Promoveren bij een bedrijf, wat betekent dat?

Nieuws | de redactie
24 januari 2017 | Het plan van Sander Dekker om promoveren bij bedrijven mogelijk te maken, wordt met scepsis begroet. Maar wat betekent het precies? In Denemarken hebben ze inmiddels 44 jaar ervaring met de ‘industrial PhD’. “Kom langs zodat je niet in de fouten trapt die wij maakten,” zegt de directeur van het Innovatiefonds.

In Het Financieele Dagblad toonde Nobelprijswinnaar Ben Feringa zich kritisch over de plannen van staatssecretaris Dekker om valorisatie en impact zwaarder te laten wegen in onderzoek. “Ik denk niet dat ik eind vorig jaar de Nobelprijs gewonnen had als ik dertig jaar geleden bij de aanvang van mijn onderzoek had moeten uitleggen wat de maatschappelijke of economische waarde ervan zou zijn.”

Lessen uit Denemarken

Eén van de vormen die valorisatie die Sander Dekker voor ogen heeft, moet plaatsvinden door het mogelijk te maken dat jonge wetenschappers ook kunnen promoveren in het bedrijfsleven. Dat is een plan dat in 2015 al door VVD-Kamerlid Pieter Duisenberg werd gemunt en waar onder meer de technische universiteiten van zeggen dat het al gebeurt.

In Denemarken is de ‘industrial doctorate’ inmiddels gemeengoed. Liefst 44 jaar promoveren jonge wetenschappers in Denemarken nu. Onderwijl zijn ze werkzaam zijn bij veelal grote Deense bedrijven als Maersk en Novo Nordisk. Aanvragen voor deze PhD-programma’s gaan via het ‘Innovationsfondsen’ €170 miljoen investeert in economische groei en werkgelegenheid.

Peter Høngaard Andersen is directeur van het Deense Innovatiefonds. Tegen ScienceGuide vertelt hij hoe het programma er nu uit ziet. “Ieder jaar doen er zo’n 150 mensen een industrial doctorate. Ze vragen dit aan bij het Innovatiefonds. De aanvragen worden beoordeeld door een commissie die voor de helft uit wetenschappers en voor de helft uit vertegenwoordigers van bedrijven bestaat.”

Ook de gedragen kosten worden op die manier verdeeld. Iemand die een industrial doctorate gaat in dienst van een bedrijf maar staat tegelijkertijd ingeschreven bij een universiteit. Samen delen ze de kosten van het programma. PhD’s in het bedrijfsleven moeten verder aan de zelfde eisen voldoen waaraan ook de promovendi in de academie moeten voldoen.

“Onze cijfers laten zien dat de industrial doctorates het zelfs iets beter doen,” vertelt Høngaard Andersen. “99% behaalt uiteindelijk een PhD tegenover een kleine negentig dat in een regulier PhD-programma doet.” Ook de kwaliteit is hoger, benadrukt de Innovatiefonds-directeur die stelt dat industrial doctorates in Denemarken vaak hoger aangeslagen worden dan hun collega’s van de universiteit.

Niet dezelfde fouten maken

Høngaard Andersen nodigt beleidsmakers uit Nederland nadrukkelijk uit om naar Denemarken om te leren. “Het zou zonde als dezelfde fouten worden gemaakt die wij hier in het begin hebben gemaakt. Zo hadden wij in het begin beoordelingspanels die volledig uit mensen uit het bedrijfsleven bestonden, maar het was duidelijk dat dat niet werkt.”

Volgens Høngaard Andersen is er geen sprake van dat de industrial doctorate de fundamentele wetenschap bedreigt, maar staan  beide programma’s heel nadrukkelijk naast elkaar in de Deense wetenschap. Ook op het punt van de kwaliteitseisen waar industrial doctorates aan moeten voldoen zijn de twee grotendeels elkaars gelijke.

“Een bedrijf kan verzoeken om een publicatie tot zes maanden uit te stellen, maar uiteindelijk wordt al het onderzoek net zo gepubliceerd in wetenschappelijke tijdschriften zoals dat ook gebeurt bij academische PhD’s. Maar verder zijn er geen grote verschillen, ook in industrial doctorates wordt bijvoorbeeld heel fundamenteel onderzoek gedaan.”

Promovendus mag niet in de knel komen

Waar het Innovatiefonds wel waakzaam voor is, is dat het promotietraject van een onderzoeker in het gedrang komt, door strategische keuzes die in een bedrijf gemaakt worden. “Daar hebben we nadrukkelijk juridische afspraken over gemaakt. Het kan niet zo zijn dat een promovendus in de knel komt, omdat een bedrijf de koers verlegd.”

Høngaard Andersen ziet wel dat de meeste industrial doctorates zich richten op de technische domeinen en de life sciences. Met name de humanities komen er minder vanaf, maar volgens de directeur van het Innovatiefonds is dat begrijpelijk. “Je ziet dat er in Denemarken veel mensen voor een studie in de humanities kiezen, maar dat hun carrièreperspectieven slecht zijn. Er zijn gewoon te weinig banen in die disciplines.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK