Vergeefs zoeken naar de eenhoorn
Uit zijn oratie bleek nog maar eens dat Barend van der Meulen kritisch is op de toepassing van ‘Evidence based policy’. Deze methode, die uitgaat van het meetbaar maken van de effecten van (wetenschaps)beleid, wordt volgens hem veel te beperkt gebruikt en verdient uitbreiding. Zijn leerstoel Evidence for Science Policy richt zich er op de Angelsaksische methode van Evidence based Policy te verbreden.
In het persbericht van zijn oratie spreekt Van der Meulen over de vervreemding die optreedt in de overwegend bibliometrische beoordeling van wetenschappers: “Niet de ervaringen en beleving van de wetenschappelijke professional van wat goede wetenschap is en de maatschappelijke overwegingen van politici, maar de resultaten van een afstandelijke wetenschapsonderzoeker worden dan leidend voor het beleid.” .
Dit leidt volgens Van der Meulen naast een praktisch ook tot een democratisch bezwaar: “Niet de burger of de professional zijn bron van argumenten voor goed beleid […] maar alleen wat de wetenschapsonderzoeker meet als effectief beleid.” Hij waarschuwt er voor dat parlementariërs op deze manier een woordvoerder worden van wetenschappelijke resultaten, niet van waarden.
Afstandelijke integriteit
Een gebied waar volgens Van der Meulen een herijking heeft plaatsgevonden van definities is bij de recente aandacht voor wetenschappelijke integriteit. Ook hier ziet hij een dat beoordeling gebaseerd op waardes ingewisseld wordt voor een procedurele benadering. “Het is veelzeggend dat de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening beheerd wordt door de VSNU, de werkgeversvereniging [] – niet de KNAW.” Deze keuze lijkt te zijn gemaakt vanuit het oogpunt van de verantwoording, en niet de kernwaardes van de wetenschap waar die integriteit voor staat.
Dit is volgens hem niet zonder gevaar. “Het voorbeeld van onderzoekskwaliteit, waar net als integriteit, niemand tegen is, laat zien dat er ook negatieve effecten kunnen zijn van meer beleidsaandacht.” Waarmee hij waarschijnlijk de analogie zoekt in het reduceren van een inherente waarde tot een ambtelijk afvinklijstje.
Het spel en de knikkers
Ook de met managementbegrippen gevulde geldverdeling van de universiteiten volgt volgens Van der Meulen eenzelfde patroon. Eerder al vroeg hij aandacht voor de perverse prikkels van de interne financieringsmodellen van universiteiten en faculteiten. Een vergelijkbare waarschuwing heeft hij voor de heftige gedragseffecten die de prestatieafspraken lijken te hebben gehad en de bekostiging van promovendi die als ‘bonus’ wordt gezien.
Lees verder: lezing van Barend van der Meulen: ‘Waarom zo veel onrust als het zo goed gaat?’
Hij constateert ook een breuk in de bekostiging met het verleden: “Tegenwoordig wordt vaak geprobeerd de competitiviteit terug te dringen. Vanuit een accountantsperspectief is het opvallend, dat bij het zoeken naar optimale allocatie het nauwelijks bekend is wat de kostprijs is van universitair onderwijs en onderzoek.” Hij is sceptisch dat de allocatie verbeterd kan worden met het introduceren van een kostprijs.
Existentiële vragen
Aan het einde van zijn oratie bleek Van der Meulen toch opmerkelijk kritisch dat Evidence Based Policy echt kan werken – al gaf hij zijn kritiek wat bloemrijk weer: “In de zestiende en zeventiende eeuw hadden velen de eenhoorn nog nooit in levenden lijve gezien, maar de overtuiging dat hij moest bestaan was groot.” Toch wees hij er op dat Naturalis op dit moment nog altijd geen exemplaar van een eenhoorn bezit.
Wat hem betreft is “de cruciale vraag [] of meer evidence tot beter beleid leidt.” Een vraag die het bestaansrecht van zowel het Rathenau, als het onderzoeksinstituut CWTS waaraan hij gelieerd is, in de kern raakt. De tijd zal het leren…
Meest Gelezen
Vrouwen houden universiteit draaiende, maar krijgen daarvoor geen waardering
Hbo-docent wil wel rolmodel zijn, maar niet eigen moreel kompas opdringen
‘Sluijsmans et al. slaan de plank volledig mis’
Wederom intimidatie van journalisten door universiteit, nu in Delft
‘Free riding brengt het hoger onderwijs in de problemen’