niet zonder succes.

Ruimte aan de regio

“Toen we begonnen met het Techniekpact hadden we niet kunnen voorspellen dat er nu een numerus fixus op bepaalde opleidingen zou worden gezet, omdat de toestroom zo hoog is,” vertelt Henk Boes, regio-coördinator voor het Techniekpact die vertelt welke acties er de afgelopen jaren zijn ondernomen.

“We hebben nadrukkelijk de regio’s de regie gegeven bij het stimuleren van bèta-talent,” vertelt Boes. “Een belangrijk resultaat daarvan is dat er veel is gebeurd op het gebied van publiek-private partnerschappen in MBO en HBO. Er zijn inmiddels ongeveer 130 centra waar op deze manier wordt samengewerkt door studenten, docenten, onderzoekers en betrokken bedrijven.”

Hoger onderwijs als ‘common good’

Volgens Arthur Mol wordt er ook op de universiteit veel samengewerkt met bedrijven. “Er zijn comités waarin de mensen die onze alumni later aannemen plaatshebben. Daarin bespreken we met elkaar wat de trends in het vakgebied zijn, waar in de toekomst behoefte aan is. Op die manier kunnen we inspringen op vragen van de arbeidsmarkt.”

Die vorm van samenwerken spreekt Mol aan. Toch waakt hij er voor dat het bedrijfsleven echt op de stoel van de onderwijsaanbieder gaat zitten. “Het hoger onderwijs is in mijn ogen toch een ‘common good’, in ieder als het gaat om het reguliere bacheloronderwijs. Het is natuurlijk mooi als er extra geld vanuit bedrijven in het onderwijs geïnvesteerd wordt, maar het is niet wenselijk als de arbeidsmarkt bepaalt hoe het onderwijs er uit ziet.”

En toch blijft de vraag boven de markt hangen, waar het geld vandaan moet komen om de studenten in Wageningen en bij de collega’s van de technische universiteiten in Delft, Eindhoven en Twente te accommoderen. Want dat geld en faciliteiten nodig zijn, staat buiten kijf volgens Mol die daarin wordt bijgevallen door Karlijn Hendriks die in Wageningen in het bestuur van studentenpartij VeSte zit.

Geen ruimte tot manoeuvreren meer

Hendriks somt op tegen welke problemen studenten inmiddels zoal aanlopen: overvolle collegezalen die studenten nopen op de trap plaats te nemen; tentamens die worden afgenomen op drukke, rumoerige plekken en een oplopende student-staff ratio.

Dat erkent Mol die ziet dat het inmiddels “bijna 5 voor 12 is”. Vorig jaar kondigde de 4TU al studentenstops aan bij verschillende opleidingen. “Er was tot op zekere hoogte wel ruimte om te manoeuvreren, maar we komen nu wel op het moment dat we vastlopen,” vertelt Arthur Mol die uitlegt hoe er met innovatieve manieren van onderwijs en creatief inplannen van onderwijslokalen nog wel wat ruimte gecreëerd is.

Maar ook daar zegt de Wageningse universiteit aan zijn grenzen te lopen en dus resten maatregelen als een stop op het aantal studenten, hetgeen voor de studenten niet wenselijk is. “We willen niet hoeven kiezen tussen toegankelijkheid enerzijds en de kwaliteit van de opleidingen anderzijds,” zegt Hendriks. 


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK