Momentum vasthouden bij prestatieafspraken

Nieuws | de redactie
25 januari 2017 | In het HO zijn de prestatieafspraken niet onverdeeld positief ontvangen. De Review Commissie zelf “is van mening dat de prestatieafspraken in termen van kwaliteit, studiesucces, doelmatigheid en profilering positieve resultaten hebben opgeleverd. Nu is het zaak het momentum vast te houden.”

Zowel het hbo als de universiteiten hebben aangegeven geen heil meer te zien in prestatiebekostiging. Ondertussen gaat de discussie over de nieuwe kwaliteitsafspraken en hoe deze een rol moeten hebben in het hoger onderwijs wel door. Vorige week presenteerde de commissie-Slob haar bevindingen en in maart worden de resultaten van de commissie-Van de Donk verwacht.

De inzet van de Vereniging Hogescholen is dat met het rapport Slob ook de Commissie Van de Donk afziet van prestatiebekostiging. De voorzitter van de Vereniging Hogescholen Thom de Graaf is het nog geen gelopen zaak meldt hij tegen ScienceGuide. “Ik ga er vanuit dat er verstandige mensen in commissie Van de Donk zitten, maar er bestaat wel druk vanuit VNO-NCW, MKB en de VVD om toch voor prestatiebekostiging te kiezen, als men daartussen gaat middelen, dat ik niet hoop want dan krijg je een ‘messy’ eindresultaat.

De presentatie van commissie Van de Donk stond gepland begin maart maar dat wordt over de verkiezingen getild, de commissie vreest dat anders het rapport een ‘eigen rol’ gaat spelen tijdens de verkiezingen.

Stelsel van hoog niveau

De Review Commissie Hoger Onderwijs en Onderzoek die in 2012 door de toenmalig staatssecretaris van OCW werd ingesteld om de voortgang van de prestatieafspraken te beoordelen presenteerde deze week de vierde en laatste rapportage die jaarlijks werd gedaan om het volledige stelsel van hoger onderwijs en onderzoek te beoordelen.

De commissie constateert dat het Nederlands HO-stelsel van hoog niveau is en de afgelopen jaren een verdere kwaliteitsontwikkeling heeft doorgemaakt. “In de meest recente editie van het World Competitiveness Report is ons land op de internationale ladder gestegen van de vijfde naar de vierde plaats, voornamelijk ten gevolge van de kwaliteit van de w etenschappelijke onderzoeksinstellingen en de samenwerking van de universiteiten en hogescholen met de private sector.”

In de evaluatie van het stelsel heeft de commissie onder meer gekeken naar de kwaliteit van de bacheloropleidingen. De voortgang daarbij is positief. Zowel in wo als hbo is de studenttevredenheid toegenomen, is de onderwijsintensiteit omhooggegaan en is het aantal docenten met een master of PhD graad gestegen van gemiddeld 61% naar ruim 70%.

Last van vertraagde wet- en regelgeving

Grote struikelblok voor met name de hogescholen bleken de gemaakte afspraken rond studiesucces. Waar veel universiteiten hun ambities om de rendementen te doen stijgen wel haalden, is het beeld in het hbo anders.

De Review Commissie zegt daar het volgende over: “De tegenvallende resultaten in het hbo ten aanzien van studiesucces zijn mede het gevolg van het spanningsveld tussen toegankelijkheid, kwaliteit en studiesucces, dat zich het sterkst manifesteert bij de grote hogescholen met een zeer diverse studentenpopulatie. De impact van de verhoogde niveaueisen op het studiesucces bleek moeilijker in te schatten dan gedacht. Daar komt bij dat een aantal instellingen op onderdelen last heeft gehad van vertraagde wet- en regelgeving. “

Hbo-onderzoek duidelijker geprofileerd

Aandacht in de rapportage van de Review Commissie is er ook voor de ontwikkeling van de Centers of Expertise in het hbo. “De ontwikkeling van de lectoraten, de Centres of Expertise (CoE’s) en de andere kenniscentra heeft eraan bijgedragen dat het hbo-onderzoek zich duidelijker heeft kunnen profileren.“

Die ontwikkeling wordt door de commissie als zeer positief ervaren. Zo positief zelfs dat er hbo-breed wel meer aandacht voor mag komen. “Met de nu gestarte Centres of Expertise zijn belangrijke impulsen gegeven aan het praktijkgerichte onderzoek in met name de topsectoren, maar het betreft een beperkt deel van het hbo. De commissie pleit daarom voor continuering van een actief overheidsbeleid ten aanzien van de CoE’s.“

Veerman verder uitvoeren

In het licht van de Hoofdlijnenakkoorden constateert de RCHO dat zowel de hogescholen als universiteiten grote vooruitgang hebben geboekt. “De commissie stelt vast dat de onderzoekscapaciteit van de universiteiten is gegroeid en dat alle universiteiten zwaartepunten hebben gekozen voor hun onderzoek.”

“Hogescholen hebben belangrijke stappen voorwaarts gezet om de infrastructuur van het prakijktgerichte onderzoek te versterken door verdergaande zwaartepuntvorming en voortgezette (regionale of thematische) samenwerking met andere kennisinstellingen en bedrijven,” schrijft de Review Commissie.

In de lijn met het Rapport-Veerman dat in 2010 al adviseerde over toekomstbestendig hoger onderwijs, ziet de Review Commissie een toenemende differentiatie in het onderwijsaanbod, maar zijn er ook nog doelen niet gerealiseerd. “Het pleidooi van de commissie Veerman om de aantrekkingskracht van het hbo voor vwo’ers te herstellen heeft nog niet geleid tot de gewenste trendbreuk.”

De Review Commissie concludeert dat er momentum is opgebouwd bij hogescholen en universiteiten en vindt het van groot belang dit vast te houden. “Verbetering van studiesucces én kwaliteit én profilering dienen de komende jaren hoog op de agenda te blijven. Voorts acht de commissie het van belang dat instellingen bij nieuwe afspraken – meer dan nu het geval was – eigen doelen kunnen kiezen, passend bij het nagestreefde profiel. Dit zal naar verwachting de verdere differentiatie op stelselniveau stimuleren.”

De commissie onderstreept ook dat instellingen in de toekomst meer ruimte moet worden gegeven voor het kiezen van eigen doelen. “Het gaat daarbij om verschillen tussen universiteiten en hogescholen maar ook om verschillen tussen universiteiten en hogescholen onderling. Is het rendement relatief hoog of laag en dient het prioriteit te krijgen in het instellingsbeleid? Hoe selectief kan en wil een instelling zijn? Staat de toegankelijkheid voorop of het streven naar een internationale toppositie? Het is van belang dat instellingen eigen doelen kunnen kiezen, passend bij het nagestreefde profiel.”

De volledige rapportage leest u hier (PDF)


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK