Europese Commissie bejubelt prestatiebekostiging

Nieuws | de redactie
19 juni 2017 | De Europese Commissie is enthousiast over prestatiebekostiging in het hoger onderwijs. Ondanks dat er van de huidige experimenten nog veel te leren valt zijn de eerste resultaten “veelbelovend.” Ook vindt de Commissie dat het hoger onderwijs beter moet aansluiten bij tekortvakken zoals bèta en techniek.

De Europese Commissie heeft een nieuwe agenda gepresteerd voor het hoger onderwijs. Deze agenda moet zorgen voor een nieuwe impuls voor het Europese hoger onderwijs. “Het vermogen van de EU om een betere toekomst voor de Europese burger op te bouwen is een belangrijke voorwaarde voor het welslagen van het Europese project.” Zo staat te lezen in de inleiding van de agenda. Daarom zijn er volgens de commissie ook nieuwe initiatieven nodig om Europa toekomstbestendig te houden.

Antigif tegen polarisatie

De Europese Commissie vervolgt het verhaal met de hoop dat goed hoger onderwijs een antwoord kan zijn op de polarisatie in de samenleving. “Europa heeft meer hoog presterende mensen nodig, die de geavanceerde technologie en oplossingen kunnen ontwikkelen waarvan onze toekomstige welvaart afhankelijk is en om de toenemende polarisatie in onze samenlevingen en het wantrouwen jegens democratische instellingen tegen te gaan.”

Daarbij merkt de Europese Commissie op dat een aantal problemen ook herkenbaar is voor Nederland. “Mensen uit sociaaleconomische achterstandsgroepen en met een migratieachtergrond maken veel minder kans om hoger onderwijs te volgen en te voltooien. Academici en afgestudeerden worden te vaak gezien als groepen die buiten de samenleving staan en er tekent zich nog altijd een duidelijke genderkloof af tussen bepaalde studierichtingen.”

Lees verder: monitor beleidsmaatregelen en leenstelsel

Daarnaast wijst de Europese Commissie erop dat de investeringsagenda van Nederland wat hem betreft niet ambitieus genoeg is: “De bijdrage van instellingen voor hoger onderwijs aan innovatie in de bredere economie, en in hun eigen regio in het bijzonder, is vaak minder groot dan zou kunnen. De prestaties van het hoger onderwijs op het gebied van innovatie verschillen sterk tussen de verschillende regio’s van de EU.”

In een hogere versnelling

Om deze problemen op te lossen komt de Europese Commissie met vier concrete voorstellen:

1. toekomstige discrepanties tussen gevraagde en aangeboden vaardigheden aanpakken en topkwaliteit bij de ontwikkeling van vaardigheden bevorderen;

2. inclusieve en samenhangende stelsels voor hoger onderwijs ontwikkelen;

3. ervoor zorgen dat instellingen voor hoger onderwijs bijdragen aan innovatie;

4. effectieve en efficiënte stelsels voor hoger onderwijs ondersteunen.

Er is beloning nodig

Om te zorgen dat de verschillende stelsels van het Europese Hoger onderwijs deze veranderingen ook aankunnen moet er ook naar de bekostiging worden gekeken. “Om ervoor te zorgen dat instellingen en stelsels voor hoger onderwijs kunnen leveren wat Europa nodig heeft, zijn er niet alleen voldoende mensen en financiële middelen, maar ook passende stimuleringsmaatregelen en beloningen nodig.”

De Commissie constateert dat overheden hoger onderwijsinstellingen nu nog onvoldoende kunnen simuleren om tot gewenste prestaties over te kunnen gaan. “Wordt het hoger onderwijs gevraagd meer te doen, dan nu het geval is, dan is het voor overheden en instellingen voor hoger onderwijs lastiger om te bepalen hoe zo gericht en evenwichtig mogelijk kan worden geïnvesteerd.”

Daarom ziet de Europese Commissie ook veel in directe sturing door middel van financiële prikkels, een systeem waar ook Nederland uitgebreid mee geëxperimenteerd heeft. “Veel lidstaten experimenteren met vormen van prestatiegebonden financiering en overeenkomsten met instellingen waarin wordt vastgelegd welke doelen deze instelling moet bereiken in ruil voor financiering door de overheid. Hoewel de eerste resultaten hiervan veelbelovend zijn, is het toch een uitdaging om voldoende brede indicatoren te ontwikkelen waarmee vooruitgang kan worden gemeten. ”

Praktische innovatie in de collegezaal

Een vorm van prestatiebekostiging kan volgens de Europese Commissie ook een stimulans zijn om beter samen te werken met externe partners. “Financieringsinitiatieven zijn ook gebruikt om banden tussen instellingen voor hoger onderwijs en externe partners te ontwikkelen, op onderzoek gebaseerd onderwijs te bevorderen, interdisciplinair onderwijs en onderzoek te ondersteunen en praktische innovatie in de collegezaal te brengen.”

Wel waarschuwt de Agenda ervoor dat een dergelijke manier van prestatiebekostiging wel wat vraagt van het bestuur van de hoger onderwijsinstellingen. “Omdat instellingen voor hoger onderwijs opereren in een door de overheid vastgesteld kader (financiering, accreditatie, kwaliteitsborging) heeft de toewijzing van middelen en de ontwikkeling van stimuleringsmaatregelen binnen instellingen een grote impact. Goed institutioneel leiderschap en effectieve interne samenwerking en middelenbeheer zijn nog veel belangrijker wanneer het takenpakket van instellingen groter wordt en er meer nadruk wordt gelegd op het meten en aantonen van prestaties.”

Banen waarin tekorten zijn

Ook vindt de commissie dat er een betere aansluiting moet komen tussen vraag van de arbeidsmarkt en het aanbod van afgestudeerde studenten. “Er moeten meer mensen instromen in studierichtingen die leerlingen voorbereiden op banen waarin tekorten bestaan of zich aan het ontwikkelen zijn. In veel lidstaten van de EU voldoet het aantal afgestudeerden in de exacte wetenschappen); verpleegkundigen en verloskundigen; en verplegers, ingenieurswetenschappen, kunsten en wiskunde (de STEM)wetenschappen),de medische beroepen en onderwijsopleidingen niet aan de behoefte.”

De EC wil daarom ingrijpen op de keuzes zie aankomend studenten maken wat betreft hun studie. “De keuze voor een opleiding in het hoger onderwijs hangt af van persoonlijke motivatie, goede begeleiding en de aanwezigheid van aantrekkelijke leer- en carrièremogelijkheden. Carrièremogelijkheden hangen uiteindelijk af van werkgevers en de economie in bredere zin, maar onderwijs en opleiding vervullen wel een sleutelrol. Scholen kunnen leerlingen stimuleren om zich voor alle vakken te interesseren, dus ook voor wiskunde en wetenschappen, en hen begeleiden bij hun keuze.”


«
Schrijf je in voor onze nieuwsbrief
ScienceGuide is bij wet verplicht je toestemming te vragen voor het gebruik van cookies.
Lees hier over ons cookiebeleid en klik op OK om akkoord te gaan
OK