Open access hoorzitting achter gesloten deuren

Nieuws | door Sicco de Knecht
23 maart 2017 | Vijf partijen, vijf zittingen, een horde advocaten en een commissie die moet beoordelen of de contracten tussen uitgevers en universiteiten openbaar mogen worden gemaakt. Een verslag van een lange dag van hoorzittingen, die voor het merendeel in vertrouwelijkheid gehouden werden, en uiteindelijk grotendeels voor niets bleken te zijn geweest.

Wat er in de oude contracten tussen de instellingen en de uitgevers stond was dankzij een WOB-verzoek van student Amos Keestra al een tijdje bekend. Geheel onafhankelijk van deze aanvraag diende vorig jaar september ook oud-lid van de OA-onderhandelingscommissie van de VSNU Leo Waaijers een WOB-verzoek voor de nieuwe contracten in bij de instellingen. Alhoewel de meeste van de instellingen deze best wilden overhandigen staken Elsevier en Springer – de grootse uitgevers – hier een stokje voor.

Zoals gezegd was de intentie van de meeste instellingen om gehoor te geven aan het WOB-verzoek, alleen de bijzondere instellingen (Radboud, Tilburg University en VU) voelden zich niet geroepen omdat zij niet onder de WOB vallen. De Universiteit van Amsterdam viel op. Deze instelling koos er als enige voor om uit eigen beweging al delen (de bedragen) uit het contract af te lakken, wat hen vervolgens weer een bezwaarschrift van Waaijers opleverde.

Gisteren diende de hoorzitting waarin dit alles moest worden afgewikkeld. Aan de uitgevers de taak commissie moesten overtuigen dat zij ernstig financieel benadeeld zouden worden door openbaring. De opdracht van de UvA was toch vooral om helder te maken waarom zij er een andere lezing van de wet op nahielden dan de andere instellingen.

Pilotstudie open access

Al vrij snel werd duidelijk dat het Elsevier in de kern ging om hun zogenaamde ‘pilot gold open access’, de afspraken over het vrij beschikbaar maken van wetenschappelijker publicaties. Deze overeenkomst is tot stand gekomen na overleg met de instellingen ‘het Consortium’ en daarover zijn de partijen volgens Elsevier overeengekomen deze afspraken, evenals de correspondentie voorafgaand hieraan, vertrouwelijk te houden.

Openbaarmaking van de pilotparagraaf zou volgens Elsevier hun concurrentiepositie schaden. De advocaten van Elsevier wezen de commissie op een bepaling in de wet (WOB, artikel 10, lid 2, sub g) die het mogelijk maakt om gevoelige bedrijfsgegevens uit te sluiten van de plicht tot informatieverstrekking omdat het: “ [Elsevier] onevenredig zou benadelen, danwel concurrenten, leveranciers of afnemers onevenredig zou bevoordelen.”

Het is niet vreemd dat de grote internationale uitgevers Elsevier en Springer hun contracten niet zomaar op straat willen hebben. In meerdere landen wordt momenteel een (juridische) strijd gevoerd om de uitgevers tot meer open access te bewegen, en zij willen niet dat de gemaakte afspraken op straat komen te liggen. Of, zoals de advocaat van Elsevier het uitdrukte: “Elsevier wil niet dat deze uitzondering ook in andere landen en andere situaties gaat gelden.”

Deze redenering werd in beide zaken waar Elsevier aan het woord kwam herhaald, die tegen de UvA en tegen de rest (‘De Universiteiten’, aldus de voorzitter). De pleitnotitie werd niet aan derden uitgedeeld vanwege de vertrouwelijkheid. Springer beriep zich zijn beide zaken op totale vertrouwelijkheid: deur dicht dus.

Niet ter zake doende

In essentie waren de hoorzittingen tussen Elsevier en de instellingen (UvA en De Universiteiten) een herhaling van zetten. De uitgever wees op zijn marktpositie en de gemaakte afspraken over geheimhouding, De Universiteiten trokken in twijfel of het wel echt om gevoelige bedrijfsinformatie ging.

Een opvallende manoeuvre kwam toen Elsevier ook het belang van Waaijers in twijfel trok: “Elsevier kan zich niet aan de indruk onttrekken dat Waaijers een louter commercieel belang heeft bij openbaarmaking van de pilot, en dat Waaijers de informatie wil gebruiken ten behoeve van zijn eigen marktplaats.”

De marktplaats waar Elsevier op doelde is er een die ze duidelijk niet uitgebreid onderzocht hadden. In december beschreef ScienceGuide in een artikel nog uitgebreid de werkwijze van de non-profit online vergelijkingssite. In de zaak tussen De Universiteiten en Elsevier reageerde hun advocaat droogjes op de juridische relevantie: “Welke doelstelling de heer Waaijers ook heeft om dit [de contracten] te verkrijgen maakt geen onderdeel van de afweging van belangen in de WOB. […] Dat doet eigenlijk niet ter zake.”

Waaijers, die als toehoorder in de zaal zat, kreeg bij de tweede keer dat deze aantijging langskwam toch even de gelegenheid van de commissie om hierop te reageren: “Er wordt gesuggereerd dat ik een commercieel belang zou hebben bij de open access marktplaats. Ik heb er geen enkel commercieel belang bij. Deze marktplaats die wordt onderhouden door twee vrijwilligers. [] Ik verdien daar geen stuiver aan.”

Interpretatie van de WOB

De vraag die al langer boven de markt hing was waarom de UvA nu een andere koers had gekozen dan De Universiteiten. Duidelijk werd dat er in ieder geval weinig overleg was gepleegd sinds hun wegen vorig jaar scheidden, getuige de verbaasde reactie van de UvA-vertegenwoordigers dat de VSNU wél aan tafel zat bij De Universiteiten en niet bij hen.

De Universiteiten waren er niet principieel op tegen om de pilotparagraaf te schrappen uit de contracten, wat de UvA in eerste instantie niet eens plande te doen. Vice versa wilde de UvA wel de bedragen onleesbaar maken maar dat was voor De Universiteiten weer geen optie.

De UvA, die in deze zaak dus een ander juridisch pad bewandelt, bracht de andere partijen in verlegenheid toen zij in hun zaak tegen Waaijers te spreken kwamen over de interpretatie van de WOB. De advocaat van de UvA reflecteerde hierop tijdens zijn inbreng: “Het kan niet worden ontkend dat de UvA hierin een unieke positie inneemt. Waarom dat zo is, is niet een vraag voor de UvA maar voor de andere universiteiten.” De UvA bleef dan ook bij het standpunt dat de contracten slechts gedeeltelijk openbaar kunnen worden gemaakt.

Contract op straat

De bezwarencommissie zal zich nu beraden op hun oordeel, dat als advies dient voor een uiteindelijke afweging over de openbaarheid. Het contract van Elsevier lekte echter voortijdig aan ScienceGuide dus alleen de inhoud van het contract met Springer is nu nog geheim.


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK